ECLI:NL:OGEAA:2018:124
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Alimentatiezaak tussen een zoon en zijn vader met betrekking tot de maandelijkse bijdrage voor levensonderhoud en studie
In deze alimentatiezaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de zoon, bijgestaan door zijn advocaat mr. M.M.M.C. Ecury, zijn vader, vertegenwoordigd door mr. H.F. Falconi, aangeklaagd voor het niet voldoen aan zijn onderhoudsplicht. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 21 juni 2017 werd ingediend, gevolgd door verschillende producties en een mondelinge behandeling op 30 januari 2018. De zoon, die bij zijn moeder in Aruba woont, verzocht om een maandelijkse bijdrage van Afl. 450,- voor zijn levensonderhoud en studie, terwijl de vader, woonachtig in Nederland, aanvoerde dat hij niet over voldoende draagkracht beschikte om deze bijdrage te betalen.
De rechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig beoordeeld. De zoon is geboren uit de relatie tussen zijn ouders en is inmiddels 19 jaar oud. De vader heeft een arbeidsongeschiktheidsuitkering van ongeveer € 990,- per maand en heeft recentelijk een eigen woning toegewezen gekregen met een huurprijs van ongeveer € 470,- per maand. De rechter heeft vastgesteld dat de vader zijn financiële situatie niet voldoende heeft onderbouwd en dat zijn maandelijkse lasten, inclusief huur en andere noodzakelijke uitgaven, zijn draagkracht zodanig beperken dat hij niet in staat is om bij te dragen aan de kosten van levensonderhoud van zijn zoon.
Uiteindelijk heeft de rechter geoordeeld dat de vader voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet in staat is om enige bijdrage te leveren aan de kosten van levensonderhoud en studie van de zoon. Het verzoek van de zoon is afgewezen, maar hij kreeg wel toestemming om kosteloos te procederen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.