ECLI:NL:OGEAA:2018:399

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
2 juli 2018
Publicatiedatum
4 juli 2018
Zaaknummer
AUA201703352
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake inschrijving in bevolkingsregister

In deze zaak heeft appellante, die in Aruba woont, beroep ingesteld tegen een beslissing van het hoofd van de Dienst Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister. De zaak betreft de inschrijving van appellante in het bevolkingsregister. Appellante had eerder een verzoek ingediend om haar inschrijving te corrigeren, omdat zij ten onrechte uit het bevolkingsregister zou zijn uitgeschreven. De verweerder had dit verzoek afgewezen, wat leidde tot bezwaar en uiteindelijk tot beroep bij het gerecht.

Tijdens de zitting op 21 mei 2018 is gebleken dat appellante op 17 mei 2018 opnieuw in het bevolkingsregister is ingeschreven. Dit betekent dat aan haar verzoek is tegemoetgekomen. De rechter oordeelt dat het nu niet meer relevant is of appellante in het verleden ten onrechte is uitgeschreven, omdat zij inmiddels weer ingeschreven staat. Hierdoor heeft appellante geen belang meer bij het onderhavige beroep.

De rechter verklaart het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat de zaak niet verder in behandeling wordt genomen. De uitspraak werd gedaan door mr. W.J. Noordhuizen op 2 juli 2018, en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. De rechter heeft ook instructies gegeven voor het indienen van een hogerberoepschrift, inclusief het verschuldigde griffierecht van Afl. 75.

Uitspraak

Uitspraak van 2 juli 2018
AUA201703352
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[appellante],
wonend in Aruba,
APPELLANTE,
gemachtigde: de advocaat mr. M.H.J. Kock,
gericht tegen:
het hoofd van de Dienst Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister,
zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. J. Koolman (DBSB).

1.PROCESVERLOOP

Bij beschikking van 24 juli 2017 heeft verweerder afwijzend beslist op het verzoek van appellante om haar in te schrijven in het bevolkingsregister dan wel haar uitschrijving uit het bevolkingsregister te corrigeren.
Daartegen heeft appellante op 26 juli 2017 bezwaar gemaakt.
Bij beschikking van 17 november 2017 heeft verweerder appellante bericht dat de beschikking van 24 juli 2017 blijft gehandhaafd. Hiertegen heeft appellante op 6 december 2017 beroep bij het gerecht ingesteld.
Verweerder heeft op 22 februari 2018 een verweerschrift ingediend.
Het gerecht heeft de zaak ter zitting behandeld op 21 mei 2018, alwaar zijn verschenen appellante samen met haar gemachtigde voornoemd, en verweerder vertegenwoordigd door Koolman.
Uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Ingevolge artikel 1, eerste lid, van de Landsverordening op het aanleggen en bijhouden van het bevolkingsregister, worden de voorschriften omtrent het aanleggen, inrichten en bijhouden van bevolkingsregisters en het doen der daartoe vereiste opgaven aan hen, die met het aanhouden der bevolkingsregisters zijn belast, bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen vastgesteld.
Ingevolge artikel 22, eerste lid, van het krachtens voormelde bepaling vastgestelde Landsbesluit bevolkingsregister – voor zover hier van belang – geschiedt de inschrijving van hen die hun werkelijke woonplaats in Aruba vestigen, op vertoon van hun paspoort, reis- en verblijfpas of ander deugdelijk bewijsstuk.
Ingevolge artikel 28, eerste lid, van het krachtens voormelde bepaling vastgestelde Landsbesluit bevolkingsregister worden personen die hun werkelijke woonplaats binnen Aruba verlaten, om haar over te brengen naar de vreemde, op hun verklaring in het bevolkingsregister afgeschreven. Ingevolge het tweede lid van dit artikel worden personen die Aruba hebben verlaten en de verklaring, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, niet hebben afgelegd, ambtshalve in het bevolkingsregister doorgehaald, wanneer na ingesteld onderzoek gebleken is, dat zij minstens sedert een jaar uit Aruba zijn vertrokken. Ook indien na onderzoek uit feiten en omstandigheden is gebleken dat een persoon niet meer zijn/haar werkelijk hoofdverblijf in Aruba heeft, kan afschrijving plaatsvinden. Ingevolge het derde lid worden deze personen, wanneer zij later in Aruba terugkeren, indien blijkt, dat de afschrijving ten onrechte heeft plaats gehad, op hun blote verklaring opnieuw in het register ingeschreven.
2.2
Verweerder heeft met toepassing van artikel 28, eerste lid, van het krachtens voormelde bepaling vastgestelde Landsbesluit bevolkingsregister het verzoek van appellante om haar uitschrijving te corrigeren dan wel appellante wederom in te schrijven, afgewezen.
2.3
Appellante heeft verzocht om de uitschrijving te corrigeren, daar zij haar vaste woonplaats op Aruba heeft. Haar uitschrijving is in strijd met de wet, aldus appellante. Voorts heeft appellante aangevoerd dat de weigering om haar in te schrijven tot gevolg heeft dat zij geen Algemene Ouderdomsverzekering (AOV) opbouwt en dat zij ook niet meer verzekerd is onder de Algemene Ziektekosten Verzekering (AZV).
2.4
Uit het verhandelde ter zitting is gebleken dat appellante op 17 mei 2018 (wederom) in het bevolkingsregister is ingeschreven. Met de inschrijving van 17 mei 2018 is aan het verzoek van appellante tegemoetgekomen. Of appellante, zoals appellante stelt, in het verleden ten onrechte uit het bevolkingsregister is uitgeschreven, doet er nu er niet meer toe. Door verweerder is onweersproken gesteld dat appellante, als student, tijdens haar uitschrijving AOV is blijven opbouwen. Voorts is niet gebleken dat appellante kosten heeft gemaakt vanwege ziekte die door de AZV vergoed zouden moeten worden. Appellante heeft derhalve geen belang meer bij het onderhavige beroep. Het beroep zal dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze beslissing werd gegeven door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag 2 juli 2018 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij de griffie van het Gerecht dat deze uitspraak heeft gedaan:
Het Gerecht in eerste aanleg
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.