Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
3.DE BEOORDELING
4.DE BESLISSING
dinsdag 17 april 2018ter griffie van het Gerecht af te leggen schriftelijke verklaring, met gelijktijdig afschrift daarvan aan La Cabana;
woensdag 18 april 2018;
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 10 april 2018 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen [verzoeker] en de COÖPERATIEVE VERENIGING LA CABANA BEACH & RACQUET CLUB. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. D.G. Kock, verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van gewichtige redenen, zoals omschreven in het verzoekschrift. De verweerster, La Cabana, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.E.D. Brown, heeft verweer gevoerd en concludeerde tot toewijzing van het verzoek, eventueel onder toekenning van een lagere billijkheidsvergoeding.
De mondelinge behandeling vond plaats op 15 maart 2018, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de verzoeker zich op een ongewenste werkplek bevond en dat de werksfeer door bepaalde omstandigheden was verpest. Echter, het Gerecht oordeelde dat het beweerdelijk verwijtbaar handelen van La Cabana niet voldoende was onderbouwd. Desondanks heeft het Gerecht besloten tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, nu beide partijen dit voorstonden, wat als een gewichtige reden wordt beschouwd volgens artikel 7A:1615w BW.
De beschikking houdt in dat de arbeidsovereenkomst met ingang van 18 april 2018 wordt ontbonden en dat La Cabana een billijkheidsvergoeding van Afl. 42.708,82 bruto aan de verzoeker dient te betalen. Tevens is bepaald dat de proceskosten tussen partijen worden gecompenseerd, waarbij ieder zijn eigen kosten draagt. De beschikking is openbaar uitgesproken op 10 april 2018 door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, in aanwezigheid van de griffier.