ECLI:NL:OGEAA:2018:396

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
27 juni 2018
Publicatiedatum
3 juli 2018
Zaaknummer
B.B. 1852 van 2017/AUA201702193
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval en aansprakelijkheid bij niet geldig rijbewijs

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, betreft het een verkeersongeval dat plaatsvond op 29 april 2008. De eigenaar van het motorrijtuig, [gedaagde], had de auto verzekerd bij Citizens Insurance, maar de bestuurder, [gedaagde in vrijwaring], beschikte niet over een geldig rijbewijs. Citizens vorderde betaling van schadevergoeding van [gedaagde] op basis van de uitsluitingsclausule in de polisvoorwaarden, die schade door een bestuurder zonder geldig rijbewijs uitsluit van dekking. Het gerecht oordeelde dat [gedaagde] terecht was aangesproken, omdat zij als polishouder verantwoordelijk was voor de schade die door het ongeval was veroorzaakt. De rechter concludeerde dat de uitsluitingsclausule van toepassing was en dat [gedaagde] niet kon aantonen dat zij niet op de hoogte was van het ontbreken van een geldig rijbewijs van de bestuurder. De vordering van Citizens werd toegewezen, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. In de zaak in vrijwaring werd [gedaagde in vrijwaring] veroordeeld tot betaling aan [gedaagde] van hetzelfde bedrag, omdat hij niet was verschenen en de vordering niet had weersproken. Het vonnis werd uitgesproken op 27 juni 2018.

Uitspraak

Vonnis van 27 juni 2018
Behorend bij B.B. 1852 van 2017/AUA201702193
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
CITIZENS INSURANCE (NETHERLANDS ANTILLES & ARUBA ASSURANCE COMPANY (NA&A) N.V.
te Aruba,
eiseres in de hoofdzaak,
hierna te noemen: Citizens,
gemachtigde: de advocaat mr. Z.N.J. Laclé,
tegen:
[GEDAAGDE],
te Aruba,
gedaagde in de hoofdzaak,
hierna te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon,
en in de zaak van:
[eiseres in vrijwaring],
eiseres in vrijwaring,
procederend in persoon,
tegen:
[gedaagde in vrijwaring],
te Aruba,
gedaagde in vrijwaring,
hierna te noemen: [gedaagde in vrijwaring],
niet verschenen.
1. DE PROCEDURE IN DE HOOFDZAAK EN IN DE ZAAK IN VRIJWARING
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis in het incident tot vrijwaring van 21 februari 2018;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de rolzitting op 21 maart 2018;
- het vonnis in de hoofdzaak van 11 april 2018;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de comparitie van partijen in de hoofdzaak op 15 mei 2018.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis in de hoofdzaak en in de zaak in vrijwaring.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN IN DE HOOFDZAAK EN IN DE ZAAK IN VRIJWARING

2.1
Op 29 april 2008 heeft een verkeersongeval plaatsgevonden, waarbij de auto met nummerplaat [kentekennummer] was betrokken. Bestuurder van deze auto was [gedaagde in vrijwaring], de toenmalige echtgenoot van [gedaagde]. [gedaagde in vrijwaring] beschikte op dat moment niet over een geldig in Aruba uitgegeven rijbewijs. Ten tijde van het ongeval was de auto op naam van [gedaagde] verzekerd bij Citizens. Door het ongeval is schade veroorzaakt aan de auto van een derde. Deze schade is door Citizens aan die persoon vergoed.
2.2
In artikel 12 van de polisvoorwaarden van voormelde verzekering wordt schade die is veroorzaakt door een bestuurder die niet in het bezit is van een geldig rijbewijs uitgesloten van verzekeringsdekking. Verder is in de polisvoorwaarden bepaald:
“The exclusions mentioned above sub 6. 7. 12 and 13 shall not apply to the “Named Insured” who shows that the circumstances referred to therein have occured without his knowledge and against his will, and that he incurs no blame whatsoever in respect of such circumstances.”

3.HET VERZOEK EN HET VERWEER IN DE HOOFDZAAK

3.1
Citizens vordert om – uitvoerbaar bij voorraad – [gedaagde] te bevelen tot betaling van Afl. 5.964,69, vermeerderd met rente en kosten.
3.2
Aan deze vordering legt Citizens het hiervoor onder 2 weergegeven feitencomplex ten grondslag.
3.3 [
gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Zij heeft onder meer aangevoerd dat zij niet wist dat [gedaagde in vrijwaring] niet over een geldig rijbewijs beschikte.

