ECLI:NL:OGEAA:2018:474

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 augustus 2018
Publicatiedatum
21 augustus 2018
Zaaknummer
Aua201800019
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen uitblijven beslissing op bezwaar in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft appellant op 27 maart 2017 bezwaar gemaakt tegen de beschikking van de minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Integratie, waarin zijn verzoek om verlening van een verblijfsvergunning op 21 februari 2017 is afgewezen. Appellant heeft op 5 januari 2018 beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, omdat er niet tijdig een beslissing op zijn bezwaar was genomen. De uitspraak van het gerecht vond plaats op 20 augustus 2018.

Het Gerecht overweegt dat appellant niet tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaar. De bezwaaradviescommissie had de termijn voor het uitbrengen van haar advies verlengd, waardoor het beroepschrift uiterlijk op 11 september 2017 ingediend had moeten worden. Aangezien het beroepschrift pas op 5 januari 2018 is ingediend, is de beroepstermijn overschreden. Appellant kreeg de gelegenheid om aan te tonen dat hij het beroepschrift zo spoedig mogelijk had ingediend, maar heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.

Op basis van artikel 32, onderdeel a, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen indien het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Het gerecht heeft daarom besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. De uitspraak is gedaan door mr. A.J.H. van Suilen en is uitgesproken ter openbare terechtzitting. Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, waarbij een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd is.

Uitspraak

Uitspraak van 20 augustus 2018
Aua201800019
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[appellant],
wonend in Aruba,
APPELLANT,
procederend in persoon,
gericht tegen:
de minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Integratie,
zetelend in Aruba,
VERWEERDER.

1.PROCESVERLOOP

Appellant heeft op 27 maart 2017 bezwaar gemaakt tegen de beschikking van verweerder van 21 februari 2017 waarin het verzoek om verlening van een verblijfsvergunning is afgewezen.
Tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op zijn bezwaar heeft appellant op 5 januari 2018 beroep ingesteld bij het gerecht.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Het beroep strekt ertoe de fictieve beslissing op het bezwaar te vernietigen en te bepalen dat verweerder een reële beslissing zal nemen op het bezwaarschrift, met veroordeling van verweerder in de kosten van deze procedure.
2.2
Het gerecht overweegt dat appellant niet tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaar. Nu is gebleken dat de bezwaaradviescommissie toepassing heeft gegeven aan zijn bevoegdheid, neergelegd in artikel 19, tweede lid, van de Lar, tot verlenging van de termijn voor het uitbrengen van haar advies, diende het beroepschrift, gelet op de artikelen 15, onderdeel a, 19, eerste lid, 20, eerste lid, en 27, tweede lid, van de Lar binnen vierentwintig weken na het indienen van het bezwaarschrift te zijn ingediend, te weten uiterlijk op 11 september 2017. Nu het beroepschrift op 5 januari 2018 is ingediend, is de beroepstermijn overschreden.
Bij brief van 5 maart 2018 heeft het gerecht appellant in de gelegenheid gesteld om aannemelijk te maken dat hij het beroepschrift heeft ingediend zo spoedig als dit redelijkerwijs verlangd kon worden, zoals bedoeld in artikel 28, derde lid, van de Lar. Appellant heeft van de zijn geboden gelegenheid geen gebruik gemaakt.
2.3
Ingevolge artikel 32, onderdeel a, van de Lar kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen, indien het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Het gerecht zal dan ook als volgt beslissen.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.J.H. van Suilen, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag, 20 augustus 2018, in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij de griffie van dit Gerecht.
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dag van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.