ECLI:NL:OGEAA:2018:371

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
18 juni 2018
Publicatiedatum
25 juni 2018
Zaaknummer
AUA201703323
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen mededeling van de Gouverneur van Aruba inzake ambtenarenrecht

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 18 juni 2018 uitspraak gedaan over een bezwaar van klaagster tegen een mededeling van de Gouverneur van Aruba. Klaagster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. R.P. Lee, had bezwaar gemaakt tegen een brief van de Gouverneur waarin werd medegedeeld dat eerdere landsbesluiten werden ingetrokken en dat haar overplaatsing opnieuw zou worden vastgelegd. Klaagster stelde dat zij de bestreden beschikking op 30 oktober 2017 had ontvangen en dat haar bezwaarschrift tijdig was ingediend. Het gerecht oordeelde echter dat de mededeling van de Gouverneur niet kon worden aangemerkt als een voor bezwaar vatbare beslissing, zoals bedoeld in artikel 35 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La). Het gerecht concludeerde dat het bezwaar van klaagster niet-ontvankelijk was, omdat de mededeling slechts een reactie was op een eerder ingediend bezwaarschrift en geen nieuwe beslissing inhield. De rechter verklaarde het bezwaar van klaagster niet-ontvankelijk en gaf aan dat er geen grond was voor een proceskostenveroordeling. Beide partijen hebben de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken binnen dertig dagen na de uitspraak.

Uitspraak

Uitspraak van 18 juni 2018
AUA201703323
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het bezwaar van:
[klaagster],
KLAAGSTER,
gemachtigde: mr. R.P. Lee,
tegen:
de Gouverneur van Aruba,
zetelende in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. M.P. Jansen (DWJZ).

1.PROCESVERLOOP

Bij brief van verweerder van 12 september 2017 is aan klaagster medegedeeld dat de landsbesluiten van 17 november 2011 en 30 november 2016 worden ingetrokken, dat klaagsters overplaatsing opnieuw wordt vastgelegd, en dat het besluit van 22 december 2016, waarbij het verzoek van klaagster om bevordering is afgewezen, gehandhaafd blijft.
Hiertegen heeft klaagster op 29 november 2017 bezwaar gemaakt bij het gerecht.
De behandeling van het bezwaar heeft plaatsgevonden ter zitting van 7 mei 2018, alwaar zijn verschenen klaagster, bijgestaan door haar gemachtigde voornoemd, en verweerder bij zijn gemachtigde voornoemd.
Uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

De ontvankelijkheid

2.1
Ingevolge artikel 41, eerste lid, van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (hierna: La), dient het bezwaarschrift te worden ingediend binnen dertig dagen te rekenen vanaf de dag waarop de aangevallen beschikking is uitgesproken. Het derde lid van voornoemd artikel van de La bepaalt dat, indien het bezwaar na de daarvoor bepaalde termijn is ingediend, de indiener niet op grond daarvan niet-ontvankelijk wordt verklaard, indien hij ten genoegen van de rechter aantoont het bezwaar te hebben ingebracht binnen dertig dagen na de dag waarop hij van de aangevallen beschikking kennis heeft kunnen dragen.
2.2
Klaagster heeft onweersproken gesteld dat zij de bestreden beschikking op 30 oktober 2017 heeft ontvangen, zodat het gerecht ervan uitgaat dat zij haar bezwaarschrift heeft ingediend binnen dertig dagen na de dag waarop zij de bestreden beschikking heeft ontvangen.
Inhoudelijk
2.3
Bij brief van 12 september 2017 heeft verweerder klaagster - kort samengevat - bericht dat bij controle van de landsbesluiten van 17 november 2011 no. 19 en van 30 november 2016 no. 24 een fout is geconstateerd met betrekking tot waardering van klaagsters functie, dat deze schaal 4 dient te zijn en dat naar aanleiding hiervan deze landsbesluiten ingetrokken worden. Voorts is aan klaagster bericht dat haar overplaatsing opnieuw zal worden vastgelegd en dat zij haar landsbesluit binnenkort zal ontvangen. Tevens is aan klaagster bericht dat de beschikking van 22 december 2016 blijft gehandhaafd.
2.4
In artikel 35, eerste lid, van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La) is kort gezegd bepaald dat een bezwaarschrift kan worden ingediend tegen beschikkingen, handelingen of weigeringen (om te beschikken of te handelen), die ten aanzien van een ambtenaar zijn genomen, verricht of uitgesproken.
2.5
Naar het oordeel van het gerecht kan de mededeling van verweerder aan klaagster van 12 september 2017 niet worden aangemerkt als een voor bezwaar vatbare beslissing of handeling, als bedoeld in artikel 35, eerste lid van de La, maar gaat het hier om een mededeling naar aanleiding van het door klaagster, tegen de beschikking van 22 december 2016 bij het gerecht, ingediende bezwaarschrift en de door verweerder, in de landsbesluiten van 17 november 2011 en 30 november 2016, geconstateerde fout. Tegen de brief van 12 september 2017 staat derhalve geen bezwaar bij de ambtenarenrechter open. Het bezwaar van klaagster zal dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard.
2.6
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen grond.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het bezwaar van klaagster niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gegeven door mr. A.J.H. van Suilen, rechter in ambtenarenzaken te Aruba en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 18 juni 2018, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: Binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: Binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.