ECLI:NL:OGEAA:2018:325
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Executoriale verkoop onroerende zaak en inzetprijs bij bank
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Curaçao werd behandeld, vorderde Melber Holding N.V. in kort geding dat de bank, Banco di Caribe N.V., de inzetprijs voor de executieveiling van een onroerende zaak zou vaststellen op de executiewaarde van NAf 1,4 miljoen. Melber, eigenaar van het Tropical Hotel, had een schuld van ruim NAf 1,3 miljoen aan de bank en was in een kredietrelatie met hen verwikkeld. De bank had aangekondigd de onroerende zaak te veilen met een inzetprijs van NAf 1,15 miljoen, wat Melber als onterecht beschouwde, gezien de hogere executiewaarde volgens een taxatierapport.
De procedure begon met een verzoekschrift van Melber op 26 april 2018, gevolgd door een mondelinge behandeling op 16 mei 2018. Melber stelde dat de bank verplicht was om de executiewaarde als inzetprijs te hanteren om te voorkomen dat de onroerende zaak voor een lager bedrag dan de openstaande schuld zou worden verkocht. De bank voerde echter aan dat zij in haar beleid hanteert om een inzetprijs te bepalen op basis van 70% van de executiewaarde, om de veiling aantrekkelijker te maken voor bieders.
Het Gerecht oordeelde dat de bank niet verplicht was om de executiewaarde als inzetprijs te hanteren en dat de vorderingen van Melber op dit punt niet konden worden toegewezen. Bovendien verwierp het Gerecht Melbers verzoek om de bank tijd te geven om een mondelinge koopovereenkomst te finaliseren, omdat dit niet onderbouwd was met bewijs. Uiteindelijk werden de vorderingen van Melber in hun geheel afgewezen, en werd hij veroordeeld in de proceskosten van de bank, begroot op NAf 1.500.