ECLI:NL:OGEAA:2018:471
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen uitblijven beslissing op bezwaar in administratieve rechtspraak
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 20 augustus 2018 uitspraak gedaan in een beroep dat was ingesteld door de appellant tegen de minister van Justitie, Veiligheid en Integratie. De appellant had op 8 juni 2017 bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn verzoek om een vergunning tot tijdelijk verblijf. Echter, tegen het uitblijven van een beslissing op dit bezwaar heeft de appellant pas op 17 november 2017 beroep ingesteld, wat buiten de wettelijke termijn viel. De wetgeving, de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar), stelt dat een beroepschrift binnen twintig weken na het indienen van het bezwaarschrift moet worden ingediend. De termijn eindigde op 26 oktober 2017, maar de appellant heeft deze termijn overschreden.
Het gerecht heeft de appellant in de gelegenheid gesteld om aan te tonen dat hij het beroepschrift tijdig had ingediend, maar de appellant kon geen geldige reden aanvoeren voor de overschrijding van de termijn. De rechter heeft vastgesteld dat de Lar geen grondslag biedt voor het standpunt van de appellant dat de termijn pas begint te lopen op het moment dat het bezwaarschrift compleet is. Gezien deze overwegingen heeft het gerecht geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
De uitspraak is gedaan door mr. A.J.H. van Suilen en is openbaar uitgesproken. De partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. Tevens is er een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd voor het indienen van het hogerberoepschrift.