ECLI:NL:OGEAA:2018:163

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 maart 2018
Publicatiedatum
4 april 2018
Zaaknummer
K.G. no. AUA201800371
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie van jong meerderjarig kind in kort geding

In deze zaak, die op 28 maart 2018 werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is een kort geding aanhangig gemaakt door een jong meerderjarig kind, hierna aangeduid als de zoon, tegen zijn vader. De zoon, die op [geboortedatum] in Aruba is geboren en inmiddels 19 jaar oud is, woont bij zijn moeder en heeft verzocht om een bijdrage van zijn vader in de kosten van levensonderhoud en studie. De zoon vorderde dat de vader met ingang van 1 januari 2018 een bedrag van Afl. 1.350,- per maand zou betalen. De vader heeft verweer gevoerd tegen deze vordering.

De rechter heeft vastgesteld dat de behoefte van de zoon, op basis van gemiddelde kosten voor kinderen van zijn leeftijd, rond de Afl. 750,- per maand ligt. Dit bedrag omvat de schoolkosten en redelijke kosten voor kleding, persoonlijke zorg, telefoon, schoeisel en recreatie. De zoon heeft echter geen onderbouwing geleverd voor extra kosten zoals Taekwondo, fitness en dansles, waardoor deze niet zijn meegenomen in de vaststelling van de behoefte.

De rechter heeft geconcludeerd dat er geen aanwijzingen zijn dat de vader niet in staat is om de gevorderde bijdrage te betalen. Daarom is de vordering tot een bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie van de zoon toegewezen tot het bedrag van Afl. 750,- per maand, met ingang van 1 april 2018. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken door mr. E.M.D. Angela in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 28 maart 2018
Behorend bij K.G. no. AUA201800371.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het kort geding tussen:
[naam eiser],
wonende in Aruba,
eiser,
gemachtigde: de advocaat mr. G. de Hoogd,
tegen:
[naam gedaagde],
wonende in Aruba,
gedaagde,
gemachtigde: de advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 9 februari 2018;
- de faxbrief met producties zijdens de zoon, ingediend op 8 maart 2018;
- de aantekeningen van de griffier van de behandeling op 9 maart 2018, waar partijen het woord hebben gevoerd en waar zij op elkaars stellingen hebben gereageerd, dan wel hebben kunnen reageren.
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende weersproken alsmede op grond van de niet weersproken inhoud van de producties kan van het volgende worden uitgegaan.
2.1
[naam eiser] (hierna: de zoon) is op [geboortedatum] in Aruba geboren. Hij is erkend door gedaagde (hierna: de vader).
2.2
De zoon is inmiddels 19 jaar en woont bij zijn moeder.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
De zoon heeft - samengevat - gevorderd dat het gerecht bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad, zal bevelen dat de vader ingaande 1 januari 2018 een bedrag van Afl. 1.350,- per maand ter zake de kosten van levensonderhoud en studie van de zoon zal voldoen, kosten rechtens.
3.2
De vader heeft verweer gevoerd.

4.DE BEOORDELING

4.1
Bij het vaststellen van de behoefte van de zoon hanteert het gerecht als richtsnoer dat deze voor kinderen in de leeftijd van de zoon gemiddeld Afl. 750,- per maand bedraagt. Het gerecht is van oordeel dat aangenomen kan worden dat de kosten ten aanzien van het levensonderhoud en de studie van de zoon rond dat bedrag liggen. In dit bedrag zitten begrepen de schoolkosten en de redelijke kosten aan kleding, persoonlijke zorg, telefoon, schoeisel en die van recreatie (zoals bioscoop), zodat met de door de zoon opgevoerde (overigens niet met stukken onderbouwde) daadwerkelijke kosten van deze posten bij de vaststelling van de behoefte niet afzonderlijk rekening zal worden gehouden. Dit bedrag kan worden verhoogd indien blijkt van bijzondere uitgaven van de zoon die niet zijn begrepen in genoemd bedrag van Afl. 750,- (zoals hobby’s). De zoon heeft de gemotiveerd betwiste posten “Taekwondo, fitness en dansles” op geen enkele wijze met stukken onderbouwd, zodat het gerecht deze niet zal betrekken bij het vaststellen van de behoefte van de zoon.
Gelet op het vorenstaande kan de behoefte van de zoon worden vastgesteld op Afl. 750,- per maand.
4.2
Uit het verhandelde ter zitting is niet gebleken dat de vader niet draagkrachtig zou zijn om voornoemde kosten van levensonderhoud en studie van de zoon te dragen. De vordering zal dan ook tot dat bedrag worden toewezen. De ingangsdatum wordt bepaald op 1 april 2018.
4.3
Gelet op de aard van het geding zullen de proceskosten worden gecompenseerd.

5.DE BESLISSING

De rechter in dit gerecht, rechtdoende in kort geding:
bepaalt de bijdrage van [naam gedaagde] in de kosten van levensonderhoud en studie van [naam eiser], geboren op [geboortedatum] in Aruba, op Afl. 750,- per maand, met ingang van 1 april 2018;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.M.D. Angela, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 28 maart 2018 in aanwezigheid van de griffier.