Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 2 juli 2018 uitspraak gedaan over het verzoek van een ambtenaar, die was ontslagen wegens het overtreden van de Vuurwapenverordening. De verzoeker, werkzaam bij de Dienst Openbare Werken, was op 18 januari 2018 veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien maanden, waarvan tien maanden voorwaardelijk, wegens verboden vuurwapenbezit. Het gerecht oordeelde dat de ernst van de overtreding en de strafrechtelijke veroordeling voldoende grond vormden voor het ontslag. De integriteit en betrouwbaarheid van ambtenaren zijn van groot belang, en het gerecht concludeerde dat de verzoeker met zijn handelen het vertrouwen in zijn ambt ernstig had geschaad. Het verzoek om een voorziening bij voorraad, dat inhield dat de ambtelijke bezoldiging doorbetaald zou worden en dat de verzoeker zijn werkzaamheden mocht hervatten, werd afgewezen. Het gerecht oordeelde dat de door verzoeker aangedragen gronden onvoldoende gewicht in de schaal legden om tot een ander oordeel te komen. De beslissing van het gerecht was definitief, en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.