In deze zaak heeft de vader, verzoeker, een machtiging aangevraagd om namens zijn minderjarige kinderen mee te werken aan de verdeling van een registergoed. De minderjarigen zijn deelgenoten in de nalatenschap van hun overleden moeder, die een perceel domeingrond en een daarop gebouwd huis omvat. De vader wil ervoor zorgen dat er geen hypotheekschuld overblijft na de verkoop van het registergoed. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 31 oktober 2017 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 6 februari 2018. Tijdens deze behandeling werd duidelijk dat de minderjarigen elk een aandeel van 1/6 in het registergoed hebben, terwijl de vader recht heeft op de helft van het onverdeeld aandeel. De marktwaarde van het registergoed is vastgesteld op Afl. 510.000,--. De vader heeft aangegeven dat het registergoed aan de broer van de minderjarigen zal worden verkocht, die ook gerechtigde is in de nalatenschap. Het gerecht heeft geoordeeld dat het in het belang van de minderjarigen is dat de vader wordt gemachtigd om de verdeling van het registergoed te regelen. De beslissing houdt ook in dat het aandeel van de minderjarigen in de koopsom op een geblokkeerde rekening moet worden gestort tot hun 18e verjaardag.