ECLI:NL:OGEAA:2018:337

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
30 mei 2018
Publicatiedatum
4 juni 2018
Zaaknummer
A.R. 1068 van 2017 (AUA201700918)
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van oproeping in vrijwaring in civiele aansprakelijkheidszaak

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 30 mei 2018 een vonnis gewezen in het incident tot vrijwaring. De eiseres in de hoofdzaak, America Proyectos 2021 C.A., heeft de Aruba Ports Authority N.V. (APA) aansprakelijk gesteld voor schade die is ontstaan bij het uitladen van een kraan uit een schip op 5 november 2012. America stelt dat de schade is veroorzaakt door het breken van kettingen van de hijskraan, waardoor deze is gevallen en total loss is geraakt. APA heeft de aansprakelijkheid ontkend en verweer gevoerd tegen de vordering van America.

APA heeft vervolgens verzocht om Aruba Stevedoring Company (Astec) in vrijwaring op te roepen, stellende dat Astec contractueel verplicht is om APA te vrijwaren. De rechter heeft overwogen dat voor de toewijzing van de oproeping in vrijwaring voldoende is dat blijkt dat de waarborg verplicht is om de nadelige gevolgen van een veroordeling in de hoofdzaak te dragen. Er hoeft geen rechtstreeks verband te bestaan tussen de vordering in de hoofdzaak en de vordering in vrijwaring.

De rechter heeft vastgesteld dat er geen onredelijke vertraging van de procedure te verwachten is en heeft het verzoek van APA tot oproeping van Astec in vrijwaring toegewezen. De beslissing over de proceskosten van dit incident is aangehouden tot in de hoofdzaak wordt beslist. De zaak is verwezen naar de rolzitting van 27 juni 2018 voor verdere behandeling.

Uitspraak

Vonnis van 30 mei 2018
Behorend bij A.R. 1068 van 2017 (AUA201700918)
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het incident tot vrijwaring in de zaak van:
de vennootschap naar vreemd recht
AMERICA PROYECTOS 2021 C.A.,
te Venezuela,
eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident,
verder te noemen: America,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
tegen:
de naamloze vennootschap
ARUBA PORTS AUTHORITY N.V.,
te Aruba,
gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident,
verder te noemen: APA,
gemachtigde: de advocaat mr. A.F. Kuster.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis in het incident van 17 januari 2018;
- de incidentele conclusie van APA;
- de conclusie van antwoord in het incident van America.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis in het incident.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Op 5 november 2012 is schade ontstaan bij het uitladen van een kraan uit een schip. Volgens America is deze schade ontstaan door het breken van een of meer kettingen van een hijskraan, waardoor de kraan is gevallen en total loss is verkleerd. Zij houdt APA voor deze schade aansprakelijk.
2.2
APA aansprakelijkheid ontkend en tegen de vordering gemotiveerd verweer gevoerd.
2.3
APA meent gronden te hebben om van Aruba Stevedoring Company (Astec), gevestigd te Aruba, vrijwaring te vorderen en verzoekt op voet van artikel 71 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering oproeping van deze rechtspersoon te bevelen.
2.4
APA grondt het verzoek erop dat Astec in haar contractuele verhouding tot APA gehouden is haar te vrijwaren.
2.5
Voor toewijzing van de vordering tot oproeping in vrijwaring is voldoende dat blijkt dat de waarborg krachtens zijn rechtsverhouding tot de gewaarborgde verplicht is om de nadelige gevolgen van een veroordeling van de gewaarborgde in de hoofdzaak te dragen. Tussen de vordering in de hoofdzaak en de vordering in vrijwaring hoeft geen rechtstreeks verband te bestaan. Evenmin is vereist dat de waarborg verplicht is om de gewaarborgde in de procedure bij te staan. Indien aan het vereiste voor het toestaan van oproeping in vrijwaring in beginsel is voldaan dient de rechter over te gaan tot een onderzoek van de belangen van partijen en de eisen van een doelmatige procesvoering teneinde te kunnen beoordelen of de oproeping tot vrijwaring in de omstandigheden van het geval op haar plaats is en meer in het bijzonder of daarvan wellicht onredelijke of onnodige vertraging van het geding te verwachten is.
2.6
America heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het Gerecht. Het verzoek zal worden toegewezen, zoals verzocht. Van een mogelijke onredelijke vertraging van de procedure is het Gerecht niet gebleken.
2.7
De beslissing over de proceskosten van dit incident wordt aangehouden tot in de hoofdzaak wordt beslist.

5.DE UITSPRAAK:

De rechter in dit gerecht:
in het incident:
wijst het verzoek toe;
beveelt Astec in vrijwaring op te roepen tegen de zitting van woensdag 27 juni 2018, onder overlegging van het inleidend verzoekschrift in de hoofdzaak, de incidentele conclusie van eis tot oproeping in vrijwaring en dit vonnis in het incident, ten einde te worden gehoord op de vordering tot veroordeling van Astec om aan APA te vergoeden, hetgeen waartoe APA in de hoofdzaak jegens America zal worden veroordeeld;
houdt iedere verdere beslissing aan;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 27 juni 2018 voor beraad rechter wel/geen comparitie van partijen (welke beslissing ambtshalve wordt aangehouden tot na het moment van antwoord in de vrijwaring);
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 30 mei 2018 in aanwezigheid van de griffier.