Op 25 april 2018 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een vonnis uitgesproken in de zaak tussen Mariel Trading N.V. h.o.d.n. Del Mar Trading (hierna: opposante) en Caribbean Accounting & Tax Consultants N.V. (hierna: CATC). De zaak betreft een verzet tegen een eerder uitgesproken betalingsbevel van 7 juni 2017, waarbij opposante werd bevolen tot betaling van een bedrag van Afl. 3.924,28, vermeerderd met rente en kosten. Opposante betwistte de schuld aan CATC en stelde dat zij geen openstaande facturen had ontvangen. CATC voerde aan dat zij diverse administratieve werkzaamheden voor opposante had verricht en dat de openstaande facturen betrekking hadden op deze werkzaamheden.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat opposante onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar verweer en dat CATC onbetwist heeft aangetoond dat zij werkzaamheden heeft verricht waarvoor betaling verschuldigd is. Het Gerecht heeft de eerdere beschikking bevestigd en opposante veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in civiele procedures en de verplichting van partijen om hun stellingen te onderbouwen met relevante documentatie.
De uitspraak is gedaan door mr. M.E.B. de Haseth en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting. De kosten van de procedure zijn begroot op Afl. 250,- aan salaris van de gemachtigde van CATC, en de veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad.