ECLI:NL:OGEAA:2017:983

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 december 2017
Publicatiedatum
17 december 2017
Zaaknummer
E.J. 1907/AUA201702252
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van arbeidsovereenkomsten wegens dringende redenen en gewijzigde omstandigheden

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 12 december 2017 uitspraak gedaan in de kwestie tussen ISLAND FINANCE N.V. (hierna: IF) en de gedaagden, beiden werkzaam bij IF. IF heeft verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomsten met de gedaagden, [gedaagde 1] en [gedaagde 2], op grond van dringende redenen en gewijzigde omstandigheden. De gedaagden zijn op 28 maart 2017 op staande voet ontslagen wegens vermeende manipulatie van leningen en het niet naleven van interne procedures. IF heeft gesteld dat de gedaagden hun verplichtingen uit hoofde van de arbeidsovereenkomst ernstig hebben veronachtzaamd, waardoor het vereiste vertrouwen volledig is komen te ontbreken. De gedaagden hebben verweer gevoerd en ontkend dat zij in strijd met de regels hebben gehandeld.

De rechter heeft vastgesteld dat de gedaagden betrokken waren bij het verstrekken van leningen aan klanten die niet voldeden aan de vereisten, en dat zij onjuiste informatie hebben verstrekt in de administratie van IF. De rechter heeft geoordeeld dat de feiten en omstandigheden die aan het ontslag ten grondslag lagen, een dringende reden voor ontslag op staande voet vormen. De arbeidsovereenkomsten zijn ontbonden zonder toekenning van een vergoeding, en de gedaagden zijn veroordeeld in de proceskosten van IF.

De uitspraak benadrukt het belang van naleving van interne procedures binnen financiële instellingen en de gevolgen van fraude en onregelmatigheden in de financiële sector.

Uitspraak

Beschikking van 12 december 2017
Behorend bij E.J. 1907/AUA201702252
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ISLAND FINANCE N.V.,
gevestigd te Aruba,
hierna ook te noemen: IF,
gemachtigde: de advocaat mr. A.E. Barrios,
tegen:
Gedaagde sub 1
Gedaagde sub 2
beiden wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2],
gemachtigde: de advocaat mr. A.J. Swaen.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de brief van 16 oktober 2017 aan de zijde van IF met producties;
- de brief van 16 oktober 2017 aan de zijde van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] met producties.
- de behandeling ter zitting van 6 november 2017 en de daarvan gemaakte aantekeningen ven de griffier.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
[gedaagde 1] is op 26 maart 2012 als ‘Branch Representative’ in dienst getreden van IF.
Haar bruto maandsalaris bedroeg Afl. 2.000,00.
2.2
[gedaagde 2] is op 9 januari 2012 in dienst getreden bij IF als / Branche Supervisor’. Haar salaris bedroeg Afl. 2.258,75 per maand.
2.3
Beide werknemers zijn te werk gesteld in de vestiging te Shaba.
2.4
Op de arbeidsovereenkomst is ‘The Code of Ethics and Business Conduct van IF’ van toepassing verklaard :
Hierin is onder meer bepaald:

To preserve and foster the public’s trust and confidence, complete honesty and fairness are required in conducting internal en external business. It is important that every CFG team member understands that honesty, trust and integrity are essential for meeting the highest standards of corporate governance[…]’

Manipulation of fraud to obtain the incentive in a direct or indirect manner - Manipulation is any act committed to deceive or defraud the company(…).
Although it is almost impossible to make a list of all the activities that could constitute manipulations, we are including several examples:
  • To change, alter or omit information with the intention to qualify the loan;
  • To retain, delay or falsify balances, bad debts or the amount of business volume in order to obtain a better performance, to qualify for job promotions or incentive programs;
  • To post payments before receiving it (to register a non-existing payment).
2.5
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] zijn op 28 maart 2017 op staande voet ontslagen. In de ontslagbrief aan [gedaagde 1] is het volgende vermeld:

