ECLI:NL:OGEAA:2018:313

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
23 mei 2018
Publicatiedatum
31 mei 2018
Zaaknummer
K.G. no. AUA201801089
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over erfpacht van domeingrond in Aruba

In deze zaak heeft [naam eiser] een kort geding aangespannen tegen de publiekrechtelijke rechtspersoon HET LAND ARUBA, met als doel een verbod te verkrijgen op de uitgifte van een perceel domeingrond aan een derde, zolang er geen beslissing is genomen in een bodemprocedure. De eiser heeft op 12 mei 2015 een verzoek ingediend voor de verkrijging van erfpacht van een perceel domeingrond. Het Land Aruba heeft echter op 30 januari 2018 meegedeeld dat de eiser niet in aanmerking komt voor uitgifte van het perceel, omdat hij onvoldoende financiering kan verkrijgen. De eiser heeft hiertegen verweer gevoerd, stellende dat de beslissing van het Land niet deugdelijk gemotiveerd is en dat het oude beleid in acht had moeten worden genomen. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de beslissing van het Land niet is gebaseerd op een deugdelijke motivering, aangezien de eiser wel degelijk in aanmerking kwam voor de erfpacht op basis van het oude beleid. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de vordering van de eiser in een bodemprocedure waarschijnlijk zal worden toegewezen en heeft het Land bevolen om het perceel domeingrond voor de eiser te reserveren totdat er in de bodemprocedure is beslist. Tevens is het Land veroordeeld in de proceskosten van de eiser.

Uitspraak

Vonnis van 23 mei 2018
Behorend bij K.G. no. AUA201801089
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[naam eiser],
wonende in Aruba,
eiser,
hierna ook te noemen: [naam eiser],
gemachtigde: de advocaat mr. G. de Hoogd,
tegen:
de publiekrechtelijke rechtspersoon
HET LAND ARUBA,
zetelend in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: het Land,
gemachtigde: mr. I.L. Ras-Orman (D.W.J.Z.).

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met producties;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 3 mei 2018.
1.2 [
naam eiser] is in persoon ter zitting verschenen, zonder zijn gemachtigde. Het Land is verschenen bij zijn gemachtigde. Partijen hebben in twee termijnen het woord gevoerd, het Land mede aan de hand van een overgelegde pleitnota die was voorzien van toegelaten producties, en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1 [
naam eiser] vordert dat het Gerecht - zo het begrijpt - bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis het Land verbiedt een voor hem gereserveerd of te reserveren aan hem in erfpacht uit te geven perceel domeingrond gelegen in Aruba te [naam plaats] aan een derde uit te geven zolang er te dezen niet is beslist in een bodemprocedure, kosten rechtens.
2.2
Het Land voert verweer en concludeert tot afwijzing van het door [naam eiser] verzochte, kosten rechtens.
2.3
Voor zover van belang voor de beslissing worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE VASTSTAANDE FEITEN

3.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
3.2
Op 12 mei 2015 heeft [naam eiser] een verzoek ingediend bij het Land ter verkrijging in erfpacht van een perceel domeingrond.
3.3
De aan [naam eiser] gerichte Papiamentstalige brief van het Land van 4 september 2017 vermeldt - vrij vertaald naar het Nederlands - onder meer:
om een reservering te kunnen verkrijgen van een erfpachtsterrein dient u een verklaring van een bank, FCCA of een andere lokale financiële instelling over te leggen op grond waarvan kan worden vastgesteld welk bedrag aan financiering u kunt verkrijgen van zo’n instelling. U dient die verklaring binnen 30 dagen na ontvangst van dit schrijven in te dienen bij de DIP.
3.4 [
naam eiser] heeft de hiervoor onder 3.3 bedoelde verklaring ingediend op 25 oktober 2017 bij de DIP. Uit die verklaring blijkt dat FCCA bereid is om voor de bouw van een woning een financiering te verstrekken aan [naam eiser] voor een bedrag van Afl. 81.130,--.
3.5
De aan [naam eiser] gerichte Papiamentstalige brief van het Land van 30 januari 2018 vermeldt - vrij vertaald naar het Nederlands - onder meer:
Naar aanleiding van uw verzoek van 12 mei 2015 ter verkrijging in erfpacht van een perceel domeingrond om aldaar een woning te bouwen heeft u een pre-reservering verkregen met betrekking tot een in Aruba te [naam plaats] gelegen perceel. Na evaluatie van uw geval komt u momenteel niet in aanmerking voor uitgifte aan u van dat perceel in erfpacht omdat u onvoldoende financiering kunt verkrijgen. Om die reden zal uw pre- reservering spoedig worden opgeheven.
3.6
De in Aruba te [naam plaats] gelegen in erfpacht uit te geven percelen domeingrond zijn niet groter dan 800 m2.
3.7
Tot 31 januari 2018 hanteerde het Land het beleid dat de oppervlakte van een in erfpacht uit te geven perceel domeingrond maximaal 800 m2 mocht zijn, en dat voor de bepaling van het middels een verklaring aan te tonen aan financiering te verkrijgen bedrag Afl. 1.000,-- in aanmerking werd genomen voor iedere vierkante meter in erfpacht uit te geven domeingrond.
3.8
Het Land hanteert met ingang van 27 februari 2018 ter zake van uitgifte in erfpacht van domeingrond een nieuw beleid. Volgens dat beleid mag de oppervlakte van een in erfpacht uit te geven perceel domeingrond maximaal 500 m2 zijn. Voorts wordt krachtens dat beleid onder meer voor de bepaling van het middels een verklaring aan te tonen aan financiering te verkrijgen bedrag Afl. 1.600,-- per vierkante meter in erfpacht uit te geven domeingrond in aanmerking genomen, en dient het in erfpacht uit te geven perceel minimaal voor 30% (van de oppervlakte daarvan) te worden bebouwd.

