ECLI:NL:OGEAA:2018:387

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
29 juni 2018
Publicatiedatum
2 juli 2018
Zaaknummer
AUA201801458
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om rectificatie en spreekverbod in verband met beschuldigingen van corruptie door gedaagde tegen Land Aruba

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, heeft Land Aruba een kort geding aangespannen tegen [Gedaagde] met als doel rectificatie van uitlatingen en een spreekverbod. De vordering is gebaseerd op beschuldigingen van corruptie die [Gedaagde] heeft geuit met betrekking tot een aanbesteding voor de sanering van de openbare vuilstortplaats Parkietenbos. Land Aruba stelt dat deze uitlatingen onrechtmatig zijn en ernstige gevolgen hebben voor de aanbesteding. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 juni 2018 is het standpunt van beide partijen toegelicht. Land Aruba heeft betoogd dat de uitlatingen van [Gedaagde] de aanbesteding in een slecht daglicht stellen en dat dit hen hindert in een eerlijke procedure.

[Gedaagde] heeft echter verweer gevoerd en gesteld dat zijn uitlatingen zijn gebaseerd op persoonlijke meningen en dat hij recht heeft op vrijheid van meningsuiting. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de uitlatingen van [Gedaagde] niet als feitelijke beschuldigingen zijn gepresenteerd, maar als meningen. De rechter heeft geconcludeerd dat Land Aruba onvoldoende heeft aangetoond dat de uitlatingen van [Gedaagde] hen zodanig hinderen dat rectificatie en een spreekverbod gerechtvaardigd zijn. De vordering van Land Aruba is daarom afgewezen, en zij zijn veroordeeld in de proceskosten van [Gedaagde].

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 29 juni 2018
Behorend bij AUA201801458
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
de publiekrechtelijke rechtspersoon
LAND ARUBA,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Land Aruba,
gemachtigde: de advocaat mr. M.A. Kock,
tegen:
[Gedaagde],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [Gedaagde],
gemachtigde: de heer [Gemachtigde],
DE PROCEDURE
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de pleitnota van Land Aruba;
- de pleitnota van [Gedaagde];
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 15 juni 2018.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Land Aruba is doende met de voorbereiding van de aanbesteding van de sanering van de openbare vuilstortplaats Parkietenbos en de verandering van de wijze van afvalverwerking (van ‘solid waste management’ naar ‘sustainable and sanitary waste management’). In dat verband heeft Land Aruba op 8 februari 2018 een request for information (RFI) gepubliceerd. De voor de afvalverwerking verantwoordelijke minister is de heer [Minister van Infrastructuur en Milieu] (verder: [Ministervan Infrastructuur en Milieu]).
2.2 [
[Gedaagde] heeft zich publiekelijk uitgelaten over deze (voorgenomen) aanbesteding en daarbij – kort gezegd – te kennen gegeven dat sprake is van “corruptie”.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Land Aruba vordert – sterk samengevat – rectificatie van uitlatingen van [Gedaagde] en een spreekverbod, met veroordeling van [Gedaagde] tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Land Aruba grondt de vordering erop dat [Gedaagde] onrechtmatig handelt jegens Land Aruba en dat ernstige gevolgen heeft voor de aanbesteding.
3.3 [
[Gedaagde] voert hiertegen verweer.

