ECLI:NL:OGEAA:2018:401
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van beschikking en niet-ontvankelijkheid bezwaar in bestuursrechtelijke procedure
Op 2 juli 2018 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Verzoekster, verblijvend in Aruba en vertegenwoordigd door mr. E. Duijneveld, had op 8 november 2017 een verzoek ingediend om verlenging van haar vergunning om tijdelijk in Aruba te verblijven en werkzaam te zijn. Dit verzoek werd op 16 maart 2018 door de minister van Infrastructuur, Ruimtelijke Ontwikkeling en Integratie, afgewezen. Hiertegen maakte verzoekster op 3 april 2018 bezwaar en vroeg op 25 mei 2018 het gerecht om een voorlopige voorziening.
De behandeling van het verzoek vond plaats op 18 juni 2018, waarbij de minister vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde mr. G. Maduro. Verzoekster verscheen echter niet op de zitting. Tijdens de zitting bleek dat de minister op 5 juni 2018 de bestreden beschikking van 16 maart 2018 had ingetrokken, waardoor deze beschikking niet meer bestond. De rechter concludeerde dat het bezwaar van verzoekster in de bodemprocedure niet-ontvankelijk verklaard moest worden vanwege het ontbreken van procesbelang. Hierdoor was er geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening, en werd het verzoek afgewezen.
De uitspraak werd gedaan door mr. A.J.H. van Suilen en vond plaats ter openbare terechtzitting op 2 juli 2018. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.