ECLI:NL:OGEAA:2018:159

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 maart 2018
Publicatiedatum
4 april 2018
Zaaknummer
A.R. no. 1659 van 2017/AUA201701953
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap na echtscheiding met deskundigenonderzoek

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, gaat het om de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap tussen de vrouw en de man, die in 2014 zijn gehuwd en in 2016 zijn gescheiden. De vrouw heeft in conventie gevorderd dat het gerecht de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap gelast en vaststelt op de in het verzoekschrift uiteengezette wijze. De man verzet zich niet tegen de verdeling, maar wel tegen de wijze waarop de vrouw deze wil laten uitvoeren. In reconventie vordert de man onder andere betaling van een bedrag van Afl. 9.259,88 en maandelijkse betalingen ter zake van hypotheekaflossing en verzekeringspremies.

Tijdens de comparitie hebben beide partijen aangegeven dat zij willen dat de woning verkocht wordt en dat taxateur Wilson zal worden aangewezen om de waarde van de woning te taxeren. Het gerecht heeft besloten om een deskundigenonderzoek te gelasten en heeft dhr. Antonio Wilson benoemd als deskundige. De deskundige moet een schriftelijk en gemotiveerd taxatierapport opstellen betreffende het onroerend goed, met vaststelling van de marktwaarde. De man is verplicht om een voorschot te betalen voor de werkzaamheden van de deskundige.

Het gerecht heeft verder bepaald dat partijen aan de deskundige elke door hem verlangde medewerking zullen verlenen en dat de deskundige hen de gelegenheid zal geven om commentaar te leveren op zijn conceptbericht. De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen en partijen zijn verzocht om akten in te dienen op 6 juni 2018.

Uitspraak

Vonnis van 28 maart 2018 (bij vervroeging)
Behorend bij A.R. no. 1659 van 2017/AUA201701953
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
[naam eiseres],
wonende in Aruba,
eiseres,
nader te noemen: “de vrouw”,
gemachtigde: de advocaat mr. G.L. Griffith,
tegen:
[naam gedaagde],
wonende in Aruba,
gedaagde,
nader te noemen “de man”,
gemachtigde: de advocaat mr. J.A.R. Bryson.

