ECLI:NL:OGEAA:2018:326

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
30 mei 2018
Publicatiedatum
4 juni 2018
Zaaknummer
BBZ nr. AUA201800239
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. dr. A.J.H. van Suilen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar inzake pensioenreglement en premieovereenkomst

In deze zaak heeft de belanghebbende, een N.V. gevestigd te Aruba, beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van een uitspraak op bezwaar door de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende had op 6 januari 2014 een verzoek ingediend voor goedkeuring van een pensioenreglement en een premieovereenkomst, waarop de Inspecteur op 16 december 2014 reageerde. Na bezwaar te hebben gemaakt op 23 januari 2015, heeft de belanghebbende op 23 januari 2018 beroep ingesteld omdat er geen tijdige uitspraak was gedaan. De belanghebbende heeft griffierecht van Afl. 150 voldaan voor de indiening van het beroepschrift.

Op 21 mei 2018 heeft de belanghebbende het beroep tegen het niet tijdig beslissen ingetrokken, omdat de Inspecteur op 16 mei 2018 had bevestigd dat het pensioenreglement en de pensioenovereenkomst in overeenstemming waren met de relevante wetgeving. Gelijktijdig met de intrekking van het beroep is er een verzoek gedaan om proceskostenvergoeding. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de Inspecteur in de kosten van de belanghebbende moet worden veroordeeld, aangezien de Inspecteur niet binnen de wettelijke termijn van één jaar uitspraak heeft gedaan op het bezwaarschrift. De partijen hebben overeenstemming bereikt over een proceskostenvergoeding van Afl. 200 en een vergoeding van het griffierecht van Afl. 150. De uitspraak is gedaan op 30 mei 2018 door mr. dr. A.J.H. van Suilen en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

Uitspraak van 30 mei 2018
BBZ nr. AUA201800239
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening beroep in belastingzaken van:
[ X ] N.V.,gevestigd te Aruba,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Aruba,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Belanghebbende heeft op 6 januari 2014 een verzoek gedaan aan de Inspecteur om goedkeuring van een pensioenreglement en een premieovereenkomst. De Inspecteur heeft bij brief van 16 december 2014 gereageerd.
1.2
Belanghebbende heeft op 23 januari 2015 bezwaar gemaakt tegen de brief van 16 december 2014.
1.3
Belanghebbende heeft op 23 januari 2018 beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar. Ter zake van de indiening van het beroepschrift heeft belanghebbende een bedrag van Afl. 150 aan griffierecht voldaan.
1.4
De Inspecteur heeft op 9 april 2018 een stuk ingediend.
1.5
Belanghebbende heeft op 21 mei 2018 het beroep tegen het niet tijdig beslissen ingetrokken. Redengevend daarvoor is dat de Inspecteur bij brief van 16 mei 2018 heeft bevestigd dat het pensioenreglement en de pensioenovereenkomst in overeenstemming zijn met de voorschriften in de Landsverordening algemeen pensioen en de Landsverordening inkomstenbelasting. Gelijktijdig met de intrekking is verzocht om een proceskostenvergoeding.

2.PROCESKOSTENVERGOEDING

2.1
De Inspecteur was gehouden binnen de in artikel 18 Algemene landsverordening belastingen vermelde termijn van één jaar uitspraak te doen op het bezwaarschrift. Dat is niet geschied. Belanghebbende heeft vervolgens beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraak.
2.2
Hangende onderhavige beroepsprocedure heeft de Inspecteur alsnog een beslissing genomen. Belanghebbende heeft daarin aanleiding gezien het beroep tegen het niet tijdig beslissen, in te trekken. Daarbij is verzocht om een proceskostenvergoeding.
2.3
Het Gerecht ziet aanleiding de Inspecteur te veroordelen in de kosten die belanghebbende redelijkerwijs heeft moeten maken voor het beroep tegen het uitblijven van een uitspraak op bezwaar (vgl. HR 17 februari 2006, nr. 39602, ECLI:NL:HR:2006:AV1713).
2.4
Het Gerecht begrijpt de intrekkingsbrief van 21 mei 2018 aldus, dat partijen overeenstemming hebben bereikt over een toe te kennen proceskostenvergoeding van Afl. 200 en over een vergoeding van het griffierecht van Afl. 150. Het Gerecht zal dienovereenkomstig beslissen.

3.BESLISSING

Het Gerecht:
  • veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van Afl. 200;
  • draagt de Inspecteur op het griffierecht van Afl. 150 aan belanghebbende te vergoeden.
Deze uitspraak is gegeven door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter in dit Gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 mei 2018, in tegenwoordigheid van de griffier N.N. Noël van der Biezen BSc.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………….. aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen twee maanden na de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: Afl. 75
- personenvennootschappen en rechtspersonen: Afl. 300