Bewijsoverwegingen
De verdediging heeft betoogd dat niet is vastgesteld welke verwonding er is toegebracht aan het slachtoffer [benadeelde partij] en niet bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde feit.
Verdachte heeft verklaard dat hij telkens problemen had met het slachtoffer [benadeelde partij], zijnde een medegedetineerde. Volgens verdachte werd hij door [benadeelde partij] uitgescholden, bedreigd en bespuugd. Uit het proces-verbaal van bevindingen van de politie ter zake van de beschikbaar gestelde videobeelden volgt dat op de videobeelden het volgende te zien is. Voorafgaand aan het incident trachtten een aantal gedetineerden, die op dezelfde vleugel als verdachte gedetineerd zaten, met behulp van een voorwerp het hangslot van een traliedeur, die leidt tot de vleugel waar [benadeelde partij] gedetineerd zat, te breken om bij [benadeelde partij] te komen. [benadeelde partij] stond op dat moment vlak tegen de traliedeur, alwaar een van de medegedetineerden hem herhaaldelijk vuistslagen toediende. Verdachte kwam dichter bij de traliedeur en pakte iets vanuit zijn broeksband. Hij stak zijn arm door het hekwerk van de toegangsdeur naar de vleugel van [benadeelde partij] en zwaaide vervolgens met zijn arm richting [benadeelde partij], terwijl hij een puntig voorwerp in zijn hand vasthield. [benadeelde partij] voelde met zijn hand aan de linkerzijde van zijn rug, keerde naar zijn cel terug en kwam een poosje later tevoorschijn met een doek, welke hij tegen de verwonde plek op zijn rug hield.
Tegen de politie heeft de verdachte verklaard dat hij [benadeelde partij] heeft gestoken met een ijzeren staafje, dat hij zelf een steekwapen noemde, en tevens dat als hij [benadeelde partij] niet had neergestoken, [benadeelde partij] hem zou neersteken. Ter terechtzitting heeft verdachte nader verklaard dat hij [benadeelde partij] heeft gestoken met een verroest, puntig ijzeren staafje. Hij heeft daarvan ook een tekening gemaakt, welke tekening aan het dossier is gevoegd. Hij heeft tevens verklaard dat hij [benadeelde partij] links op de middenrug heeft gestoken.
Een medische verklaring van het door [benadeelde partij] opgelopen letsel ontbreekt in het dossier. Uit het dossier volgt wel dat [benadeelde partij] enkele dagen in het ziekenhuis opgenomen is geweest, waaruit de conclusie kan worden gerechtvaardigd dat het opgelopen letsel zodanig ernstig was dat hij anders dan poliklinisch moest worden behandeld.
Uit voornoemde feiten en omstandigheden leidt het gerecht voorts af dat de verdachte met kracht moet hebben gestoken.