ECLI:NL:OGEAA:2018:369
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake teruggave griffierecht na afwijzing vergunning tijdelijk verblijf
In deze zaak heeft de appellant, verblijvend in Aruba, beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn verzoek om een vergunning tot tijdelijk verblijf door de minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Integratie. De afwijzing vond plaats op 23 juni 2017, waarna de appellant op 29 juni 2017 bezwaar heeft gemaakt. Het uitblijven van een beslissing op dit bezwaar leidde tot het indienen van een beroep op 27 oktober 2017. Op 1 februari 2018 heeft de verweerder echter besloten op het bezwaar, en is aan de appellant een vergunning verleend, mits de leges betaald werden. Tijdens de rolzitting op 7 mei 2018 heeft de appellant aangegeven het beroep enkel te willen handhaven om in aanmerking te komen voor teruggave van het betaalde griffierecht.
De rechter heeft geoordeeld dat er onder deze omstandigheden geen belang meer bestaat bij het beoordelen van het uitblijven van een beschikking op het bezwaar, waardoor het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De rechter heeft tevens gelast dat het betaalde griffierecht aan de appellant wordt teruggegeven. De uitspraak werd gedaan door mr. W.J. Noordhuizen op 18 juni 2018, en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.