Dear [gedaagde 1],
In connection with your suspension with pay pending investigation of manipulation of pay-off transactions of customers and the issuance of new loans to the same in the Shaba branch and the irregularities with our loan procedures that these acts entail, we hereby inform you as follows.
As you are aware, retention loans are only granted under certain conditions. One of those conditions being for Former Customers, that the customer's previous loan must have been completely paid offpriorto the customer applying for such loan, and for Present Customers, that the Customer's loan must be within six months of complete pay-off. You are also aware of our procedure that all amounts over Afl.5.000 in the cash register, must be immediately transferred to Cashier 00.
On February 17. 2017, [Naam X] was granted a loan in the morning, [Naam X] was seen leaving the branch with a loan check. In the afternoon, [Naam X] was seen visiting our branch once again and later that day the payment of [Naam X] was made in the amount of All. 4.230,--.while this was registered in the morning, this payment was only received and transferred to Cashier 00 in the afternoon, after the second visit of [Naam X].
When further investigating this matter, the following was established. [Naam X] was granted a retention loan on February 17. 2017. This loan was registered under loan number [leningnummer 1]. Our investigation also shows that [Naam X] would have allegedly paid off her (old) loan, loan number [leningnummer 2] on that same day, February 17, 2017, before being granted the retention loan. However, when we spoke with [Naam X] regarding this matter, [Naam X] stated that she visited our Shaba branch to request for a renewal of her loan. She would have informed that she could obtain more money by paying out her loan and opening a new one. According to her, she was granted the new loan, instructed to go the bank, cash out the check and come back to pay off her balance on the previous loan. This is in violation of our procedures:
-
Incorrect information was registered in our administration when granting said loan: loan [leningnummer 2] was registered as being paid off. prior to processing the new loan [leningnummer 1]. while at that time no payment had been received for loan [leningnummer 2];
-
The receipt of the amount of Afl. 4.230.--. was registered in our administration, while no payment had been received at that time.
When further investigating this matter, we established several other accounts in which retention loans were granted on the same day that the balance of the previous loan was paid off. During our investigation we spoke with several of these customers. At least one other customer gave a similar statement as the one of [Naam X]: he was granted a retention loan before he paid off his previous loan. He was instructed to go the bank, cash out the check, and then go back to our branch to pay off the balance on the previous loan. You processed the loan and payment of one of these customers. loan number [leningnummer 3].
Our investigation Further shows that on December 29. 2016, you booked a loan for customer [Naam Y]. [Naam Y] however was not eligible for a loan, since he defaulted on a previous loan, which loan had to be written off. Based on our investigation it was established that you entered an incorrect ID number for this client in our system and that you failed to verify this client's entity placing a copy of his I.D. in the file. If you had followed the verification process correct. you should have discovered that the I.D. number provided by the customer was incorrect and that the no loan could be granted to this customer since he had defaulted on a previous loan.
When heard regarding these irregularities, (GEA: you) could not give a valid reason for your actions as mentioned above. According to you, the customer paid off his previous loan, after which he was granted his new loan. This however contradicts the statement issued by the customer in question. You could not give any reason for not requesting copy of a valid I.D. prior to granting this loan.
Your actions as described above are a serious violation of our procedures. You granted customers retention loans while they did not meet the requirements for such loans by resorting to irregular actions. You registered information in our administration which you knew was incorrect, in order to grant customers loans they did not qualify for, thereby also earning commission over loans which were granted against procedures. You further registered the receipt of money in our administration. while at that time no money had been received. Lastly, you failed to follow our identity verification procedures prior to granting a loan.
The above-mentioned incidents, all individually and jointly, are considered a serious breach of your responsibilities arising from your labor agreement. The abovementioned incidents, each individually and jointly, have caused us to lose all trust in you and - each individually and jointly - are considered an urgent reason for the immediate termination of your labor agreement as per today, March 28. 2017.