4.DE BEOORDELING

4.1
Uit de hiervoor vermelde feitelijkheden volgt dat [naam eiser] zijn verzoek ter verkrijging in erfpacht van een perceel domeingrond heeft ingediend ten tijde van het hiervoor onder 3.7 vermelde “oude” door het Land gehanteerde beleid, en dat de hiervoor onder 3.5 vermelde beslissing van het Land op dat verzoek (hierna: de beslissing) is gegeven of genomen ten tijde van dat beleid. Voor de totstandkoming van die beslissing had het Land daarom het “oude” toen geldende beleid in aanmerking moeten nemen.
4.2
Ingevolge het onder 3.7 vermelde te dezen toepasselijke beleid in verbinding met het gegeven dat geen van de in Aruba te [naam plaats] gelegen in erfpacht uit te geven percelen domeingrond groter is dan 800 m2, had [naam eiser] in elk geval kunnen volstaan met een verklaring in de zin van het hiervoor onder 3.3 vermelde goed voor Afl. 80.000,-- aan te verkrijgen financiering voor de bouw van een woning. Vast staat dat [naam eiser] op 25 oktober 2017 een verklaring heeft overgelegd blijkens welke hij van FCCA meer dan Afl. 80.000,-- aan financiering kan krijgen ten behoeve van de bouw van een woning. Uit dit één en ander volgt dat de beslissing niet wordt gedragen door een deugdelijke motivering; het Land had de reservering van een mogelijk aan [naam eiser] in erfpacht uit te geven in Aruba te [naam plaats] gelegen perceel domeingrond niet mogen weigeren om de door het Land aangevoerde reden. Dat laat onverlet dat er mogelijk andere wel deugdelijke gronden bestaan om bedoelde reservering te weigeren.
4.3
In het licht van vorenstaande valt in een bodemprocedure het oordeel te verwachten dat de vordering van [naam eiser] zal worden toegewezen, in die zin dat het Land zal worden bevolen om voor [naam eiser] een mogelijk aan hem in erfpacht uit te geven in Aruba te [naam plaats] gelegen perceel domeingrond te reserveren totdat te dezen is beslist in een bodemprocedure, indien en voorzover er geen andere (aan [naam eiser] binnen twee weken na de uitspraak schriftelijk kenbaar te maken) rechtsgeldige reden bestaat op grond waarvan bedoelde reservering mag worden geweigerd. In die zin zal de thans door [naam eiser] verzochte voorziening worden toegewezen als na te melden.
4.4
Afweging van de belangen van partijen maakt vorenstaande niet anders, omdat het Gerecht geen zwaarwegender belangen ziet aan de zijde van het Land bij afwijzing van het door [naam eiser] verzochte ten opzichte van de belangen van [naam eiser] bij toewijzing daarvan.
4.5
Het Land zal, als de in het ongelijk te stellen partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [naam eiser], tot aan deze procedure begroot op (450,-- + 222,25 =) Afl. 672,25 aan verschotten en
(1.500,-- : 2 =) Afl. 750,-- aan salaris voor de gemachtigde (die het verzoekschrift heeft geredigeerd doch niet ter zitting is verschenen).

5.DE BESLISSING

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
-beveelt het Land om voor [naam eiser] een mogelijk aan hem in erfpacht uit te geven in Aruba te [naam plaats] gelegen perceel domeingrond te reserveren totdat te dezen is beslist in een bodemprocedure, zulks indien en voorzover er geen andere (binnen twee weken na de uitspraak van dit vonnis aan [naam eiser] schriftelijk kenbaar te maken) rechtsgeldige reden bestaat op grond waarvan bedoelde reservering mag worden geweigerd;
-veroordeelt het Land in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [naam eiser], tot aan deze procedure begroot op Afl. 672,25 aan verschotten en
Afl. 750,-- aan salaris voor de gemachtigde;
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op woensdag 23 mei 2018.