ECLI:NL:OGEAA:2018:393

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
27 juni 2018
Publicatiedatum
3 juli 2018
Zaaknummer
A.R. 1080 van 2017 / AUA201700925
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling en bevoegdheid van de Raad van Toezicht in begrotingsprocedures

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de naamloze vennootschap ADVOCATENPRAKTIJK […] N.V. (hierna: eiseres) een vordering ingesteld tegen [gedaagde] tot betaling van Afl. 11.366, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De eiseres heeft [gedaagde] bijgestaan in eerdere juridische procedures en heeft declaraties ingediend die door de Raad van Toezicht zijn begroot. De zaak is behandeld in een enkelvoudige procedure, waarbij de gedaagde inmiddels is overleden, wat de voortgang van de procedure heeft beïnvloed.

De eiseres baseert haar vordering op toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de betalingsverplichting uit de opdrachtovereenkomst. De gedaagde heeft verweer gevoerd, waarbij hij aanvoert dat de declaraties al zijn begroot door de Raad van Toezicht, en dat de burgerlijke rechter daarom onbevoegd is om over deze kosten te oordelen. De rechter heeft vastgesteld dat op grond van artikel 40 van de Advocatenlandsverordening 1959 de Raad van Toezicht bevoegd is om begrotingen te verstrekken, en dat de eiseres geen belang heeft bij toewijzing van de vordering voor zover deze betrekking heeft op het honorarium.

De rechter heeft geoordeeld dat de vordering deels moet worden afgewezen en dat de burgerlijke rechter onbevoegd is om te oordelen over de gevorderde buitengerechtelijke kosten en (wettelijke) rente. Eiseres is veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die zijn begroot op Afl. 2.000. Dit vonnis is uitgesproken op 27 juni 2018 door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, tijdens een openbare terechtzitting.

Uitspraak

Vonnis van 27 juni 2018
Behorend bij A.R. 1080 van 2017 / AUA201700925
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ADVOCATENPRAKTIJK […] N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: [eiseres],
gemachtigde: de advocaat mr. Ch. Lejuez,
tegen:
[gedaagde],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Illes.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- de akte uitlating producties.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis. [gedaagde] is inmiddels overleden. Daarvan is het gerecht formeel pas in kennis gesteld nadat deze zaak in staat van wijzen is gekomen zodat de procedure niet kan worden geschorst.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
[eiseres] heeft [gedaagde] bijgestaan in een aantal juridische procedures en juridische diensten aan hem verleend.
2.2
Bij uitspraak van 10 juli 2014 (RvT 733/2012 en 1270/2012) heeft de Raad van Toezicht declaraties van [eiseres] begroot. Het daartegen door [gedaagde] ingesteld beroep werd ongegrond bevonden.
2.3
Sindsdien heeft [gedaagde] een deel van het openstaande bedrag betaald.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
[eiseres] vordert – uitvoerbaar bij voorraad – veroordeling van [gedaagde] tot betaling van Afl. 11.366,, te vermeerderen met de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, waaronder explootkosten, met veroordeling van [gedaagde] tot vergoeding van de proceskosten.
3.2 [
[eiseres] grondt de vordering op toerekenbare tekortkoming door [gedaagde] in de nakoming van de uit de opdrachtovereenkomst voortvloeiende betalingsverplichting.
3.3 [
[gedaagde] voert hiertegen verweer.

4.DE BEOORDELING

4.1 [
[gedaagde] wijst erop dat de declaraties waarvan [eiseres] in dit geding betaling vordert al zijn begroot door de Raad van Toezicht. Dat wordt niet weersproken.
4.2
Op grond van artikel 40 van de Advocatenlandsverordening 1959 zoals gewijzigd bij P.B. 1985 no. 118 verstrekt de Raad van Toezicht in begrotingsprocedures een bevelschrift. Dat is voor executie vatbaar. [eiseres] heeft dan ook geen belang bij toewijzing van de vordering voor zover dit het honorarium betreft.
4.3
Het is vaste rechtspraak van de Raad van Toezicht dat desgevraagd ook buitengerechtelijke kosten en (wettelijke of overeengekomen) rente worden begroot. In zoverre [eiseres] die bedragen niet heeft doen begroten is de burgerlijke rechter onbevoegd. Op grond van artikel 34 van de Advocatenlandsverordening 1959 is immers de Raad van Toezicht (exclusief) bevoegd om ook die kosten te begroten.
4.4
De vordering moet dus deels worden afgewezen en voor het overige is de burgerlijke rechter onbevoegd.
4.5
Als de in het ongelijk te stellen partij zal [eiseres] worden veroordeeld de proceskosten van [gedaagde] te vergoeden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
verklaart zich onbevoegd om te oordelen over de gevorderde buitengerechtelijke kosten en (wettelijke) rente;
wijst het gevorderde voor het overige af;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [gedaagde] worden begroot op Afl. 2.000, aan salaris van de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 27 juni 2018 in aanwezigheid van de griffier.