ECLI:NL:OGEAA:2018:156
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding wegens gebrek aan overeenkomst afgewezen
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vorderde eiseres een bedrag van Afl. 59.700,- vermeerderd met rente en kosten van gedaagde. Eiseres stelde dat er een overeenkomst was gesloten met gedaagde, die in de uitvoering daarvan tekortgeschoten zou zijn, waardoor zij schade had geleden. Gedaagde betwistte echter het bestaan van een overeenkomst en voerde aan dat hij eiseres niet kende en dat hij geen contract met haar had gesloten. Hij is hoogbejaard en beweerde dat de overeenkomst niet met hem, maar mogelijk met zijn zoon was gesloten.
Eiseres baseerde haar vordering op een visitekaartje van WILMA engineering & construction N.V., waar gedaagde als technical manager op vermeld stond. Echter, deze onderneming was opgeheven voordat de overeenkomst tot stand kwam. Eiseres overhandigde ook betaalbewijzen die ondertekend zouden zijn door gedaagde, maar het Gerecht concludeerde dat de handtekening op deze kwitanties niet van gedaagde was. Eiseres stelde dat, ondanks de opheffing van de onderneming, zij met gedaagde een overeenkomst was aangegaan via een eenmanszaak die op hetzelfde adres was ingeschreven.
Het Gerecht oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat eiseres daadwerkelijk met gedaagde had gecontracteerd. De informatie waarop eiseres zich baseerde, betrof een opgeheven onderneming en de persoon die bij haar was gekomen was niet gedaagde. Het Gerecht concludeerde dat er geen overeenkomst met gedaagde was gesloten, waardoor eiseres geen vorderingsrecht had. De vordering werd afgewezen en eiseres werd veroordeeld in de proceskosten.