In deze alimentatiezaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de Voogdijraad op 23 november 2017 een verzoekschrift ingediend. De zaak betreft de vader van twee minderjarige kinderen, geboren in 2008 en 2011, die door de vader zijn erkend. De moeder van de kinderen is als belanghebbende betrokken in de procedure. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 maart 2018 was de moeder aanwezig, terwijl de vader, ondanks een behoorlijke oproep, niet is verschenen en geen verweerschrift heeft ingediend.
De Voogdijraad verzoekt de vader te veroordelen tot betaling van een maandelijkse bijdrage van Afl. 300,-- voor de oudste minderjarige en Afl. 275,-- voor de jongere, ingaande op 1 december 2017. De vader heeft voldoende inkomen uit arbeid, maar heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zich te verweren.
Het gerecht overweegt dat ouders verplicht zijn bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen, conform hun draagkracht. Gezien de omstandigheden en het ontbreken van verweer, heeft het gerecht besloten dat de vader de gevraagde alimentatie moet betalen, met een ingangsdatum van 1 januari 2018, en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De uitspraak is gedaan door mr. M. Schoemaker op 17 april 2018.