Uitspraak
1.HET PROCESVERLOOP
2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
3.DE BEOORDELING
(…).
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze civiele procedure heeft eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.A. Ruiz, een verzoek ingediend bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba om gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.B. Boyce, te bevelen om afschriften van bepaalde jaarrekeningen over te leggen. Eiser stelt dat hij deze documenten nodig heeft om een schadestaatprocedure te kunnen starten, die voortvloeit uit een eerder vonnis van het Hof. Gedaagde heeft verweer gevoerd en betwist dat eiser ontvankelijk is in zijn verzoek.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat er geen gronden zijn om eiser niet-ontvankelijk te verklaren en heeft het ontvankelijkheidsverweer van gedaagde verworpen. Vervolgens heeft het Gerecht de vordering van eiser beoordeeld. Het Gerecht oordeelt dat de jaarrekeningen van gedaagde relevant zijn voor de vaststelling van mogelijke schade die eiser heeft geleden in de periode van 2004 tot en met 2010. Het Gerecht heeft gedaagde bevolen om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis de gevraagde jaarrekeningen aan eiser te overhandigen, met een dwangsom van Afl. 500,-- voor iedere dag dat gedaagde dit bevel niet opvolgt, tot een maximum van Afl. 50.000,--.
Daarnaast heeft het Gerecht de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 30 mei 2018 door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, tijdens een openbare zitting.