2.6
De ontslagbrief aan [gedaagde 2] luidt:
Dear [gedaagde 2].
In connection with your suspension with pay pending investigation of manipulation of pay-off transactions of customers and the issuance of new loans to the same in the Shaba branch and the irregularities with our loan procedures that these acts entail. we hereby inform you as follows.
As you are aware, retention loans are only granted under certain conditions. One of those conditions being. for Former Customers, that the customer's previous loan must have been completely paid offpriorto the customer applying for such loan. and for Present Customers, that the customer's loan must be within six months of complete pay-off You are also aware of our
procedure that all amounts over Af1.5.000 in the cash register. must he immediately transferred to Cashier 00.
On February 17. 2017. [Naam X], was granted a loan in the morning, [Naam X] was seen leaving the branch with a loan check. In the afternoon. [Naam X] was seen visiting our branch once again and later that day the payment of [Naam X] was made in the amount of Afl. 4.230.--,while this was registered in the morning. this payment was only received and transferred to Cashier 00 in the afternoon, after the second visit of [Naam X].
When further investigating this matter, the following was established. [Naam X] was granted a retention loan on February 17. 2017, This loan was registered under loan number [leningnummer 1]. Our investigation also shows that [Naam X] would have allegedly paid off her (old) loan. loan number [leningnummer 2] on that same February 17. 2017. before being granted the retention loan. However. when we Spoke with [Naam X] regarding this matter, [Naam X] stated that she visited our Shaba branch to request liar a renewal of her loan. She would have informed that she could obtain more money by paying out her loan and opening a new one. According to her, she was granted the new loan. instructed to go the bank, cash out the check and come back to pay off her balance on the previous loan. This is in violation of our procedures:
Incorrect information was registered in our administration when granting said loan: loan [leningnummer 2] was registered .as being paid off, prior to processing the new loan [leningnummer 1], while at that time no payment had been received for loan [leningnummer 2]: The receipt of the amount of Afl. 4.230,-, was registered in our administration, while no payment had been received at that time.
When further investigating this matter, we established several other accounts in which retention loans were granted on the same day that the balance of the previous loan was paid off. Our system shows that you were the contact procedure for two of these loans.
During our investigation we spoke with several of these customers. At least one other customer gave a similar statement as the one of [Naam X]: he was granted a retention loan before he paid off his previous loan. He was instructed to go the bank, cash out the check, and then go back to our branch to pay off the balance on the previous loan. You processed the loan and payment of one of these customers, loan number [leningnummer 4].
When heard regarding these irregularities, you denied having acted as stated above. According to you, the reason why the customers returned to the branch after being granted their retention loan, was to change guilders in dollars. According to you. you usually would help customers in this way: exchanging currency from guilders to dollars. However, we do not offer this type of services. We do not have a license to act as a currency exchange agent. Furthermore, no exchange fees were ever paid to the authorities for these alleged currency exchanges performed by you.
Your actions as described above are a serious violation of our procedures. You granted customers retention loans while they did not meet the requirements for such loans by resorting to irregular actions. You registered information in our administration which you knew was incorrect. in order to grant customers loans they did not qualify for, thereby also earning commission over loans which were granted against procedures. You further registered the receipt of money in our administration, while at that time no money had been received. Lastly, you grossly acted against procedures by offering currency exchange services, while we do not offer this type of services, we do not have a license to act as such and no exchange commission fee
vas paid to the authorities for these alleged transactions.
The above-mentioned incidents, all individually and jointly. are considered a serious breach of your responsibilities arising from your labor agreement. The abovementioned incidents, each individually and jointly. have caused us to lose all trust in you and each individually and jointly are considered an urgent reason for the immediate termination of your labor agreement as per today, March 28, 2017.
2.7
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben de nietigheid van het ontslag op staande voet ingeroepen.

