ECLI:NL:OGEAA:2018:453

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
11 juli 2018
Publicatiedatum
25 juli 2018
Zaaknummer
K.G. AUA201801545
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over verstrekking van ledeninformatie door een coöperatieve vereniging

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser 1, een informele vereniging genaamd FIXED WEEK OWNERS ASSOCIATION (FWOA), een kort geding aangespannen tegen de coöperatieve vereniging LA CABANA BEACH & RACKET CLUB. De eisers vorderden de verstrekking van het ledenbestand van La Cabana, inclusief e-mailadressen, om contact te kunnen opnemen met andere leden voorafgaand aan een geplande algemene vergadering. La Cabana weigerde deze informatie te verstrekken, met als argument dat de leden hun e-mailadressen op vrijwillige basis hadden gegeven en dat zij geen toestemming had om deze zonder hun goedkeuring te delen.

De procedure begon met een verzoekschrift dat op 4 juni 2018 was ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 juni 2018 werd de spoedeisendheid van de vordering besproken. Het Gerecht oordeelde dat FWOA, ondanks het ontbreken van rechtspersoonlijkheid, als drager van zelfstandige rechten kan optreden in rechte. Het Gerecht concludeerde dat de eisers een gerechtvaardigd belang hadden bij de verstrekking van de e-mailadressen, vooral gezien de onbetrouwbaarheid van de postbezorging in de regio.

Het Gerecht oordeelde dat La Cabana verplicht was om de gevraagde informatie te verstrekken, mits een redelijke vergoeding werd betaald. De rechter legde een dwangsom op voor het geval La Cabana niet aan de veroordeling voldeed. De kosten van de procedure werden ook aan La Cabana opgelegd. De uitspraak werd gedaan op 11 juli 2018, waarbij het Gerecht de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaarde en het meer of anders gevorderde afwees.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 11 juli 2018
Behorend bij K.G. AUA201801545
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
Eiser 1,
wonende in de Verenigde Staten van Amerika;
de vereniging zonder rechtspersoonlijkheid
FIXED WEEK OWNERS ASSOCIATION
te Aruba
hierna ook te noemen: [eiser 1] respectievelijk FWOA, en gezamenlijk [eiser 1] c.s.
gemachtigde: advocaat mr. J.M. de Cuba,
tegen:
de coöperatieve vereniging
LA CABANA BEACH & RACKET CLUB,
te Aruba,
hierna ook te noemen: La Cabana,
gemachtigde: advocaat mr. P. Brown.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 4 juni 2018;
- de pleitnota van [eiser 1] c.s.;
- de pleitnota van La Cabana;
- de door partijen overgelegde stukken;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 22 juni 2018;
- het verzoek van La Cabana . om vonnis te wijzen.
De datum van het vonnis is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
La Cabana is een beach resort met time shares, gevestigd te Aruba. Zij kent (volgens [eiser 1] c.s.) 9.720 leden.
2.2
FWOA is een informele vereniging met 639 geregistreerde leden. [eiser 1] is lid van FWOA.
2.3 [
eiser 1] c.s. heeft aan La Cabana een opgave gevraagd van het ledenbestand van La Cabana, nu zij zelf in contact wil treden met de andere leden voorafgaande aan de geplande algemene vergadering in september 2018. De reden van deze communicatie is dat [eiser 1] c.s. zich niet kan vinden in het beleid van La Cabana.
2.4
Teneinde contact te krijgen met de andere leden heeft [eiser 1] c.s. aan La Cabana gevraagd om toezending van het adressenbestand van de leden, inclusief (indien beschikbaar) de door die leden opgegeven emailadressen. Over deze verstrekking hebben partijen geen akkoord bereikt, met name niet omtrent de verstrekking van de emailadressen.

3.HET VERZOEK

3.1 [
eiser 1] c.s. vordert veroordeling van La Cabana tot verstrekking van de adressen en emailadressen (de ledenlijst) tegen een in redelijkheid vast te stellen vergoeding, op straffe van een dwangsom
3.2 [
eiser 1] c.s. legt aan het gevorderde ten grondslag de stelling dat het noodzakelijk is om met de andere leden te kunnen overleggen voorafgaande aan de geplande vergadering en dat daarvoor met name de emailadressen belangrijk zijn, nu de post niet, of slechts vertraagd werkt. Bovendien communiceert La Cabana zelf ook met de leden via email.
3.3
La Cabana heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
3.4
Op de standpunten van partijen gaat het Gerecht hieronder, waar nodig, nader in.

