ECLI:NL:OGEAA:2018:41

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
17 januari 2018
Publicatiedatum
13 februari 2018
Zaaknummer
A.R. no. 2539 van 2016/AUA201600732
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in civiele zaak met betrekking tot woningverdeling en minnelijke regeling

In deze civiele procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 17 januari 2018 een vonnis gewezen in de zaak met A.R. no. 2539 van 2016/AUA201600732. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.G. Kock, en de gedaagde, vertegenwoordigd door advocaten mrs. A.A. Ruiz en I.R. Wever, zijn betrokken in een geschil over de verdeling van een woning. De procedure is voortgekomen uit een eerder tussenvonnis van 10 mei 2017, waarin een taxatierapport werd gepresenteerd door een benoemde deskundige. Na het uitbrengen van dit rapport hebben beide partijen (contra)akten ingediend.

In het vonnis wordt het gerecht geadviseerd om nadere inlichtingen van partijen te verkrijgen en te onderzoeken of een minnelijke regeling mogelijk is, waarbij de woning aan de gedaagde kan worden toebedeeld. Het gerecht heeft een comparitie van partijen gelast, waarbij beide partijen in persoon moeten verschijnen. Tevens wordt hen aangeraden om voorafgaand aan de comparitie met elkaar in overleg te treden over een mogelijke minnelijke regeling.

Het vonnis bevat ook richtlijnen voor de partijen over het indienen van bewijsstukken en het aanvragen van uitstel in geval van verhindering. De rechter heeft de comparitie gepland op 13 februari 2018, waar partijen in persoon aanwezig moeten zijn om verdere inlichtingen te verstrekken en de mogelijkheden voor een oplossing van het geschil te bespreken. Het vonnis is uitgesproken door mr. M. Schoemaker, rechter, tijdens een openbare terechtzitting op 17 januari 2018.

Uitspraak

Vonnis van 17 januari 2018
Behorend bij A.R. no. 2539 van 2016/AUA201600732
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
[Eiser],
wonende in Aruba,
eiser,
nader te noemen: “[Eiser]”,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
tegen:
[Gedaagde],
wonende in Aruba,
gedaagde,
nader te noemen “[Gedaagde]”,
gemachtigden: de advocaten mrs. A.A. Ruiz en I.R. Wever.

1.DE VERDERE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot en met 10 mei 2017 blijkt uit het tussenvonnis van die datum. Op 13 juli 2017 is een taxatierappport uitgebracht door de benoemde deskundige. Partijen hebben daarna (contra)akten ingediend.
1.2
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Naar aanleiding van het uitgebrachte taxatierapport en de nadien ingenomen standpunten acht het gerecht het zinvol om nadere inlichtingen van partijen te verkrijgen en met partijen te bespreken of alsnog een minnelijke regeling kan worden getroffen, waarbij uitgangspunt zal zijn dat de woning toebedeeld zal worden aan [Gedaagde]. Om die reden zal een nadere comparitie van partijen worden gelast, waarbij partijen in persoon dienen te verschijnen.
2.2
Het gerecht geeft partijen, en in het bijzonder hun raadslieden, in overweging om voorafgaand aan de comparitie van partijen met elkaar in overleg te treden over een minnelijke regeling.
2.3
Indien een partij niet komt kan het gerecht daaraan het gevolg verbinden – ook in het nadeel van die partij – die het gerecht passend vindt.
2.4
Indien partijen voorafgaand aan de zittingsdatum geen minnelijke regeling bereiken, dient
[Gedaagde]ter zitting een gespecificeerde en zo mogelijk met stukken onderbouwde opgave te doen van alle kosten die zij heeft gemaakt ten behoeve van de woning dan wel de nalatenschap tot aan de zittingsdatum en die zij verwacht nog te zullen gaan maken tot aan de verdeling, een en ander voor zover zij wenst dat het gerecht met die kosten bij de verdeling rekening houdt.
2.5
De partij die zich bij de comparitie van partijen op schriftelijke (bewijs)stukken wil beroepen, dient die stukken op de derde (de voor-voorlaatste) werkdag voor de dag van de zitting in fotokopie aan zijn/haar wederpartij en aan het gerecht over te leggen.
2.6
De partij die is verhinderd om op de hierna te bepalen datum en tijdstip te verschijnen, dient binnen veertien dagen na het wijzen van dit vonnis per brief aan de rechter ten overstaan van wie zal worden gecompareerd onder opgave van redenen een verzoek om uitstel in te dienen. Bij het verzoek om uitstel dienen tevens de verhinderdata te worden opgegeven van alle partijen en hun gemachtigden gedurende de drie maanden na onderstaande dagbepaling. Indien niet binnen veertien dagen na het wijzen van dit vonnis om uitstel is verzocht, zal nog slechts uitstel worden verleend in geval van overmacht. In dat geval moet de partij die wegens overmacht is verhinderd te verschijnen, onmiddellijk na het intreden van die overmacht per brief aan ondergetekende rechter een verzoek om uitstel doen.
2.7
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.DE BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
3.1
beveelt een verschijning van partijen (comparitie), bijgestaan door hun gemachtigden, voor het geven van inlichtingen en om te bespreken of het geschil op een andere manier kan worden opgelost dan door voort te procederen, op de terechtzitting van mr. M. Schoemaker in het gerechtsgebouw aan de J.G. Emanstraat 51 te Oranjestad, Aruba op dinsdag 13 februari 2018 om 15.00 uur tot (circa) 16.00 uur.
3.2
bepaalt dat de partijen dan in persoon aanwezig moeten zijn,
3.3
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 17 januari 2018 in aanwezigheid van de griffier.