3.HET VERZOEK EN HET VERWEER

3.1
IF verzoekt het gerecht om de arbeidsovereenkomsten met [gedaagde 1] en [gedaagde 2], voor zo ver in rechte komt vast te staan dat die nog bestaan, met onmiddellijke ingang te ontbinden op grond van gewichtige redenen, primair bestaande uit dringende redenen, subsidiair wegens gewijzigde omstandigheden, zonder toekenning van een vergoeding, met veroordeling, uitvoerbaar bij voorraad, van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
IF grondt het verzoek, samengevat, erop dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hun verplichtingen uit hoofde van de arbeidsovereenkomst grovelijk hebben veronachtzaamd, waardoor het vereiste vertrouwen volledig is komen te ontbreken. Beiden hebben in strijd met de waarheid aangegeven dat bestaande klanten van IF met lopende leningen, deze leningen met eigen fondsen hebben afgelost en deze in het administratiesysteem van IF geregistreerd. Zij hebben in strijd met de bestaande instructies van IF een tweede lening toegekend aan klanten, terwijl deze klanten nog lopende leningen hadden en niet in aanmerking kwamen voor een ‘retention loan’.
3.3
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] voeren gemotiveerd verweer dat voor zover voor de beslissing van belang hieronder zal worden besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
Aan orde is de vraag of de arbeidsovereenkomsten van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ontbonden moeten worden, voor het geval in rechte komt vast te staan dat deze nog bestaan. Primair dient derhalve beoordeeld te worden of [gedaagde 1] en [gedaagde 2] IF een dringende reden hebben gegeven voor een ontslag op staande voet. Voor het geval het gerecht van oordeel mocht zijn dat de dringende reden ontbreekt, zal beoordeeld worden of de arbeidsovereenkomst van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] wegens gewijzigde omstandigheden voorwaardelijk ontbonden dient te worden.
4.2
Bij de beoordeling van de verweten gedragingen wordt het navolgende in aanmerking genomen. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben onweersproken gesteld dat de medewerkers van de vestiging te Shaba bevoegd zijn om nieuwe leningen af te sluiten (‘new loan’), een lopende lening te herfinancieren (‘present loan’) en een nieuwe lening te verstrekken aan een bestaande klant, die het saldo van de lopende lening volledig met eigen middelen heeft afgelost (‘former loan’). De medewerkers van Shaba zijn niet bevoegd om ‘retention loans’ te verstrekken. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben voorts onweersproken gesteld dat voor het verstrekken van een ‘former loan; een zogenaamde pre-screening vereist is.
De betrokken klant dient te overleggen;
* twee maand- of 4 tweewekelijkse payslips;
* een uittreksel van Censo;
* een geldig ID;
* eventuele gegevens van een nieuwe werkgever.
Nu de door IF geschetste feiten allen betrekking hebben op het verstrekken van ‘former loans’ aan bestaande klanten, wordt ervan uitgegaan dat daar waar IF spreekt over ‘retention loans’ zij ‘ former loans’ bedoelt.
4.3
Als eerste wordt de dringende reden voor het ontslag op staande voet van [gedaagde 1] onderzocht. In de ontslagbrief van [gedaagde 1] stelt IF concreet dat [gedaagde 1] betrokken was bij het verstrekken van een lening met [leningnummer 3]. De betrokken klant kreeg volgens IF een nieuwe lening, zonder dat de vorige was afgelost. De klant had de instructie gekregen om naar de bank te gaan, de ontvangen check te incasseren en terug te komen naar de vestiging om het saldo van de vorige lening af te lossen. Ook verwijt IF [gedaagde 1] betrokken te zijn geweest bij een lening aan de [Naam Y] op 29 December 2016, terwijl hij niet in aanmerking kwam voor een nieuwe lening. Volgens IF heeft [gedaagde 1] een onjuist ID nummer ingevoerd. Naast deze twee concrete voorbeelden verwijt IF [gedaagde 1] in het algemeen dat zij klanten ‘retention loans’ ( bedoeld wordt ‘ former loans’) verstrekte, zonder dat zij de hieraan verbonden voorschriften strikt en correct naleefde.
4.4
De betrokkenheid van [gedaagde 1] bij het verstrekken van lening [leningnummer 3]
