ECLI:NL:OGEAA:2018:385

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
26 juni 2018
Publicatiedatum
2 juli 2018
Zaaknummer
E.J. 2769 van 2017 (AUA201703445)
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeschikking inzake arbeidsovereenkomst en bewijslevering

In deze zaak, geregistreerd onder E.J. 2769 van 2017, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 26 juni 2018 een tussenbeschikking gegeven in een arbeidsconflict tussen verzoeker, een voormalige werknemer van de naamloze vennootschap Safety and Response Security Services N.V. (SRSS), en zijn werkgever. Verzoeker, die van 6 december 2015 tot en met 30 juni 2017 bij SRSS in dienst was als bewaker, heeft een verzoek ingediend waarin hij stelt dat hij niet volledig is ingezet en slechts betaald kreeg voor de uren dat hij door SRSS werd opgeroepen. Hij claimt ook dat hij regelmatig te veel op zondagen heeft gewerkt zonder de bijbehorende compensatie te ontvangen, en dat hij door de te geringe inroostering de compensatietoeslag heeft misgelopen.

SRSS heeft als verweer aangevoerd dat verzoeker niet volledig inzetbaar was omdat hij geen nachtdiensten wilde draaien. Dit zou hebben geleid tot een afspraak dat verzoeker geen volledig dienstverband zou hebben. SRSS heeft zich beroepen op een application form dat door verzoeker is ingeleverd, waaruit zou blijken dat hij geen nachtdiensten wilde draaien. Op basis hiervan heeft SRSS verzoeker slechts een overeenkomst voor beperkte omvang aangeboden, die niet schriftelijk is vastgelegd.

Het Gerecht heeft SRSS toegelaten tot het bewijs van haar stelling dat er een afwijkende afspraak is gemaakt over de arbeidsovereenkomst. De zaak is verwezen naar de rolzitting van 21 augustus 2018 voor een akte uitlating bewijs aan de zijde van SRSS, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden. Deze beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 26 juni 2018
Behorend bij E.J. 2769 van 2017 (AUA201703445)
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna te noemen: [verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. P.G. Dowers-Alders
tegen:
de naamloze vennootschap
SAFETY AND RESPONSE SECURITY SERVICES N.V.,
te Aruba, ,
VERWEERDER, hierna te noemen: SRSS,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de aantekeningen en producties van de mondelinge behandeling op 13 maart 2018;
- het verzoek van [verzoeker] om een beschikking te wijzen.

2.HET VERZOEK EN DE BEOORDELING

2.1. [
verzoeker] is van 6 december 2015 tot en met 30 juni 2017 bij SRSS in dienst geweest als bewaker. Er is een uurloon van Afl. 9,00 afgesproken. [verzoeker] stelt in zijn verzoek dat hij door SRSS niet volledig is ingezet en ook slechts betaald kreeg voor de uren dat SRSS hem opriep en dat hij regelmatig teveel op zondagen heeft moeten werken zonder, naar het Gerecht begrijpt, de daarbij behorende compensatie te hebben ontvangen. Ook is hij door de te geringe inroostering de compensatietoeslag misgelopen.
2.2
SRSS heeft als belangrijkste verweer gevoerd dat [verzoeker] niet volledig inzetbaar was, omdat hij geen nachtdiensten wilde draaien. Daardoor is met [verzoeker] afgesproken dat hij geen volledig dienstverband zou hebben.
2.3
SRSS heeft zich ter onderbouwing van haar verweer beroepen op een application form dat door [verzoeker] bij haar is ingeleverd en waaruit is af te leiden dat [verzoeker] geen nachtdiensten wilde draaien. Op basis daarvan heeft zij [verzoeker] slechts een overeenkomst voor beperkte omvang gegeven. Die is niet op schrift gesteld.
2.4
SRSS zal van haar stelling dat zij met [verzoeker], tegen hetgeen hier te lande gebruikelijk is, te weten het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur en voor een volledige werkweek, is overeengekomen dat zij hem slechts gedeeltelijk zou inzetten en slechts zou betalen voor de uren dat hij werkte, worden toegelaten tot het bewijs.
2.5
De zaak wordt naar de rol verwezen voor een akte zodat SRSS zich kan uitlaten over de vraag hoe zij bewijs wil leveren.
2.6
Verdere beslissingen worden aangehouden.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
verwijst de zaak naar de rolzitting van 21 augustus 2018 voor een akte uitlating bewijs aan de zijde van SRSS;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Sap, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting op 26 juni 2018 in aanwezigheid van de griffier.