ECLI:NL:OGEAA:2018:235
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Vernietiging koopovereenkomst op grond van wilsgebreken en dwaling
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde eiseres een verklaring voor recht dat de koopovereenkomst van 3 maart 2016 met betrekking tot een onroerende zaak vernietigd moest worden op grond van dwaling. Eiseres stelde dat zij de overeenkomst nooit had gesloten als zij had geweten dat gedaagde 1 een voorschot van Afl. 65.000 aan gedaagde 3 had betaald. Gedaagde 1 voerde verweer en stelde dat er geen sprake was van een wilsgebrek aan de kant van eiseres. De procedure omvatte verschillende conclusies en een vonnis werd op 25 april 2018 uitgesproken.
De feiten van de zaak tonen aan dat eiseres en gedaagde 3 in gemeenschap van goederen gehuwd waren en dat hun huwelijk op 12 februari 2003 was ontbonden. Gedaagde 1 had een bedrag van Afl. 65.000 aan gedaagde 3 betaald als voorschot op de koopsom van de onroerende zaak, die tot de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap behoorde. Eiseres vorderde dat de koopovereenkomst vernietigd werd, omdat zij niet op de hoogte was van deze betaling en dit haar beslissing om de overeenkomst te sluiten had beïnvloed.
De rechter oordeelde dat er geen sprake was van een wilsgebrek, omdat gedaagde 1 niet wist dat gedaagde 3 nog alimentatie aan eiseres verschuldigd was. De rechter wees de vordering van eiseres af en verklaarde de koopovereenkomst rechtsgeldig. Eiseres werd veroordeeld in de proceskosten van gedaagde 1. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier en is uitvoerbaar bij voorraad.