ECLI:NL:OGEAA:2018:323
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen afwijzing werk- en verblijfsvergunning niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft appellant, wonend in Aruba, bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn verzoek om een werk- en verblijfsvergunning als bouwvakker. Het bezwaar werd op 11 oktober 2017 door de Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Integratie niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend. Appellant heeft op 30 oktober 2017 beroep ingesteld tegen deze beslissing. Tijdens de zitting op 16 april 2018 heeft de rechter de zaak behandeld, waarbij zowel appellant als de vertegenwoordiger van de verweerder aanwezig waren.
De rechter heeft vastgesteld dat appellant zijn bezwaarschrift op 4 juli 2017 heeft ingediend, terwijl de wettelijke termijn van zes weken voor het indienen van een bezwaarschrift op 3 juni 2017 begon. Hierdoor is het bezwaarschrift niet tijdig ingediend. De rechter heeft de overwegingen van de verweerder in de bestreden beschikking onderschreven en geconcludeerd dat het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard. De uitspraak is op 28 mei 2018 gedaan door mr. A.J.H. van Suilen, waarbij het beroep ongegrond werd verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling en er staat hoger beroep open bij het Hof.