In deze civiele procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een huurgeschil tussen eiseres en gedaagden. Eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. N.S. Gravenstijn, heeft een vordering ingesteld tegen gedaagden, die in persoon procederen. De zaak betreft een huurovereenkomst van een woning, waarbij eiseres gedaagden beschuldigt van het niet betalen van huur over een bepaalde periode. Eiseres heeft conservatoir beslag gelegd op de bezittingen van gedaagden ter hoogte van Afl. 45.000,00, als gevolg van achterstallige huurpenningen.
Gedaagden hebben verweer gevoerd en stellen dat zij de huur tot en met april 2017 hebben betaald. Zij beweren dat eiseres betalingsbewijzen heeft geweigerd en dat er afspraken zijn gemaakt over het onderhoud van de tuin, waarvoor zij ook kosten hebben gemaakt. Gedaagden hebben de huur zelf opgezegd per 31 mei 2017 en vorderen schadevergoeding van eiseres vanwege de beslagen.
Tijdens de procedure zijn geluidsopnamen van gesprekken tussen eiseres en gedaagde 1 overgelegd als bewijs. Eiseres heeft echter gesteld dat zij deze opnamen niet heeft ontvangen en verzoekt om deze buiten beschouwing te laten. De rechter heeft geoordeeld dat bewijs door alle middelen kan worden geleverd, maar dat eiseres en de rechter wel adequaat kennis moeten kunnen nemen van de geluidsopnamen. Gedaagden zijn in de gelegenheid gesteld om een verslag van de opnamen in te dienen en eiseres een usb-stick met de opnamen te verstrekken.
Het gerecht heeft ook opgemerkt dat de huurovereenkomst alleen door gedaagde 2 is ondertekend en dat eiseres niet heeft onderbouwd waarom gedaagde 1 in de procedure is betrokken. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en partijen zijn uitgenodigd om op elkaars akten te reageren.