ECLI:NL:OGEAA:2018:303

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 mei 2018
Publicatiedatum
30 mei 2018
Zaaknummer
AUA201800961
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over doorbetaling van loon en wedertewerkstelling van een onderhoudsmonteur na ontslag op staande voet

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde eiser, een onderhoudsmonteur, doorbetaling van zijn loon en wedertewerkstelling na ontslag op staande voet door zijn werkgever, Onerab N.V. Het ontslag vond plaats op 22 maart 2018, naar aanleiding van beschuldigingen dat eiser zich schuldig had gemaakt aan het wegnemen van broden en paneermeel, die hij niet aan de klant had afgedragen. Eiser ontkende de beschuldigingen en stelde dat hij op instructie van de chauffeur handelde. De voorzieningenrechter oordeelde dat Onerab niet voldoende bewijs had geleverd om het ontslag te rechtvaardigen. Er waren geen videobeelden die de beschuldigingen ondersteunden en de verklaringen van getuigen waren niet overtuigend genoeg. De rechter concludeerde dat er onvoldoende grond was voor het ontslag op staande voet en dat eiser recht had op wedertewerkstelling in zijn oorspronkelijke functie. Daarnaast werd Onerab veroordeeld tot doorbetaling van het loon en de proceskosten van eiser. Het vonnis werd uitgesproken op 16 mei 2018.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 16 mei 2018
Behorend bij AUA201800961
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[eiser],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [eiser],
gemachtigde: de advocaat mr. J.A.R. Bryson,
tegen:
de naamloze vennootschap
ONERAB N.V.
te Aruba,
hierna ook te noemen: Onerab,
gemachtigde: de advocaat mr. R. Marchena.
DE PROCEDURE
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de pleitnota van [eiser];
- de pleitnota van Onerab;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 26 april 2018.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
[eiser] is op 19 oktober 2015 in dienst van Onerab getreden als onderhoudsmonteur.
2.2
Op 22 maart 2018 is [eiser] op staande voet ontslagen. De brief waarmee dat ontslag werd bevestigd luidt voor zover van belang:
[…]
Dia 20 di maart 2018 a reuni cu bo persona den cual reunion a confronta bo persona cu un video cu Bright Bakery a ricibi, den cual video por wak cu ora di entrega pan na kliente di Bright Bakery bo persona ta saka un of mas kipashi di pan for di e bakinan di pan. A schors bo persona pendiente investigashon. For di investigashon haci a sali na kla cu bo persona a saka kipashinan di pan for di bakinan di pan cu a wordo entrega na klientenan di Bright Bakery. Pa es motibo aki klientenan di Bright Bakery a ricibi menos kipashi di cual a paga pe. E kipashinan di pan cu bo persona a saka no a wordo entrega bek na Bright Bakery. E kipashinan di pan a wordo entrega dor di bo persona na un otro supermercado chines. Bright Bakery no a ricibi ningun suma di plaka pa cu esaki, e entrega di pan aki no a wordo hinka den e systema electronico di Bright Bakery y tampoco a traha un recibo pa e entrega di pan aki.Bo manera di actua ariba menciona ta danja e bon nomber di Bright Bakery y ta trece cune tambe cu Bright Bakery no tin confiansa mas den bo persona.[…]
2.3
Op 26 maart 2018 schreef Onerab aan [eiser] aanvullend:
[…]
A bin sali na kla tambe du diabierna 16 maart 2018 bo persona a coi paki nan di panermeel di Bright Bakery y a duna esakinan na un otro trahador di Bright Bakery, esta [getuige 1], pa bendenan. E benta di e pakinan di panermeel a wordo reparti entre bo persona y [getuige 1]. Esaki riba su mes ta un motibo pa termina un contrato di trabow di immediato.[…]