4.DE BEOORDELING IN DE HOOFDZAAK

4.1
Desgevraagd heeft Citizens ter zitting te kennen gegeven dat zij [gedaagde] heeft aangesproken tot vergoeding van de schade, omdat zij de polishouder is. [gedaagde] is dan ook haar contractspartij, aldus Citizens. Verder heeft Citizens ter zitting toegelicht dat en waarom [gedaagde] volgens haar geen beroep toekomt op de uitzondering op de uitsluitingsclausule uit artikel 12 van de polisvoorwaarden. [gedaagde] wist dan wel behoorde te weten dat [gedaagde in vrijwaring] niet over een geldig rijbewijs beschikte, aldus Citizens.
4.2 [
gedaagde] heeft het volgende aangevoerd. De auto was van [gedaagde in vrijwaring]. Toch heeft zij de auto op haar naam verzekerd. Dat heeft zij gedaan, omdat [gedaagde in vrijwaring] niet over een geldig rijbewijs beschikte en daarom geen autoverzekering kon afsluiten. [gedaagde in vrijwaring] had een Venezolaans rijbewijs en zou dit laten omzetten in een geldig rijbewijs. [gedaagde in vrijwaring] heeft haar vervolgens verzekerd dat alles in orde was. Dat heeft ze van hem aangenomen. Ze heeft hem er verder niet naar gevraagd, ook niet om haar een Arubaans rijbewijs te tonen.
4.3
Het gerecht is van oordeel dat Citizens [gedaagde] terecht heeft aangesproken voor vergoeding van de door het ongeval aan de auto van een derde veroorzaakte schade. [gedaagde] is polishouder van de desbetreffende verzekering. Omdat de auto ten tijde van het ongeval bestuurd werd door een bestuurder die niet over een geldig rijbewijs beschikte, is de daarbij veroorzaakte schade ingevolge artikel 12 van de polisvoorwaarden uitgesloten van verzekeringsdekking. Dat betekent dat de schade die Citizens aan de derde vergoed heeft, op [gedaagde] kan worden verhaald. Daarbij neemt het gerecht in aanmerking dat de uitzondering op de uitsluitingsclausule uit artikel 12 van de polisvoorwaarden in dit geval niet van toepassing is. [gedaagde] heeft welbewust een risico genomen door de auto van [gedaagde in vrijwaring] op haar naam te verzekeren, terwijl ze wist dat hij niet over een geldig rijbewijs beschikte. Daarom al kan niet worden gezegd dat [gedaagde in vrijwaring] zonder dat [gedaagde] het wist en tegen haar wil zonder geldig rijbewijs in de op haar naam verzekerde auto rond reed.
4.4
Onder deze omstandigheden is de vordering toewijsbaar.
4.5
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen, nu voldoende gesteld en gebleken is dat deze daadwerkelijk en in redelijkheid zijn gemaakt.
4.6 [
gedaagde] wordt op na te melden wijze in de proceskosten veroordeeld.

5.HET VERZOEK EN DE BEOORDELING IN DE ZAAK IN VRIJWARING

5.1 [
gedaagde] heeft het gerecht verzocht om [gedaagde in vrijwaring] te veroordelen in al hetgeen waartoe zij jegens Citizens veroordeeld zal worden. [gedaagde] grondt het verzoek erop dat het ongeval niet door haar is veroorzaakt, maar door [gedaagde in vrijwaring]. [gedaagde] was er niet van op de hoogte dat [gedaagde in vrijwaring] ten tijde van het ongeval nog steeds niet over een geldig rijbewijs beschikte. Verder heeft hij haar te kennen gegeven dat hij de door het ongeval veroorzaakte schade voor zijn rekening zou nemen. Dat heeft hij nog altijd niet gedaan, aldus [gedaagde].
5.2 [
gedaagde in vrijwaring] is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Hij heeft dan ook niet van antwoord gediend op de vordering van [gedaagde].
5.3
De vordering van [gedaagde] is, nu deze niet door [gedaagde in vrijwaring] is weersproken en het gerecht niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, toewijsbaar.
5.4
Als de in het ongelijk te stellen partij zal [gedaagde in vrijwaring] de proceskosten in de hoofdzaak en in de zaak in vrijwaring van [gedaagde] moeten vergoeden. Daartoe wordt hij op na te melden wijze in de proceskosten veroordeeld.

6.DE UITSPRAAK:

De rechter in dit gerecht:
in de hoofdzaak
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Citizens van een bedrag van Afl. 5.964,69, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 juni 2009 tot de dag waarop volledig zal zijn betaald;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Citizens van een bedrag van Afl. 750,- wegens buitengerechtelijke incassokosten;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Citizens worden begroot op Afl. 100,- aan griffierecht, Afl. 188,37 aan explootkosten en Afl. 1.000,- aan salaris van de gemachtigde (2 punten in tarief 3);
in de zaak in vrijwaring
veroordeelt [gedaagde in vrijwaring] tot betaling aan [gedaagde] van een bedrag van Afl. 5.964,69, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 juni 2009 tot de dag waarop volledig zal zijn betaald, vermeerderd met de buitengerechtelijke incassokosten van Afl. 750,-;
veroordeelt [gedaagde in vrijwaring] in de kosten van de procedure in de hoofdzaak, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [gedaagde] worden begroot op Afl. 100,- aan griffierecht, Afl. 188,37 aan explootkosten en Afl. 1.000,- aan salaris van de gemachtigde (2 punten in tarief 3);
veroordeelt [gedaagde in vrijwaring] in de kosten van de procedure in de zaak in vrijwaring, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [gedaagde] worden begroot op Afl. 214,24 aan explootkosten;
in de hoofdzaak en in de zaak in vrijwaring
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E.B. de Haseth, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 27 juni 2018 in aanwezigheid van de griffier.