4.DE BEOORDELING

4.1
La Cabana heeft als eerste verweer opgeworpen dat FWOA niet ontvankelijk moet worden verklaard nu zij geen rechtspersoonlijkheid heeft. Het is immers een informele vereniging. Dat verweer slaagt niet. Een informele vereniging (ook bekend als de vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid) kan weldegelijk als rechtspersoon worden aangemerkt - zij het dat zij niet alle rechten kan uitoefenen die aan een formele vereniging zijn toegekend. FWOA is echter door haar organisatie drager van zelfstandige rechten en het enkele feit dat zij geen notariële oprichting of vastlegging van haar statuten kent, maakt nog niet dat zij om die reden niet in rechte kan optreden. In de rechtspraak is ook herhaaldelijk aanvaard dat procedures tegen of door een informele vereniging worden gevoerd. Daarop bestaan uitzonderingen, maar die doen zich hier niet voor.
4.2
De spoedeisendheid volgt naar het oordeel van het Gerecht uit de aard van de vordering.
4.3
Het geschil komt in essentie neer op de vraag of La Cabana gehouden is om de e-mailadressen van de leden tevens aan [eiser 1] c.s. te verstrekken. Zij bestrijdt dit en voert daartoe aan dat die adressen op vrijwillige basis door de leden zijn verstrekt. Zij voelt zich niet vrij om de adressen zonder voorafgaande toestemming van die leden te verspreiden. Zij is wel bereid om op de eerstkomende ledenvergadering de vraag naar de verspreiding van de emailadressen aan de orde te stellen, zodat de leden zich daarover kunnen uitspreken.
4.4
In de statuten van La Cabana is opgenomen dat de oproepingen voor de vergadering plaatsvindt op de snelst mogelijke manier, inclusief e-mail, ten minste dertig dagen voorafgaande aan de betreffende vergadering (art. 16). In datzelfde artikel is ook een regeling opgenomen waarin de oproep voor een buitengewone vergadering op verzoek van 1/5 van het aantal leden en waarin is opgenomen dat de oproep voor een dergelijke vergadering tussen de 30 en 40 dagen na die oproep moet plaatsvinden. In de statuten is voorts een regeling opgenomen om op afstand, via elektronische stemming aan de vergadering deel te nemen (art. 17).
4.5
Ter zitting is gebleken dat La Cabana zelf voor de oproep van de ledenvergadering per email communiceert met haar leden (voor zover die bij haar bekend zijn).
4.6 [
eiser 1] c.s. heeft er een gerechtvaardigd belang bij om op een effectieve wijze met de andere leden te kunnen communiceren. De postbezorging in de regio is traag (zoals op Aruba) dan wel onbetrouwbaar (zoals in Venezuela). Bovendien is de verstrekking van een emailadres een minder vergaande inbreuk op de privacy van een lid dan de verstrekking van dien werkelijke adresgegevens. [eiser 1] c.s. heeft voorts toegezegd dat van de verstrekte e-mails niet op een andere wijze gebruik zal worden gemaakt dan voor de directe communicatie met de medeleden. Ook het argument dat dit eerst aan de leden moet worden voorgelegd, zoals La Cabana heeft gesteld, en dat Bluegreen zich zal richten naar de meerderheid van de overige stemmen, gaat niet op. Juist dat punt is voor [eiser 1] van belang en gezien de mogelijkheid van elektronische stemming bestaat de niet denkbeeldige kans dat veel leden, in verband met hun woonadres buiten Aruba, eerder daarvan gebruik maken dan van het recht om op de vergadering zelf te komen. [eiser 1] c.s. moet de mogelijkheid hebben om met die leden over de agendapunten in contact te treden en zijn zienswijze te ontvouwen. Dat hij dit ook kan via het bulletinbord op de website van La Cabana doet daaraan niet af. Dat is niet beschouwen als een behoorlijke communicatiemethode voor een vergadering c.q. een agendapunt.
4.7
La Cabana heeft voorts gesteld dat zij een vergoeding in rekening brengt voor het verstrekken van de gegevens. [eiser 1] c.s. heeft zich akkoord verklaard een redelijke vergoeding te betalen. Het Gerecht zal in de veroordeling opnemen op welke wijze en tegen welke vergoeding de bestanden ter beschikking moeten worden gesteld. Gezien het feit dat dit onderwerp ook op de vergadering in september 2018 ter vergadering wordt besproken betekent dat het Gerecht de veroordeling ook in tijd zal beperken, nu de leden zich daarover kunnen uitspreken en niet valt in te zien dat tegen de uitdrukkelijke wens van de leden gegevens verstrekt kunnen worden. De dwangsom wordt in na te melden zin gematigd.
4.8
La Cabana wordt in de kosten van het geding veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
veroordeelt La Cabana om tegen betaling van US$ 5,- per dubbelzijdig bedrukt vel (lettertype Arial 11, regelafstand 1) om aan [eiser 1] c.s. het adressenbestand en de bij haar beschikbare e-mails van de leden ter beschikking te stellen en dit bestand tevens per USB-stick aan [eiser 1] ter beschikking te stellen;
veroordeelt La Cabana tot betaling van een dwangsom van Afl. 1.000,- per dag of gedeelte van een dag dat zij na betekening van dit vonnis en na betaling van het verschuldigde bedrag, nalatig blijft om binnen acht dagen hieraan te voldoen, tot een maximum van Afl. 25.000,- aan verbeurde dwangsommen;
verbindt aan deze veroordeling de beperking dat La Cabana niet gehouden is tot verdere gegevensverstrekking, indien een besluit van de ledenvergadering haar dat zal verhinderen;
veroordeelt La Cabana in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [eiser 1] c.s. worden begroot op Afl. 450,- aan griffierecht, Afl. 222,53 aan explootkosten en Afl. 2.500,- aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 11 juli 2018 in aanwezigheid van de griffier.