Uit het verzoekschrift volgt dat het gaat om de lening die aan de heer [Naam Z] is verstrekt op 9 februari 2017. Volgens IF had [Naam Z] op 9 februari 2017 nog een saldo van Afl. 3.676,05 open staan op een oude lening [leningnummer 5]. Op deze datum heeft hij een tweede lening gesloten met nummer [leningnummer 3] voor een bedrag ad Afl. 5.877,05. IF kwam erachter dat [Naam Z] het saldo op de oude lening had afgelost met een groot deel van de nieuwe lening. IF stelt dat [gedaagde 1] op het ‘source of funds-formulier’ ten onrechte heeft ingevuld dat [Naam Z] de oude lening met spaargeld heeft afgelost.
4.4.1
[gedaagde 1] betwist dat zij in strijd met vigerende regels heeft gehandeld. Zij stelt dat [Collega A] deze constructie heeft gefaciliteerd en dat zij slechts betrokken is geraakt toen [Naam Z] in de loop van de middag terug kwam om de oude lening af te betalen. Op dat moment was de kassa van [Collega A] gesloten en [gedaagde 1] was toen de enige kassière. Toen [Naam Z] bij de balie kwam, liep [Collega A] naar hem toe, nam het geld in ontvangst en gaf dit aan [gedaagde 1], die het in haar kassa stortte. Ook deelde [Collega A] mee dat [gedaagde 1] op het ‘source of funds-formulier’ moest invullen dat het geld afkomstig was van spaargeld van [Naam Z]. [gedaagde 1] heeft dit niet geverifieerd. Vervolgens heeft [Collega A] de lening op naam van [gedaagde 1] gesteld, zodat [gedaagde 1] haar target zou kunnen halen.
4.4.2
Vast staat dat [gedaagde 1] in strijd met de waarheid op het ‘source of funds-formulier’ ten behoeve van de tweede lening van [Naam Z] heeft ingevuld dat hij de oude lening met eigen geld had afgelost. [gedaagde 1] stelt evenwel dat zij te goeder trouw handelde. Deze stelling wordt bevestigd door de schriftelijke verklaring van [Collega A], overgelegd als productie 2 bij het verweerschrift. [Collega A] verklaart dat [gedaagde 1] noch [gedaagde 2] bewust waren van de door [Collega A] bedachte constructie, om nieuwe leenaanvragen te kunnen honoreren, terwijl de oude lening nog niet volledig was afgelost. Ook verklaarde [Collega A] dat zij ten behoeve van [Naam W] en [Naam Z] afgesloten leningen op naam van [gedaagde 1] heeft gesteld, zodat [gedaagde 1] haar target zou kunnen halen.
4.4.3
Wat hier verder ook van zij, [gedaagde 1] heeft haar medewerking verleend aan het verstrekken van een ‘former loan’, zonder zich ervan te vergewissen of [Naam Z] hiervoor wel in aanmerking kwam. Dit lag op haar weg, te meer de overeenkomst van geldlening op haar naam was gezet. [gedaagde 1] heeft bovendien meegewerkt aan het vervalsen van haar productie, omdat de lening in feite was afgesloten door [Collega A].
4.4.4
De betrokkenheid van [gedaagde 1] bij de onjuiste vermelding van de ID van de heer [Naam Y].
IF baseert zich op het door auditor (hierna de auditor) opgestelde Incident Report van 22 maart 2017. Uit dit rapport volgt dat [Naam Y] een lopende lening ([leningnummer 6]) had, met een openstaand saldo van Afl. 3.146,-. Op 29 December 2016 heeft [gedaagde 1] een lening ([leningnummer 7]) geopend en op 17 januari 2017 een PC-lening ([leningnummer 8]). Volgens de auditor heeft [gedaagde 1] in het systeem een ID nummer ingevoerd, dat overeenkwam met de ID van een andere klant, te weten [Naam P]. Volgens de auditor heeft [Collega A] in het systeem ingevoerd dat zij de ID heeft geverifieerd met de copy van de ID van [Naam Y], doch deze copy ontbrak in de file. Op 18 maart 2017 heeft de auditor [gedaagde 1] geïnterviewd. Zij verklaarde dat zij de ID had ingevoerd op basis van mondelinge informatie van [Naam Y] en dat hij geen Censo-inschrijving had, omdat hij al 3 of 4 jaar in het buitenland woonde. Volgens de auditor is deze verklaring in strijd met de informatie die [Collega A] verstrekte, namelijk dat [Naam Y] van 2011 tot 2015 bij Costa del Sol werkte.
4.4.5
[gedaagde 1] stelt dat de informatie van de auditor niet correct is. Zij stelt dat zij aanvankelijk een ID nummer heeft ingevoerd bestaande uit zijn geboortedatum met de eindnummers 00, in afwachting van de ID-card die [Naam Y] nog moest brengen. [gedaagde 1] stelt dat het [Collega A] moet zijn geweest die een onjuist ID nummer in het systeem heeft ingevoerd. Ook wijst [gedaagde 1] erop dat zij niet in de gelegenheid is gesteld de verklaring die de auditor heeft opgesteld te verifiëren en ondertekenen. Om deze reden kan niet van de juistheid van het rapport van de auditor worden uitgegaan.
4.4.6
