Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE FEITEN
3.HET VERZOEK
4.DE BEOORDELING
voor zover die verplichting uit de aard der zaak volgt, of haar uitdrukkelijk is opgelegd.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 27 maart 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen verzoekster, een voormalige magazijnbeheerder bij Instituto Medico San Nicolas (Imsan), en haar werkgever. Verzoekster was op 1 november 2013 in dienst getreden en ontving een salaris van Afl. 4.270,- bruto per maand. Op 9 juni 2017 werd zij op staande voet ontslagen, na een waarschuwing voor het verstrekken van medicatie zonder recept en het gebruik van marihuana. Het ontslag werd door Imsan gerechtvaardigd met de stelling dat verzoekster vertrouwelijke informatie had gedeeld met een derde partij, wat zou leiden tot een schending van haar geheimhoudingsplicht.
Verzoekster verzocht de rechter om te verklaren dat het ontslag kennelijk onredelijk en onregelmatig was, en vorderde wedertewerkstelling en schadevergoeding. Het Gerecht oordeelde dat het ontslag kennelijk onredelijk was, omdat de informatie die verzoekster had gedeeld niet als vertrouwelijk kon worden aangemerkt. De rechter stelde vast dat Imsan onvoldoende had aangetoond dat verzoekster zich schuldig had gemaakt aan een schending van de geheimhoudingsplicht. Bovendien werd opgemerkt dat de eerdere waarschuwing en schorsing niet gerelateerd waren aan de feiten die tot het ontslag leidden.
Het Gerecht wees het verzoek om wedertewerkstelling af, maar kende verzoekster een schadevergoeding toe van Afl. 27.580,- bruto, vermeerderd met wettelijke rente. Imsan werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor werkgevers om duidelijk te maken welke informatie als vertrouwelijk wordt beschouwd, en dat ontslag op staande voet niet lichtvaardig moet worden toegepast zonder voldoende bewijs van een schending van de arbeidsovereenkomst.