ECLI:NL:OGEAA:2018:12

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 januari 2018
Publicatiedatum
15 januari 2018
Zaaknummer
AUA201701421
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen e-mailbericht inzake schooladvies van minderjarige

In deze zaak heeft appellante, in haar hoedanigheid als wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige [kind], beroep ingesteld tegen een e-mailbericht van de Inspecteur van het Onderwijs, waarin het verzoek om heroverweging van het MAVO-schooladvies van haar dochter werd afgewezen. De Scol Basico Washington had eerder het verzoek van appellante om het schooladvies te heroverwegen afgewezen, waarna appellante bezwaar maakte bij de Inspectie van het Onderwijs. De Inspecteur van het Onderwijs heeft in een e-mail van 30 mei 2017 geadviseerd om de klacht schriftelijk naar de Minister van Onderwijs te sturen, maar het gerecht oordeelde dat dit e-mailbericht geen beslissing op het bezwaar van appellante bevatte. Hierdoor kon er geen beroep tegen worden ingesteld, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep.

Het gerecht heeft overwogen dat volgens de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) een beschikking een schriftelijk besluit van een bestuursorgaan is, maar dat het e-mailbericht in dit geval niet als zodanig kan worden aangemerkt. De rechter heeft verder opgemerkt dat een beslissing op bezwaar in dit geval tot niet-ontvankelijkheid van het bezwaar zou moeten leiden, omdat het schooladvies een beoordeling van het kennen of kunnen van de minderjarige betreft, wat uitgesloten is van beroep volgens de Lar. De uitspraak werd gedaan door mr. D.J. Jansen op 8 januari 2018, en tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof.

Uitspraak

Uitspraak van 8 januari 2018
AUA201701421
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[appellante], in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige
[kind]
wonende te Aruba,
APPELLANTE,
gemachtigden: [vader], de vader van de minderjarige, en mr. S.C. Larmonie, advocaat te Curaçao,
gericht tegen:
de minister van Onderwijs en Gezin,
zetelende in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. J.O. Senchi (DWJZ).

1.PROCESVERLOOP

Bij schrijven van 25 april 2017 heeft de Scol Basico Washington het verzoek van appellante om het MAVO-schooladvies van haar dochter [kind] te heroverwegen, afgewezen. Daartegen heeft appellante bezwaar gemaakt bij de Inspectie van het Onderwijs.
Naar aanleiding hiervan heeft appellante een emailbericht van 30 mei 2017 van de Inspecteur van het Onderwijs ontvangen. Tegen dit emailbericht heeft appellante op 7 juli 2017 beroep ingesteld bij het gerecht.
Het beroep is op behandeld ter zitting van 13 november 2017, alwaar is verschenen verweerder bij zijn gemachtigde voornoemd.
De uitspraak is nader bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Ingevolge artikel 2, eerste lid van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) wordt in deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen verstaan onder beschikking: een op enig rechtsgevolg gericht schriftelijk besluit van een bestuursorgaan.
2.1.1
Ingevolge het tweede lid onder f zijn van het begrip beschikking onder meer uitgezonderd besluiten, houdende een beoordeling van het kennen of kunnen van iemand die te dier zake is geëxamineerd of op enigerlei andere wijze is getoetst.
2.1.2
Ingevolge artikel 9 kan degene die door een beschikking rechtstreeks in zijn belang is getroffen, het bestuursorgaan verzoeken de beschikking in heroverweging
te nemen, tenzij deze op bezwaar is genomen.
2.1.3
Ingevolgde artikel 23, eerste lid van de Lar kan degene die rechtstreeks in zijn belang is getroffen door een op een bezwaarschrift genomen beslissing als bedoeld in de artikelen 12, eerste lid, 14, tweede lid, of 20, daartegen beroep instellen bij het Gerecht.
2.2
Appellante heeft zich op het standpunt gesteld dat het e-mailbericht van 30 mei 2017 een beschikking is op het ingediend bezwaarschrift en heeft daartegen beroep ingesteld.
2.2.1
Bij voormeld e-mailbericht van 30 mei 2017 heeft de Inspecteur van het Onderwijs appellant sub 1 als volgt te kennen gegeven: “Na grondig onderzoek en navraag bij de Dienst Publieke scholen (DPS), waaronder Washington school valt, adviseer ik u om uw klacht schriftelijk per omgaande naar de Minister van Onderwijs te sturen. Van DPS heb ik een schrijven ontvangen dat uw dochter niet heeft voldaan aan de norm voor de zaakvakken en daarom niet toegelaten werd tot het maken van de toelatingstoets. Ik heb de volste begrip voor uw situatie en in mijn functie als Inspectie heb ik daarom nader onderzoek gedaan en zal de minister adviseren in deze. Zodra het bekend wordt wat de beslissing wordt u geïnformeerd”.
2.2.2
Het gerecht is van oordeel dat dit e-mailbericht gegeven de bewoordingen daarvan, geen beslissing op het bezwaar van appellante behelst zodat daartegen geen beroep kan worden ingesteld. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk.
2.3
Het gerecht overweegt ten overvloede dat een beslissing op bezwaar in het onderhavige geval tot niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar zou moeten strekken. Het schooladvies behelst, zoals in de uitspraak van 11 juli 2017 (AUA201701420) door de voorzieningenrechter is geoordeeld, een beoordeling van het kennen of kunnen - van [kind] - in de zin van artikel 2, tweede lid, onder f van de Lar. Dit houdt in dat op grond van de Lar daartegen niet in rechte kan worden opgekomen.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze beslissing werd gegeven door mr. D.J. Jansen, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag, 8 januari 2017 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof (art. 53a LAR).
Het hoger beroep wordt ingesteld binnen zes weken na de dag waarop de beslissing op het beroep is gedagtekend. De instelling van het hoger beroep geschiedt door indiening bij de griffie van het Gerecht van een aan het Hof gericht beroepschrift (art. 53b LAR).