1.DE VERDERE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot en met 6 december 2017 blijkt uit het tussenvonnis van die datum. Op 23 januari 2017 heeft een comparitie van partijen plaatsgevonden. Ter zitting heeft de vrouw een conclusie van antwoord in reconventie ingediend.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Partijen zijn op [huwelijksdatum] 2014 in Aruba binnen algehele gemeenschap van goederen gehuwd. Bij beschikking van 26 september 2016 is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. De beschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van Aruba.
2.2
De ontbonden huwelijksgoederengemeenschap is nog niet verdeeld.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
De vrouw vordert in conventie, samengevat, dat het gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
- de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap gelast en vaststelt op de in het verzoekschrift nader uiteengezette wijze (1/2),
- bepaalt dat indien de man weigert aan het gevorderde te voldoen, het in deze te wijzen vonnis in de plaats treedt van eventuele noodzakelijke akten (3),
- bepaalt dat de overeenkomstig het gevorderde onder 1 en 2 opgemaakte akten rechtsgeldig in de daartoe bestemde registers kunnen worden ingeschreven (4),
- de man veroordeelt in de proceskosten (5).
3.2
De man verzet zich in conventie niet tegen verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap, maar wel tegen de door de vrouw gevorderde wijze van verdeling.
3.3
De man vordert in reconventie, samengevat, dat het gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
- de vrouw veroordeelt om aan de man te betalen een bedrag van Afl. 9.259,88 vermeerderd met de wettelijke rente (a),
- de vrouw veroordeelt om aan de man te betalen een bedrag van Afl. 990,50 per maand ter zake van hypotheekaflossing en verzekeringspremies vermeerderd met de wettelijke rente totdat de voormalige echtelijke woning verkocht en geleverd zal zijn (b),
- de vrouw veroordeelt een vergoeding voor het gebruik van de woning aan de man te betalen totdat de voormalige echtelijke woning verkocht en geleverd zal zijn (c),
- de vrouw veroordeelt in de proceskosten (e).
3.4
De vrouw voert verweer tegen de vordering in reconventie en concludeert tot afwijzing.
3.5
Op de stellingen van partijen zal, voor zover nodig, in het hiernavolgende nader worden ingegaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
Uit de stellingen die partijen hebben ingenomen en stukken die zij in het geding hebben gebracht begrijpt het gerecht dat beide partijen wensen dat het gerecht de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap vaststelt.
4.2
Uitgangsdatum in verdelingszaken is dat als peildatum voor de vaststelling van de omvang van de boedel geldt de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking Partijen hebben niet gesteld dat voor de onderhavige verdeling een ander uitgangspunt zou moeten gelden. Het gerecht zal dan ook als peildatum voor de vaststelling van de omvang van de boedel de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking hanteren. Eiseres heeft ter comparitie onbetwist gesteld dat de echtscheidingsbeschikking op 24 oktober 2016 in de registers is ingeschreven, zodat het gerecht uit zal gaan van die datum.
4.3
Het gerecht zal thans op de verschillende boedelbestanddelen ingaan.
Voormalige echtelijke woning te [adres]
4.4
Partijen hebben ter comparitie beiden aangegeven dat zij wensen dat de woning verkocht zal worden. Zij zijn akkoord gegaan dat het gerecht taxateur Wilson zal aanwijzen om de waarde van de woning te taxeren. In het verleden heeft taxateur Wilson de woning al getaxeerd. Het gerecht zal overgaan tot benoeming van deze taxateur om een recent taxatierapport van de woning op te stellen. De man is ter comparitie bereid gebleken om de taxatiekosten voor te schieten. De man dient het voorschot vooraf bij de griffie van dit gerecht te storten. Partijen kunnen zich nadien bij akte uitlaten over de getaxeerde waarde, tegen welke prijs de woning te koop gezet zal worden, wat de minimale verkoopprijs dient te zijn en bij welke makelaar de woning te koop gezet zal worden.
Inboedel
4.5
Partijen zijn het niet eens over wie in het bezit is gebleven dan wel gekomen van welke goederen. Daarnaast zijn partijen het niet eens over de waarde van de inboedelgoederen. Tijdens de comparitie bleek dat de door de vrouw opgestelde overzichten (producties 3 en 4 verzoekschrift en productie 6 conclusie van antwoord in reconventie) niet accuraat zijn. Ter zitting heeft de zittingsrechter al aangekondigd dat de vrouw bij akte een nieuw, accuraat overzicht van de inboedelgoederen (wie heeft wat gehouden/meegenomen en wat is de waarde). De man kan daar vervolgens bij akte op reageren.
Trailer en tri-bike
4.6
De vrouw stelt dat een trailer en tri-bike deel uitmaken van de gemeenschap. De man betwist dit en stelt dat deze toebehoren aan zijn vader. De vrouw kan bij akte haar stelling nader onderbouwen aan de hand van stukken. Indien blijkt dat deze goederen daadwerkelijk deel uitmaken van de gemeenschap, zal nadien alsnog taxatie plaats dienen te vinden, tenzij partijen alsnog overeenstemming bereiken over de waarde.
Belastingrestituties
4.6
Zoals ter comparitie is besproken, dienen partijen bij akte nog nadere informatie over de belastingrestituties te verstrekken.
Auto’s
4.7
Ter comparitie is afgesproken dat de man de Jeep zal laten taxeren. De man is ter comparitie akkoord gegaan met de door de vrouw (nader) aangegeven waarde van de Hyundai Accent, te weten Afl. 3.500,00.
4.8
Partijen kunnen zich bij akte uitlaten over eventuele resterende punten.
4.9
In afwachting van de benoeming van de taxateur, zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
5.1
gelast een deskundigenonderzoek;
5.2
benoemt tot deskundige:
dhr. Antonio Wilson
Contactgegevens:
Wilson Consultancy N.V.
[adres]
Tel: [telefoonnummer]
Fax: [faxnummer]
Email: [e-mailadres]
5.3
bepaalt dat de deskundige na kennisneming van alle relevante stukken van het geding en ontvangst van het voorschot een schriftelijk en gemotiveerd taxatierapport op te stellen betreffende het onroerend goed, plaatselijk bekend als [adres], met vaststelling van de marktwaarde;
5.4
bepaalt dat de deskundige bij zijn onderzoek partijen in de gelegenheid zal stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, alsmede dat van het één en ander uit het schriftelijke bericht zal blijken;
5.5
bepaalt dat partijen aan de deskundige elke door hem verlangde medewerking zullen verlenen;
5.6
bepaalt dat de deskundige alvorens zijn bericht aan het gerecht uit te brengen aan partijen een conceptbericht dient toe te zenden en hun de gelegenheid dient te geven tot het leveren van commentaar op dat conceptbericht, waarbij de deskundige in het definitief bericht dient in te gaan op het eventuele commentaar van partijen;
5.7
bepaalt dat de man uiterlijk binnen twee weken na dit vonnis ieder Afl. 450,00 dient te voldoen ter griffie van dit gerecht, onder vermelding van het zaaknummer (AR 1659/2017/AUA201701953) en de datum van dit vonnis, ter dekking van het voorschot van de deskundige;
5.8
bepaalt dat de deskundige zijn werkzaamheden niet hoeft aan te vangen indien het voorschot niet, niet volledig of niet tijdig ter griffie is voldaan;
5.9
bepaalt dat de deskundige, indien het voorschot tijdig ter griffie wordt betaald, uiterlijk op 9 mei 2018 een schriftelijk gemotiveerd en door hem ondertekend rapport ter griffie van dit gerecht (door verzending naar het gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, J.G. Emanstraat no. 51, Oranjestad, Aruba) in drievoud dient neer te leggen, onder vermelding van het zaaknummer (AR 1659/2017/AUA201701953), tezamen met zijn einddeclaratie;
5.1
verwijst de zaak naar de rol van 6 juni 2018
direct peremptoirvoor indiening van akten zijdens beide partijen gelijktijdig, waarna partijen nog gelijktijdig een antwoordakte zullen mogen nemen,
direct peremptoir;
5.11
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 28 maart 2017 in aanwezigheid van de griffier.