Nu [Collega A] stelt dat zij de ID heeft geverifieerd, terwijl [gedaagde 1] verklaarde dat [Naam Y] geen ID had en de auditor geen copy in de file heeft aangetroffen, houdt het gerecht het ervoor dat het [Collega A] is geweest die een onjuist ID nummer heeft ingevoerd. Uit de verklaring van [Naam Y] volgt dat hij geen Censo-uittreksel kon overleggen, maar wel een WEB-rekening en dat [gedaagde 1] dit bij haar supervisor heeft gecheckt. Nadat de supervisor akkoord was, werd aan [Naam Y] aanstonds een lening verstrekt.
4.4.7
Uit het voorgaande volgt dat [gedaagde 1] heeft meegewerkt aan het verstrekken van een ‘ former loan’ aan [Naam Y], terwijl niet voldaan was aan alle vereisten. Immers, [gedaagde 1] wist dat [Naam Y] nog geen geldig ID had overgelegd en geen Censo-uittreksel. Het enkele feit dat [gedaagde 1] een en ander besproken heeft met haar supervisor, leidt niet tot een ander oordeel. Feit is dat [gedaagde 1] zich bewust was van het feit dat [Naam Y] niet aan de voorwaarden voldeed en derhalve niet in aanmerking kon komen voor een lening.
4.4.8
Het ontslag op staande voet van [gedaagde 1] is tevens gebaseerd op andere onregelmatigheden, waaronder de aan [Naam T] verstrekte lening, die expliciet aan het ontslag op staande voet van [gedaagde 2] ten grondslag is gelegd.
4.5
Het ontslag op staande voet van [gedaagde 2]
In de ontslagbrief van [gedaagde 2] verwijt IF haar betrokkenheid bij de verstrekking van de lening met nummer [leningnummer 4]. Uit het verzoekschrift volgt dat dit de lening betreft, die door [gedaagde 1] en [gedaagde 2] is verstrekt aan [Naam T].
4.5.1
Uit productie 22 in combinatie met productie 23, overgelegd bij het verzoekschrift, volgt dat overeenkomst van geldlening is opgemaakt door [gedaagde 1] en dat [Naam T] op 7 februari 2017 om 09.34 uur een bedrag ad Afl. 2.205,80 heeft betaald. Hiermee heeft hij het openstaande saldo van zijn lening afgelost. Voorts volgt uit pagina 4 van productie 23 dat [Naam T] - na goedkeuring door [gedaagde 2] - de check behorende bij de nieuwe overeenkomst van geldlening van Afl. 3.200,00 om 01.36.45 uur heeft ontvangen. [Naam T] heeft echter aan de auditor verklaard dat hij de check, die hij voor de tweede lening ontving, eerst bij de bank heeft verzilverd en pas daarna geld heeft gebracht naar IF ter aflossing van zijn oude lening. De verklaring van [Naam T] staat haaks op de administratieve informatie. Het is het gerecht dan ook niet duidelijk wat de precieze gang van zaken is geweest met betrekking tot deze lening. Wat hier verder ook van zij, nu [Naam T] alleen in aanmerking kon komen voor een ‘former loan’ indien hij de oude lening volledig met eigen middelen had afgelost en gesteld noch gebleken is dat hij die had, gaat het gerecht ervan uit dat [Naam T] de oude met de nieuwe lening heeft afgelost. Aldus staat vast dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] een lening hebben verstrekt in strijd met voorschriften.
4.6
Uit het voorgaande volgt dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] zich schuldig hebben gemaakt aan het verstrekken van ‘former loans’ aan bestaande klanten, die hiervoor strikt genomen niet in aanmerking kwamen. Van een medewerker van een financiële instelling zoals IF kan verwacht worden, dat hij zich strikt houdt aan de vigerende voorschriften. Het meewerken aan constructies, teneinde meer leningen te kunnen afsluiten om het (wellicht hoge) target te kunnen halen, is een vorm van fraude die niet getolereerd kan worden. De in de ontslag brieven ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden vormen dan ook een dringende reden voor een ontslag op staande voet. Alle overige feiten en omstandigheden zoals weergegeven in het verzoekschrift behoeven geen verdere bespreking. De arbeidsovereenkomst van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] wordt ontbonden, zonder toekenning van een vergoeding.
4.7
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] worden, nu zij in het ongelijk worden gesteld, in de kosten van de procedure veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen, voor zo ver in rechte mocht komen vast te staan dat deze nog bestaat, met ingang van heden;
5.2
veroordeelt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in de kosten van de procedure, aan de zijde van IF begroot op Afl. 900,00 griffierecht, Afl. 386,20 deurwaarderskosten en Afl. 2.500,00 voor salaris gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 12 december 2017 in aanwezigheid van de griffier.