ECLI:NL:OGEAA:2018:262

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
9 mei 2018
Publicatiedatum
23 mei 2018
Zaaknummer
A.R. 1551 van 2017 (AUA201701696)
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming bij huurachterstand

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is de rechtspersoon FUNDACION CAS PA COMUNIDAD ARUBANO (hierna: FCCA) als eiseres opgetreden tegen een gedaagde die een woning huurt van FCCA. De huurprijs bedraagt Afl. 368,- per maand, maar de gedaagde heeft een huurachterstand opgebouwd van Afl. 5.746,83. De gedaagde heeft in zijn verweer aangegeven dat er gebreken aan de woning zijn, maar dit werd door FCCA betwist. Na een gezamenlijke opname van de woning, waaruit bleek dat de gebreken voortvloeien uit een gebrek aan schoonmaak door de gedaagde, heeft het Gerecht geoordeeld dat de huurachterstand niet wordt betwist en toewijsbaar is.

Het Gerecht heeft vervolgens de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning toegewezen. De gedaagde werd veroordeeld om binnen dertig dagen na betekening van het vonnis de woning te ontruimen en de sleutels aan FCCA af te geven. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, wettelijke rente, en buitengerechtelijke kosten. De proceskosten aan de zijde van FCCA werden ook toegewezen. Het vonnis is uitgesproken op 9 mei 2018 door rechter mr. J. Sap en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Vonnis van 9 mei 2018
Behorend bij A.R. 1551 van 2017 (AUA201701696)
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de rechtspersoon
FUNDACION CAS PA COMUNIDAD ARUBANO,
te Aruba,
EISERES, hierna ook te noemen: FCCA,
gemachtigde: de advocaat mr. J.A. Saade,
tegen:
[Gedaagde],
te Aruba,
GEDAAGDE, hierna ook te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de aantekeningen van de griffier van de comparitie van partijen op 19 oktober 2017;
- de producties bij brief van 4 januari 2018;
- de reactie van FCCA;
- de stukken van Gedaagde.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.HET GESCHIL EN DE BEOORDELING

2.1 [
Gedaagde] huurt van FCCA een woning aan de [adres] tegen een bedrag van Afl. 368,- per maand. In de betaling van de huur is een achterstand ontstaan, ten tijde van het verzoekschrift bedragend Afl. 5.746,83.
2.2 [
Gedaagde] heeft bij verweer melding gemaakt van gebreken aan het gehuurde. Partijen hebben vervolgens gezamenlijk een opname gedaan en de resultaten daarvan overgelegd bij brief van 4 januari 2018.
2.3
FCCA heeft in reactie op de opname gesteld dat de gebreken voortvloeien uit een gebrek aan schoonmaak c.q. normale zorg die door gedaagde moet worden gegeven. [Gedaagde] heeft op zijn beurt stukken overgelegd, waaronder een aangifte van een diefstal van een DVD recorder alsook een brief, waarin FCCA aankondigt rechtsmaatregelen te treffen, met daarop de krabbel van de Minister voor Ruimtelijke Ordening, Infrastructuur en Integratie van 12 augustus 2016:
“Dir. FCCA, gaarne uw medewerking”.
2.4
Het Gerecht overweegt dat de huurachterstand door gedaagde niet wordt betwist en toewijsbaar is. Punt van geschil is de eveneens gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming. Die is toewijsbaar bij een achterstand van deze grootte. Het verweer van [gedaagde] dat sprake is van achterstallig onderhoud aan de zijde van FCCA is ongegrond, nu dat uit het gezamenlijke onderzoek niet blijkt en voorts door hem niet is onderbouwd. Aan de opmerking van de Minister gaat het Gerecht voorbij, nu deze nietszeggend is.
2.5
De buitengerechtelijke kosten zijn in na te melden zin, overeenkomstig de door het Hof gegeven richtlijnen, toewijsbaar.
2.6 [
Gedaagde] wordt veroordeeld in de proceskosten.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
ontbindt de huurovereenkomst die tussen partijen bestaat;
veroordeelt [gedaagde] tot ontruiming van het gehuurde aan de [adres] binnen dertig dagen na betekening van dit vonnis, met medeneming van de zijnen en het zijne en met achterlating van hetgeen van FCCA is, onder de verplichting de sleutels aan FCCA af te geven;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan FCCA van een bedrag van Afl. 5.746,83, te vermeerderen met de wettelijke rente, steeds over het saldo van de dan openstaande hoofdsom vanaf 25 juli 2017 tot de dag waarop volledig zal zijn betaald alsmede tot betaling van Afl. 368,- per maand voor iedere maand dat [gedaagde] het gehuurde niet heeft ontruimd, onverminderd de tussentijdse huurverhogingen;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan FCCA van Afl. 750,- aan buitengerechtelijke kosten;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van FCCA worden begroot op Afl. 450,- aan griffierecht, Afl. 222,53 aan explootkosten en Afl. 1.250,- aan salaris van de gemachtigde (2,5 pnt tarief 3);
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 9 mei 2018 in aanwezigheid van de griffier.