ECLI:NL:OGEAA:2018:11
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing aanvraag eervol ontslag op basis van de Landsverordening vrijwillige uitdiensttreding
In deze zaak gaat het om een beroep van een appellante tegen de afwijzing van haar aanvraag voor eervol ontslag op basis van de Landsverordening vrijwillige uitdiensttreding (Lvut). De appellante had eerder een aanvraag ingediend die op 15 juli 2015 door de beoordelingscommissie werd afgewezen. Na een bezwaarprocedure, waarbij de commissie haar beslissing op 8 december 2016 handhaafde, heeft het gerecht op 6 maart 2016 een eerdere beschikking vernietigd en de commissie opgedragen om binnen drie maanden een nieuwe beslissing te nemen. De commissie heeft op 5 mei 2017 opnieuw een beslissing genomen, maar deze werd door de appellante betwist. Tijdens de zitting op 6 november 2017 zijn beide partijen niet verschenen, waarna de uitspraak op 8 januari 2018 volgde.
Het gerecht oordeelt dat de beschikking van verweerder onvoldoende inzicht biedt in de toepassing van de eerder gegeven uitspraak van 6 maart 2016. De appellante stelt dat de commissie bij de beoordeling van haar verzoek niet consistent heeft gehandeld en dat er sprake is van strijd met het gelijkheidsbeginsel. Het gerecht concludeert dat de bestreden beschikking niet voldoet aan de motiveringsvereisten, omdat niet duidelijk is gemaakt hoe de eerdere uitspraak is meegenomen in de nieuwe beslissing. De rechter verklaart het beroep gegrond, vernietigt de beschikking van 5 mei 2017 en verplicht de commissie om binnen drie maanden een nieuwe beslissing te nemen op het bezwaar van de appellante. Tevens wordt het griffierecht teruggegeven aan de appellante.