ECLI:NL:OGEAA:2018:134
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep belastingzaken wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de belanghebbende, een N.V. gevestigd in Aruba, beroep ingesteld tegen een uitspraak van de Inspecteur der Belastingen. De Inspecteur had op 14 april 2016 een naheffingsaanslag belasting op bedrijfsomzetten (BBO) opgelegd voor het jaar 2015, samen met een verzuimboete. De belanghebbende maakte op 31 mei 2016 bezwaar tegen deze naheffingsaanslag, maar de Inspecteur wees dit bezwaar af op 8 juni 2016. De belanghebbende heeft vervolgens op 15 augustus 2016 beroep ingesteld, maar dit was na de wettelijke termijn van twee maanden na de dagtekening van de uitspraak op bezwaar, die op 8 juni 2016 was gedateerd.
De belanghebbende stelde dat de Inspecteur in een vragenbrief een termijn van twee weken had gegeven om te reageren, en dat de beroepstermijn daarom op 15 juni 2016 was aangevangen. Het Gerecht oordeelde echter dat deze stelling geen steun vond in de wet, die duidelijk aangeeft dat de termijn voor het instellen van beroep twee maanden na de dagtekening van de uitspraak op bezwaar is. De rechtbank concludeerde dat er geen gronden waren om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten, en verklaarde de belanghebbende niet-ontvankelijk in haar beroep.
De uitspraak werd gedaan door mr. D.J. Jansen op 27 maart 2018, en tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof. De griffier, M.M.M. Faro MSc, was aanwezig bij de uitspraak.