4.DE BEOORDELING

4.1
Land Aruba stoelt de vorderingen erop dat [Gedaagde] tijdens een interview zou hebben gezegd:
Ora ba tende di St. Maarten connection y bo bay tik in St. Maarten connection, bo ta pensa riba e connection di droga, bo ta pensa riba e connection di e casinonan cu a duna placa na politiconan di Corsou … e Cayman connection ta e connection unda cu minister [Minister van Infrastructuur en Milieu] ta move den dje hunto cu esnan cu ta yama Deko.[Gedaagde] geeft, aldus nog steeds Land Aruba, te kennen dat er sprake is van “
corruption cu e projecto di dump”en dat
“e caso di dump, pa pueblo sa, e caso di Cayman ta gefixed caba”.
4.2
Tijdens een tweede interview zou [Gedaagde] volgens Land Aruba hebben gezegd:
Y nos a adverti y nos ta adverti cu den e negoshi, den e projecto di dump tin diferente cosnan cu ta robes, y nos ta señale como un waarschuwing. Nos kier mustra dede, e mesun waarschuwing cu nan kier haci of pretende cu tin, nos si kier mustra cu nos kier mustra prome cu e pasa. Paso ya nos sa e uitkomst, e uitkomst ta corrupto. E uitkomst tin corruption. (…) Den e dianan aki, nan mester bay saca nomber, pero mi por bisa bo awe caba cu ken a gana y ken ta bay haya projecto. Pasobra e projecto manera cu e carta ta bisa, mi ta ripiti, [Gedaagde] ta bisa, e ta fixed caba.
4.3
Ten slotte zou [Gedaagde] tijdens een derde interview hebben gezegd:
bisa pueblo si ta berdad cu Deko ya a gana e bidding caba … y ken ta Deko … [X], Ecotech, Ecogas, abo minister y bo grupito, eseynan ta esnan cu ta gana e Proyecto di dump. E minister [Minister van Infrastructuur en Milieu] no ta hasi nada sin cu e tin su man den dje i sin hanja plaka bou mesa – ta [Gedaagde] ta papia.
4.4
In een e-mail van 19 september 2018 heeft een – in dit geding voorshands onbekende – aan Land Aruba geschreven:
Dear Sirs,It had been brought to our attention, by our Aruban partners, that the complete Project of “Sustainable Waste Management solution”, carried out by the Government of Aruba, is in a very negative light at this moment, as there is strong allegations that this Project is already fixed for a well-known local group.As a participating Company in this process, we urgently request your attention and clarity on this matter.
4.5
De vordering van Land Aruba is erop gebaseerd dat [Gedaagde] door zijn ongefundeerde beschuldigingen het project dat moet worden aanbesteed in een slecht daglicht zet.
4.6
Het enkele feit dat [Gedaagde] door zijn uitlatingen het project in een slecht daglicht plaatst is geen reden om hem te beperken in de uitoefening van zijn recht op vrijheid van meningsuiting. Daarbij neemt de voorzieningenrechter in overweging dat, anders dan Land Aruba meent, geen sprake is van gepresenteerde feiten maar van een mening die [Gedaagde] persoonlijk koestert. Daarbij gebruikt hij meermaals het woord “corruptie” maar duidelijk is dat dat zijn persoonlijke conclusie is, geen als objectief feit gepresenteerde stelling. De term “corruptie” wordt overigens in Aruba zodanig vaak gebezigd, ook door politici, dat inmiddels sprake is van betekenisinflatie in die zin dat het woord verworden is tot een containerbegrip voor alles wat in de ogen van de gebruiker daarvan om uiteenlopende redenen niet kan kloppen. In dit geval spreekt [Gedaagde] de, in zijn ogen gerechtvaardigde, verwachting uit dat de openbare aanbesteding niet eerlijk zal verlopen en nu al bekend is aan wie het werk zal worden aanbesteed. Dat staat hem vrij, ook al is daarvoor de bewijsvoering naar objectieve maatstaven moeilijk te volgen, uiterst mager en in wezen speculatief.
4.7
Dat Land Aruba door de uitlatingen van [Gedaagde] zodanig gehinderd wordt dat van een behoorlijke aanbesteding niet meer kan worden gesproken en [Gedaagde] daarom ernstig in zijn meningsvrijheid moet worden beknot door rectificatie en een verbod zich in de toekomst over de aanbesteding uit te laten, is onvoldoende aangetoond. Uit de overgelegde e-mail blijkt dat niet. Het moet voor Land Aruba bovendien gemakkelijk zijn om publiekelijk en/of aan de afzender van de e-mail duidelijk te maken dat en waarom de aanbesteding conform de regels zal verlopen en de uitkomst – kort gezegd – geen gelopen race is.
Dat de uitlatingen mogelijk jegens minister [Minister van Infrastructuur en Milieu] onrechtmatig zijn blijft in dit geding buiten beschouwing. Niet gebleken is dat minister [Minister van Infrastructuur en Milieu] daar zelf niet tegen kan optreden en/of in zijn werkzaamheden als minister door de uitlatingen van [Gedaagde] zodanig gehinderd wordt dat Land Aruba daardoor geschaad wordt.
4.8
De vordering stuit daarop af. Als de in het ongelijk te stellen partij zal Land Aruba de proceskosten van [Gedaagde] moeten vergoeden. Omdat [Gedaagde] geen professionele procesvertegenwoordiging had zullen die op nihil worden begroot.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt Land Aruba in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [Gedaagde] worden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van vrijdag 29 juni 2018 in aanwezigheid van de griffier.