ECLI:NL:OGEAA:2018:142

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 maart 2018
Publicatiedatum
28 maart 2018
Zaaknummer
EJ nr. 2354 van 2017 / AUA201702953
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging vader tot verdeling van registergoed voor minderjarige kinderen

In deze zaak heeft de vader, verzoeker, een machtiging aangevraagd om namens zijn minderjarige kinderen mee te werken aan de verdeling van een registergoed. De minderjarigen zijn deelgenoten in de nalatenschap van hun overleden moeder, die een perceel domeingrond en een daarop gebouwd huis omvat. De vader wil ervoor zorgen dat er geen hypotheekschuld overblijft na de verkoop van het registergoed. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 31 oktober 2017 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 6 februari 2018. Tijdens deze behandeling werd duidelijk dat de minderjarigen elk een aandeel van 1/6 in het registergoed hebben, terwijl de vader recht heeft op de helft van het onverdeeld aandeel. De marktwaarde van het registergoed is vastgesteld op Afl. 510.000,--. De vader heeft aangegeven dat het registergoed aan de broer van de minderjarigen zal worden verkocht, die ook gerechtigde is in de nalatenschap. Het gerecht heeft geoordeeld dat het in het belang van de minderjarigen is dat de vader wordt gemachtigd om de verdeling van het registergoed te regelen. De beslissing houdt ook in dat het aandeel van de minderjarigen in de koopsom op een geblokkeerde rekening moet worden gestort tot hun 18e verjaardag.

Uitspraak

Beschikking van 20 maart 2018
Behorend bij EJ nr. 2354 van 2017 / AUA201702953
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[de vader],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, de vader,
in persoon.
Belanghebbenden:
[de minderjarige 1],geboren op [geboortedatum] 2001
,
[de minderjarige 2],geboren op [geboortedatum] 2004,
beide wonende in Aruba,
hierna: de minderjarigen.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 31 oktober 2017,
  • de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 6 februari 2018, waaruit blijkt dat is verschenen verzoeker in persoon en mevrouw [medeweker] namens de notaris mr. [notaris],
  • een brief van verzoeker met het taxatierapport d.d. 24 maart 2017 en de hypotheekschuld per 14 februari 2018, ingediend op 13 februari 2017.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Verzoeker is de vader van de minderjarigen voornoemd. De minderjarigen zijn deelgenoten in de nalatenschap van hun moeder wijlen [wijlen moeder], geboren op 6 december 1968 in de Dominicaanse Republiek en overleden op 13 mei 2015 in Aruba.
2.2
Tot de nalatenschap van wijlen [wijlen moeder] behoort het recht van erfpacht tot vier mei tweeduizend tweeënveertig op een perceel domeingrond, groot vijfhonderd vierkante meter (500 m²), gelegen te [straat] in Aruba, kadastraal bekend als [kadastrale aanduiding], met het daarop gebouwde, plaatselijk bekend als: [adres] (hierna: het registergoed).
2.3
De minderjarigen zijn ieder voor een/zesde (1/6) onverdeeld aandeel in bovenvermeld registergoed gerechtigd. De vader is voor de helft van het onverdeeld aandeel in bovenvermeld registergoed gerechtigd.
2.4
Blijkens het overgelegde taxatierapport d.d. 24 maart 2017 bedraagt de marktwaarde van het registergoed Afl. 510.000,-- en de executiewaarde Afl. 408.000,--.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt ertoe om aan verzoeker machtiging te verlenen om namens de minderjarigen mee te werken aan de verdeling van het registergoed.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het in artikel 1:345, eerste lid, onderdeel a, BWA neergelegde vereiste van rechterlijke machtiging heeft de strekking de belangen van de belanghebbenden te beschermen.
4.2
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat er een groot verschil is tussen het aflossingsbedrag en de leggerwaarde/marktwaarde. Verzoeker heeft ter zitting meegedeeld dat het registergoed aan de broer van de minderjarigen zal worden verkocht, die ook gerechtigde is in de nalatenschap. Voorts heeft verzoeker meegedeeld dat hij geen winst hoeft te verdienen bij de verkoop. Het is de broer van de minderjarigen die nu in de woning verblijft en voor de hypotheekaflossing zorgt. Verzoeker wil wel dat er geen restschuld overblijft na verkoop van het registergoed. De verkoopprijs wordt daardoor op het moment van het ondertekenen van de leveringsakte vastgesteld.
4.3
Blijkens de afrekening hypotheek bedroeg het aflossingsbedrag per 14 februari 2018 Afl. 269.507,14. Dit betekent dat als verzoeker gerechtigd is tot ½ deel van het registergoed en geen restschuld over wil houden de koopsom ruim Afl 539.000,- moet zijn. Het gerecht is van oordeel dat het in dit geval in het belang van de minderjarigen wenselijk is dat verzoeker wordt gemachtigd om voor hun rekening tot verdeling van het registergoed over te gaan. Het verzoek kan derhalve worden ingewilligd. Tevens acht het gerecht het in het belang van de minderjarigen wenselijk en noodzakelijk dat het aandeel van de minderjarigen in de koopsom op een tot de 18e verjaardag geblokkeerde rentedragende rekening wordt gestort op naam van de minderjarige.

5.BESLISSING

Het gerecht:
machtigt de vader, [de vader], om voor en namens [de minderjarige 1], [geboortedatum] 2001 in Aruba en [de minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2004 in Aruba, om medewerking te verlenen aan de verdeling van:
het recht van erfpacht tot vier mei tweeduizend tweeënveertig op een perceel domeingrond, groot vijfhonderd vierkante meter (500 m²), gelegen te [straat] in Aruba, kadastraal bekend als [kadastrale aanduiding], met het daarop gebouwde, plaatselijk bekend als: [adres] onder de voorwaarde dat het aandeel van de minderjarigen in de koopsom wordt overgemaakt op een rentedragende bankrekening op naam van de minderjarigen, welke bankrekening tot hun 18e levensjaar zal zijn geblokkeerd.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 20 maart 2018 door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.