Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
We refer to our meeting of February 13th, 2018, in which we confronted you with the information we have received on your actions. Our investigation had shown that you (in al events):- Have used Company resources (employees and/or materials) to assist third parties with projects during working hours;- Have instructed one or more parties that the Company does business with to pay you directly for materials.(…)The above described actions are considered serious breach of your employment obligations, are in contradiction of the principle of acting as a good employee (goed werknemerschap) and could even be considered an act of tort (onrechtmatige daad).It is therefore clear to us that the above described actions constitute an urgent reason to proceed with the termination of your employment agreement with immediate effect.For sake of clarity, each of the actions mentioned above are singularly and jointly cause (urgent reason) for the termination of your employment agreement with immediate effect.
3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
4.DE BEOORDELING
Volgens de schriftelijke verklaring van mw. [A] (time keeper) van 26 april 2018 viel het haar op dat [verzoeker] en [X] vaak gezamenlijk lang van de werkplek, het terrein van de raffinaderij, waren en zij had gehoord dat [verzoeker] en [X] voor derden werkzaamheden verrichtten en daarvoor zelfs personeel van Goedecke inzetten (onder meer voor een werk ter waarde van Afl. 70.000,). Zij is ermee bekend dat [verzoeker] en [X] personeel van Goedecke opdracht geven om materiaal voor [ander aannemer] te stapelen en transporteren.
Mw. [B] (office manager) bevestigt in haar schriftelijke verklaring dat in ieder geval vanaf oktober 2017 [verzoeker] en [X] veel niet declarabele uren (overhead) maakten en onverklaarbaar vaak niet op het terrrein van de raffinaderij waren. Zij bevestigt samen met mw. [A] van een andere werknemer te hebben gehoord dat [verzoeker] en [X] werkten voor derden en daarbij personeel van Goedecke inzette (onder meer voor een werk ter waarde van Afl. 70.000,). Mw. [B] is door een uitzendbureau van dhr. [C] (van naam uitzendbureau) gebeld omdat men daar geïrriteerd was dat men elke maand [verzoeker] en [X] Afl. 200, per uitzendkracht moest betalen voor gebruik van veiligheidsmateriaal van Goedecke. Mw. [B] was ook aanwezig bij een gesprek waar dhr. [C] voorgaande bevestigde. Mw. [B] bevestigt verder aanwezig te zijn geweest bij gesprekken met mw. [D] (van Citgo) en dhr. [E] die in grote lijnen de beschuldigingen van Goedecke bevestigen.
Verder zou [verzoeker] tijdens het onderzoek hebben toegegeven dat materiaal van Goedecke werd uitgeleend aan door haar ingehuurde onderaannemers of ingeleende krachten terwijl voor dat materiaal betaald moest worden.
Dhr. [F] verklaart dat hij in opdracht van [X] materiaal van Goedecke in [verzoeker]’s huis verstopte. Hij verklaart verder dat [verzoeker] en [X] hem hadden verzocht om te verklaren dat hij een bedrijfstruck had gekocht waarvan [X] hem had verteld dat [verzoeker] die al verkocht had.
Dhr. [E] verklaart dat hij heeft gezien dat [verzoeker] en [X] materiaal van Goedecke buiten het terrein van de raffinaderij brachten en aflaadden, in ieder geval ook ten behoeve van [ander aannemer].
Dhr. [G] verklaart dat [verzoeker] en [X] [ander aannemer] hebben geholpen bij het uitbrengen van een offerte voor steigerwerk en dat werk eerst door Goedecke zou worden uitgevoerd.
Mw. [D] (van Citgo) ten slotte bevestigt in haar schriftelijke verklaring dat haar in de periode februari 2017 tot januari 2018 vreemde dingen zijn opgevallen met betrekking tot Goedecke. Werknemers van Goedecke zijn gebruikt voor werk door een derde. De truck van Goedecke wordt door een derde gebruikt voor werk buiten toegangspoort 3. Personeel van Goedecke werkt daar ook aan dat project. [verzoeker] en [X] maken op haar de indruk dat zij leiding geven op het werk.
In een schriftelijke verklaring deelt dhr. [C] mee dat na het vertrek van de vorige manager van Goedecke, dhr. [H], betaling voor huur van materiaal (contant) rechtstreeks aan [verzoeker] en [X] moest gebeuren. Het gaat in totaal om een bedrag van Afl. 31.200,.
Dhr. [H], voormalig hoogst leidinggevende van Goedecke ter plaatse, verklaart schriftlijk [ander aannemer] niet te kennen als vaste contractspartij of (zakelijk) contact van Goedecke. Hem is maar een keer bekend dat [ander aannemer] een vorkheftruck huurde. Dat Goedecke voor niets materiaal aan derden ter beschikking zou hebben gesteld ontkent dhr. [H] met klem.
De uitleg die [verzoeker] aan het contract tussen Goedecke en Citgo geeft, waar is geregeld dat:
Contractor will ccoperate with other contractors as reasonably required for efficient, timely completion of the project,wat volgens [verzoeker] zou inhouden dat aannemers elkaar ‘gratis’’ helpen met materiaal, is binnen commerciële relaties als die tussen Citgo en haar aannemers alsook die aannemers onderling onwaarschijnlijk en niet voldoende toegelicht is waarom [verzoeker] op een dergelijke uitleg mocht vertrouwen.