In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 10 april 2018, wordt een verzoek behandeld van de Stichting Hollands Vastgoed in Costa Rica. De stichting verzoekt om het vaststellen van een gerechtelijke rangregeling en de benoeming van een rechter-commissaris. Dit verzoek is ingegeven door eerdere vonnissen waarbij de heer [de heer y] is veroordeeld tot betaling aan zowel de heer [de heer x] als aan Hollands Vastgoed. De feiten van de zaak zijn als volgt: op 1 april 2014 heeft de heer [de heer x] conservatoir beslag gelegd op onroerende zaken van de heer [de heer y]. Dit beslag is later gevolgd door een vonnis van het Hof van 19 september 2017, waarin de heer [de heer y] is veroordeeld tot betaling van € 68.000,-- aan de heer [de heer x]. Daarnaast heeft Hollands Vastgoed op 4 juli 2014 ook conservatoir beslag gelegd op de onroerende zaken van de heer [de heer y]. Een ander vonnis van 22 juni 2016 heeft de heer [de heer y] veroordeeld tot betaling van € 6.000.000,-- aan Hollands Vastgoed.
In de beschikking wordt het verzoek van Hollands Vastgoed om een gerechtelijke rangregeling te openen, toegewezen. De rechter-commissaris, mr. J. Sap, wordt benoemd om de verdeling te begeleiden. De griffier wordt opgedragen om belanghebbenden te informeren over de benoeming van de rechter-commissaris en hen te verzoeken hun vorderingen binnen twee weken aan te melden. De beschikking eindigt met de mededeling dat verdere beslissingen worden aangehouden.