ECLI:NL:OGEAA:2018:393
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling en bevoegdheid van de Raad van Toezicht in begrotingsprocedures
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de naamloze vennootschap ADVOCATENPRAKTIJK […] N.V. (hierna: eiseres) een vordering ingesteld tegen [gedaagde] tot betaling van Afl. 11.366, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De eiseres heeft [gedaagde] bijgestaan in eerdere juridische procedures en heeft declaraties ingediend die door de Raad van Toezicht zijn begroot. De zaak is behandeld in een enkelvoudige procedure, waarbij de gedaagde inmiddels is overleden, wat de voortgang van de procedure heeft beïnvloed.
De eiseres baseert haar vordering op toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de betalingsverplichting uit de opdrachtovereenkomst. De gedaagde heeft verweer gevoerd, waarbij hij aanvoert dat de declaraties al zijn begroot door de Raad van Toezicht, en dat de burgerlijke rechter daarom onbevoegd is om over deze kosten te oordelen. De rechter heeft vastgesteld dat op grond van artikel 40 van de Advocatenlandsverordening 1959 de Raad van Toezicht bevoegd is om begrotingen te verstrekken, en dat de eiseres geen belang heeft bij toewijzing van de vordering voor zover deze betrekking heeft op het honorarium.
De rechter heeft geoordeeld dat de vordering deels moet worden afgewezen en dat de burgerlijke rechter onbevoegd is om te oordelen over de gevorderde buitengerechtelijke kosten en (wettelijke) rente. Eiseres is veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die zijn begroot op Afl. 2.000. Dit vonnis is uitgesproken op 27 juni 2018 door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, tijdens een openbare terechtzitting.