Uitspraak
FUNDACION PA MANEHO DI ADICCION ARUBAN (FMAA),
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde eiseres, vertegenwoordigd door mr. D.G. Kock, dat de stichting, vertegenwoordigd door mr. H.U. Thielman, werd veroordeeld om haar het overeengekomen salaris van Afl. 4.375,00 bruto per maand te betalen, met terugwerkende kracht vanaf 1 augustus 2017. Eiseres had vanaf 1 juni 2016 in dienst van de stichting gewerkt, maar de stichting betwistte dat er nog een arbeidsrelatie bestond, omdat eiseres per 1 augustus 2017 in dienst was getreden van het Land Aruba. De stichting voerde aan dat de arbeidsrelatie met eiseres was beëindigd en dat zij niet meer verantwoordelijk was voor het salaris. Eiseres stelde echter dat er geen rechtsgeldige beëindiging van de arbeidsovereenkomst had plaatsgevonden en dat zij recht had op het volledige salaris.
De rechter oordeelde dat de stichting onvoldoende had aangetoond dat de arbeidsovereenkomst was beëindigd en dat de arbeidsrelatie tussen eiseres en de stichting nog steeds bestond. Het gerecht oordeelde dat de stichting verantwoordelijk was voor het betalen van het overeengekomen salaris, ondanks de subsidierichtlijnen die van toepassing waren. De rechter wees de vordering van eiseres toe en bepaalde dat de stichting het achterstallige salaris moest betalen, verhoogd met een wettelijke verhoging van 15% vanaf de datum van de sommatiebrief. Tevens werd de stichting veroordeeld in de proceskosten van eiseres.
Dit vonnis werd uitgesproken op 23 mei 2018 door mr. M. Schoemaker, en het gerecht bevestigde de verplichtingen van de stichting als werkgever, inclusief de noodzaak om de juiste documentatie te verstrekken voor de inschaling van eiseres.