In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een verzoek tot wijziging van een eerdere beschikking betreffende partneralimentatie. De man, die in 1973 door het gerecht was veroordeeld tot betaling van Afl. 400,- per maand aan de vrouw, heeft verzocht om deze alimentatie te verlagen naar nihil, omdat hij stelt onvoldoende draagkracht te hebben. De vrouw, die niet verschenen was op de zitting, heeft in haar verweerschrift aangegeven dat zij nog steeds behoefte heeft aan het vastgestelde bedrag en dat de man in staat is om dit te betalen.
De rechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder het inkomen van de man van Afl. 4.252,- per maand en zijn noodzakelijke uitgaven. De man heeft een bedrag van Afl. 1.400,- per maand nodig voor zijn eigen levensonderhoud, en na aftrek van zijn vaste lasten blijft er een bedrag van ongeveer Afl. 1.213,- over. De rechter concludeert dat de man, ondanks zijn argumenten, nog steeds in staat is om de alimentatie van Afl. 400,- per maand te betalen. Daarom wordt het verzoek van de man afgewezen.
De beslissing is op 16 januari 2018 openbaar uitgesproken door rechter E.M.D. Angela, waarbij de griffier aanwezig was. De uitspraak benadrukt het belang van de financiële verplichtingen die voortvloeien uit eerdere rechterlijke uitspraken en de noodzaak om de draagkracht van de man in overweging te nemen bij het vaststellen van alimentatieverplichtingen.