ECLI:NL:OGEAA:2018:333

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
30 mei 2018
Publicatiedatum
4 juni 2018
Zaaknummer
A.R. 1356 van 2016 / AUA201600818
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident in civiele procedure tussen Gallow Corporation N.V. en Arashi Investments LLC met betrekking tot incidentele vorderingen

In de civiele procedure tussen Gallow Corporation N.V. en Arashi Investments LLC heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 30 mei 2018 uitspraak gedaan in een incident. Gallow, vertegenwoordigd door mr. D.G. Kock, had incidentele vorderingen ingediend tegen Arashi, dat werd vertegenwoordigd door mr. C.B.A. Coffie. De procedure volgde op een tussenvonnis van 13 december 2017, waarin Gallow de gelegenheid kreeg om te reageren op het verweer van Arashi. Arashi stelde dat zij een 'limited liability' vennootschap is naar het recht van Arkansas en dat zij geen aandelenregister heeft. Gallow werd gevraagd om te reageren op de 'articles of organization' die door Arashi waren overgelegd.

Het Gerecht oordeelde dat Gallow niet had betwist dat de 'articles of organization' op 24 oktober 2017 aan haar waren toegezonden en dat deze documenten vergelijkbaar zijn met de statuten van oprichting van een Arubaanse vennootschap. Het Gerecht concludeerde dat Gallow het incident nodeloos had opgeworpen, aangezien zij niet had verzocht om een afschrift van de 'articles of organization' vóór de datum van het incidentele verzoek. De incidentele vorderingen van Gallow werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van Arashi, begroot op Afl. 9.000.

In de hoofdzaak werd de procedure voortgezet, waarbij de zaak werd verwezen naar de rolzitting van 27 juni 2018 voor uitlating van producties door Gallow. Het vonnis werd uitgesproken door mr. W.J. Noordhuizen in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 30 mei 2018
Behorend bij A.R. 1356 van 2016 / AUA201600818
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het incident in de zaak van:
de rechtspersoon naar vreemd recht
GALLOW CORPORATION N.V.
te Curaçao,
hierna ook te noemen: Gallow,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock.
tegen
de rechtspersoon naar vreemd recht
ARASHI INVESTMENTS LLC.,
te Darndanelle (Verenigde Staten van Amerika),
hierna ook te noemen: Arashi,
gemachtigde: de advocaat mr. C.B.A. Coffie.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de het tussenvonnis in het incident van 13 december 2017;
- de akte in het incident van Gallow;
- de contra-akte in het incident van Arashi.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis in het incident.

2.DE VERDERE BEOORDELING

in het incident
2.1
In het tussenvonnis in het incident heeft het gerecht Gallow in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het verweer van Arashi dat zij een “limited liabilty” vennootschap naar het recht van de staat Arkansas is en niet over een aandelenregister beschikt om over te leggen. Ook mocht Gallow reageren op de stelling dat de “articles of organization”, die te vergelijken zijn met de statuten van oprichting, door Arashi op 24 oktober 2017 aan Arashi zijn toegezonden. Waar Gallow is ingegaan op andere punten is dat in strijd met de instructie in het tussenvonnis en daarom in strijd met de goede procesorde. Het gerecht zal die stellingen buiten beschouwing laten.
2.2
Door Gallow is niet betwist dat de “articles of organization” haar op 24 oktober 2017 zijn toegezonden en dat deze stukken vergelijkbaar zijn met de statuten van oprichting van een Arubaanse vennootschap. Aan die incidentele vordering is daarom voldaan. Nu door Gallow niet gesteld is dat zij vóór 30 augustus 2017, de datum waarop het incidentele verzoek werd gedaan, heeft verzocht om toezending van een afschrift van de “articles of organization” en Arashi inmiddels aan het verzoek heeft voldaan dient het gerecht ervan uit te gaan dat Gallow dit incident nodeloos heeft opgeworpen. Dat heeft tot gevolg voor de proceskostenveroordeling.
2.3
Door Gallow wordt niet bestreden dat naar het recht van de Staat Arkansas geen register wordt bijgehouden van de aandeelhouders van Arashi. Deze incidentele vordering moet om die reden worden afgewezen.
2.4
Nu de incidentele vorderingen worden afgewezen zal Gallow de proceskosten in het incident van Arashi moeten vergoeden.
in de hoofdzaak
2.5
In de hoofdzaak is gedupliceerd door Island Homes N.V. en EAB Holdings Inc. op 25 oktober 2017. Arashi heeft eveneens gedupliceerd op 25 oktober 2017. Beide conclusies gaan vergezeld van producties. Niet gebleken is dat Gallow heeft afgezien van akte houdende uitlating producties zodat de zaak daarvoor naar de rol zal worden verwezen.

3.DE UITSPRAAK:

De rechter in dit gerecht:
in het incident
wijst het verzoek af;
veroordeelt Gallow in de kosten van dit incident, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Arashi worden begroot op Afl. 9.000, aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordeling in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
in de hoofdzaak
verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 27 juni 2018 voor uitlating producties zijdens Gallow
peremptoir;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 30 mei 2018 in aanwezigheid van de griffier.