Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
recovery agreementhebben partijen onder meer als volgt te kennen gegeven:
“1. Debtor acknowledges fault and responsibility for the traffic accident/collision occurred (…)
3.DE VORDERING EN HET VERWEER
recovery agreement,gelet op het daarin bepaalde, op het moment van het op schrift stellen van die overeenkomst opeisbaar is geworden, zodat deze vordering na verloop van vijf jaren, te weten in september 2015, is verjaard.
4.DE BEOORDELING
recovery agreementdoor [gedaagde] is ondertekend, overweegt het gerecht verder als volgt.
recovery agreementheeft, gelet op de bewoordingen daarvan, zoals weergegeven onder 2.2, te gelden als een erkenning van het recht van New India. Dat betekent dat de verjaring daarmee is gestuit (artikel 3:318 BW) en dat een nieuwe verjaringstermijn is gaan lopen, aanvangend op 16 februari 2008 en eindigend op 16 februari 2013. Gedurende deze periode heeft geen andere stuitingshandeling plaatsgevonden. Indien de brief van 20 september 2008 al als zodanig kan worden aangemerkt (artikel 3:317, eerste lid, BW), is ook de daarmee aangevangen verjaringstermijn verstreken, zonder dat binnen die termijn een stuitingshandeling heeft plaatsgevonden (artikel 3:319 BW). Vervolgens rest de vraag of [gedaagde] met het stuk van 10 maart 2014 opnieuw de vordering van New India heeft erkend. Deze vraag wordt ontkennend beantwoord, omdat niet vast is komen te staan, dat [gedaagde] dit stuk heeft ondertekend. Van zijn zijde is gesteld dat het stuk door de receptioniste van het kantoor van zijn toenmalige gemachtigde in ontvangst is genomen en ondertekend, hetgeen door New India niet is betwist.