ECLI:NL:OGEAA:2018:324

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 mei 2018
Publicatiedatum
4 juni 2018
Zaaknummer
VOG nr. AUA201800984
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering afgifte verklaring omtrent gedrag op basis van strafrechtelijke veroordelingen

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 28 mei 2018 uitspraak gedaan op een klaagschrift van een klager die verzocht om afgifte van een verklaring omtrent het gedrag. De klager had deze verklaring nodig om te kunnen werken als 'carwash and delivery agent'. De aangewezen ambtenaar had eerder, op 3 april 2018, het verzoek van de klager afgewezen, omdat er bezwaren tegen de klager waren geconstateerd. Deze bezwaren waren gebaseerd op eerdere strafrechtelijke veroordelingen van de klager, waaronder een veroordeling voor diefstal en een veroordeling voor vuurwapenbezit. De klager voerde aan dat hij zijn leven had gebeterd en al zeven maanden werkzaam was bij een autoverhuurbedrijf, maar het gerecht oordeelde dat de recente veroordeling voor vuurwapenbezit, in combinatie met de functie die hij wilde uitoefenen, voldoende grond vormde voor de weigering van de verklaring omtrent het gedrag. Het gerecht verklaarde de klacht van de klager ongegrond en bevestigde de beslissing van de aangewezen ambtenaar.

Uitspraak

Beschikking van 28 mei 2018
VOG nr. AUA201800984
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het klaagschrift als bedoeld in artikel 25 van de Landsverordening justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag (hierna: de Lv VOG) van:
[klager],
wonend in Aruba,
KLAGER,
procederend in persoon,
gericht tegen de beschikking van 3 april 2018 van:
de aangewezen ambtenaar als bedoeld in artikel 14 van de Lv VOG,
zetelend in Aruba,
VERWEERDER.

1.PROCESVERLOOP

Bij beschikking van 3 april 2018 heeft verweerder het verzoek van klager om afgifte van een verklaring omtrent het gedrag afgewezen.
Bij schrijven van 12 april 2018 heeft klager daartegen een klaagschrift ingediend.
Het gerecht heeft de zaak behandeld in raadkamer op 14 mei 2018, waar klager in persoon en verweerder, mr. J.W. Klamer, zijn verschenen.
Uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Ingevolge artikel 22, eerste lid, Lv VOG geeft de aangewezen ambtenaar een verklaring omtrent het gedrag slechts af wanneer hem uit een onderzoek met betrekking tot het gedrag van de betrokkene – gelet op het doel waarvoor de afgifte is gevraagd - niet is gebleken van bezwaren tegen die persoon. In alle andere gevallen weigert hij de gevraagde verklaring af te geven.
2.2
Klager heeft verzocht om afgifte van een verklaring omtrent het gedrag om werkzaam te zijn bij [bedrijf] als “carwash and delivery agent”.
2.3
Bij de afwijzing heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat, gelet op het doel waarvoor de afgifte is gevraagd, hem is gebleken van bezwaren tegen klager. Daaraan heeft verweerder ten grondslag gelegd dat klager bij onherroepelijk geworden vonnis van het gerecht van 30 maart 2011 voor diefstal is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 150 dagen waarvan 52 dagen voorwaardelijk, en dat klager bij onherroepelijk geworden vonnis van het gerecht van 11 maart 2016 is veroordeeld tot jeugddetentie voor de duur van 18 maanden voor vuurwapenbezit. De aard en ernst van deze strafbaar feiten vormen volgens verweerder, gelet op het doel, waarvoor afgifte is verzocht, zodanige bezwaren dat afgifte van een verklaring omtrent het gedrag moet worden geweigerd.
2.4
Klager betoogt dat hij inmiddels al zeven maanden werkzaam is bij het autoverhuurbedrijf, dat hij zijn leven heeft gebeterd en zijn les heeft geleerd, dat hij is verhuisd uit zijn oude wijk en dat hij en zijn familie afhankelijk zijn van zijn inkomen.
2.5
Het gerecht oordeelt dat hoezeer begrip kan worden opgebracht voor het betoog van klager, verweerder gelet op de recente veroordeling voor vuurwapenbezit alsmede gelet op de functie die klager uitvoert - onder meer delivery agent waarbij klager ook toeristen zal vervoeren - zich op goede gronden op het standpunt heeft gesteld dat hem is gebleken van bezwaren tegen de persoon van klager. Gelet op het doel waarvoor afgifte is verzocht, heeft verweerder terecht geweigerd de verklaring omtrent het gedrag af te geven.
2.6
Gelet op het vorenoverwogene zal de klacht ongegrond worden verklaard.

3.BESLISSING

De rechter:
verklaart de klacht ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.J.H. van Suilen, rechter, op 28 mei 2018.
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open (artikel 28, derde lid, van de Lv VOG).