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
[eiser] vordert – samengevat – doorbetaling van loon en wedertewerkstelling als onderhoudsmonteur, met veroordeling van Onerab tot vergoeding van de proceskosten.
3.2 [
[eiser] grondt de vordering erop dat het ontslag nietig is.
3.3
Onerab voert hiertegen verweer, met vordering tot veroordeling van [eiser] in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
Onerab heeft [eiser] op staande voet ontslagen omdat op een video te zien is dat hij een aantal broden uit een bak haalt alvorens tot uitlevering van die broden aan de klant (supermarkt) over te gaan. Daardoor ontvangt de klant minder brood dan waarvoor hij betaald heeft. Het brood is ook niet aan Bright Bakery geretourneerd. Het brood is door [eiser] verkocht aan een andere supermarkt zonder de opbrengst daarvan aan Bright Bakery af te dragen. Voor zover nodig is [eiser] ook ontslagen omdat hij een pak paneermeel heeft weggenomen en aan [getuige 1] heeft gegeven om te verkopen en de opbrengst met hem te delen. Onerab heeft op grond hiervan geen vertrouwen meer in [eiser].
4.2 [
[eiser] ontkent de beschuldigingen. Hij weerspreekt niet dat hij brood uit een bak heeft gehaald. Dat gebeurt op instructie van de chauffeur die verantwoordelijk is voor de aflevering van de bestelling; het aantal broden van een bepaalde soort dat in de bak zat kwam in dit geval niet overeen met de bestelling. [eiser] is eigenlijk onderhoudsmonteur, geen bijrijder, en het helpen bij aflevering van bestellingen hoort niet tot zijn taak. Zo ook het paneermeel. [eiser] kreeg instructie van de chauffeur om 6 eenheden paneermeel te gaan halen om de bestelling van die dag compleet te maken.
4.3
Op Onerab rust de plicht om in kort geding voldoende onderbouwd aannemelijk te maken dat het ontslag niet nietig is omdat [eiser] zich - kort gezegd – heeft schuldig gemaakt aan het wegnemen en voor eigen rekening verkopen van broden en pakken paneermeel van Onerab en zij daardoor het vertrouwen in [eiser] heeft verloren (pleitaantekeningen onder 24).
4.4
Onerab wijst daarvoor naar videobeelden. Daarop zijn de verweten gedragingen niet te zien. Het enige dat te zien is, is wat [eiser] ook erkent, namelijk dat hij pakken paneermeel meeneemt en brood weghaalt uit een bak in een stapel bakken. [eiser] heeft daarvoor een verklaring gegeven die niet onaannemelijk is.
4.5
De overgelegde messengerberichten duiden er ook niet met voldoende zekerheid op dat [eiser] zich schuldig maakt aan de verweten gedragingen. Het lijkt er in die berichten ook niet op dat [eiser] zich erg zorgen maakt dat hij is ‘ontmaskerd’.
4.6 [
[getuige 2] verklaart niet meer dan dat [eiser] zakjes paneermeel meenam. Dat wordt niet betwist door [eiser].
4.7
Tegenover de schriftelijke verklaringen van [getuige 1] en [getuige 3] staat de verklaring van [eiser]. Op voorhand is niet te zeggen hoe de waardering van hun getuigenverklaring zal uitpakken. Beide getuigen verklaren over afzonderlijke voorvallen zodat het in ieder op zichzelf staand geval de verklaring van de ene tegen de andere werknemer is. Hier wreekt zich bovendien dat door Onerab geen administratieve gegevens zijn overgelegd die de verklaringen van [getuige 1] en [getuige 3] kunnen ondersteunen.
4.8
Alles bijeengenomen is dus onvoldoende zeker dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat er een dringende reden was om [eiser] op staande voet te ontslaan.
4.9
De voorzieningenrechter merkt nog op dat door Onerab geen administratieve stukken zijn overgelegd waaruit kan blijken hoeveel broden en/of paneermeel [eiser] had moeten afleveren, hoeveel er uit de voorraad is meegenomen, voor hoeveel product is betaald en wat er retour genomen is van de supermarkt. Met administratieve bescheiden onderbouwde verklaringen van afnemers die meer brood zouden hebben betaald dan zij geleverd gekregen hebben ontbreken ook in dit dossier. Ook heeft Onerab geen verklaring gegeven voor het feit dat niet [eiser], die eigenlijk als onderhoudsmonteur in dienst is, de leiding heeft bij het afleveren en retournemen van producten en verantwoordelijk is voor de juistheid van de administratie maar de chauffeur.
4.1
Er is geen aanleiding de vordering tot wedertewerkstelling als onderhoudsmonteur niet toe te wijzen. Het betreft de originele functie van [eiser] en in die functie gaat hij niet om met geld, bakkerijproducten of klanten zodat Onerab er ook niet bang voor hoeft te zijn dat [eiser] zich toch aan de verweten gedragingen schuldig gaat maken; niet gesteld is dat Onerab geen vertrouwen heeft in [eiser] kwaliteit als onderhoudsmonteur.
4.11
Bij toewijzing van de wettelijke verhoging over het salaris heeft [eiser] geen spoedeisend belang. Dat deel van de vordering zal worden afgewezen.
4.12
Als de in het ongelijk te stellen partij zal Onerab de proceskosten van [eiser] moeten vergoeden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
veroordeelt Onerab om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis over te gaan tot wedertewerkstelling van [eiser] in zijn oorspronkelijke functie van onderhoudsmonteur op straffe van een onmiddellijk te verbeuren dwangsom van Afl. 250, per dag, een gedeelte van de dag daaronder begrepen, dat Onerab deze veroordeling niet nakomt;
veroordeelt Onerab om aan [eiser] het nog verschuldigde loon vanaf de dag van ontslag door te betalen tot de dag waarop aan de arbeidsovereenkomst een einde is gekomen, te vermeerderen met Afl. 50, spaarplan en Afl. 100, incentive per maand, steeds te vermeerderen met de wettelijke rente over de dag waarover het salaris opeisbaar is geworden tot de dag waarop het is betaald;
veroordeelt Onerab in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [eiser] worden begroot op Afl. 450, aan griffierecht, Afl. 222,52 aan explootkosten en Afl. 1.500, aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 16 mei 2018 in aanwezigheid van de griffier.