ECLI:NL:OGEAA:2017:98

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 februari 2017
Publicatiedatum
21 februari 2017
Zaaknummer
A.R. 3661 van 2008
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van de opbrengst van de verkoop van de voormalige echtelijke woning

In de zaak tussen de man, vertegenwoordigd door advocaat mr. D. Emerencia, en de vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.M.M.C. Ecury, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 15 februari 2017 een vonnis uitgesproken in een civiele procedure betreffende de verdeling van de opbrengst van de verkoop van de voormalige echtelijke woning. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 22 juni 2011, gevolgd door een comparitie van partijen op 24 augustus 2011. Na verschillende aanhoudingsverzoeken en een ambtshalve doorhaling van de zaak op 2 juli 2014, heeft de vrouw op 16 november 2016 een verzoek tot doorprocederen ingediend, inclusief een wijziging van eis. De man heeft op 14 december 2016 referte aan de rol gegeven.

Het Gerecht constateert dat het griffiedossier niet meer compleet is, maar op basis van de ingediende stukken en de mondelinge referte van de man, concludeert het Gerecht dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de verkoop van de voormalige echtelijke woning. Het Gerecht verleent de vrouw vervangende toestemming voor de verkoop en levering van de woning, en bepaalt dat de netto-opbrengst van de verkoop gelijkelijk onder partijen zal worden verdeeld. De proceskosten worden gecompenseerd, aangezien de partijen voormalige echtelieden zijn. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 15 februari 2017 (bij vervroeging)
Behorend bij A.R. 3661 van 2008
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[Eiser],
te Aruba,
hierna ook te noemen: de man,
gemachtigde: advocaat mr. D. Emerencia,
tegen:
[Gedaagde],
te Aruba,
hierna ook te noemen: de vrouw,
gemachtigde: advocaat mr. M.M.M.C. Ecury,

1.HET VERDERE VERLOOP VAN DE PROCEDURE IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 22 juni 2011;
- de aantekening op het dossier dat een comparitie van partijen heeft plaatsgevonden op 24 augustus 2011;
- de herhaalde aanhoudingsverzoeken, plaatsing op de parkeerrol en de ambtshalve doorhaling van de zaak op 2 juli 2014;
- het verzoek tot doorprocederen van de vrouw d.d. 16 november 2016 met daarin opgenomen een wijziging van eis;
- de referte van de man op de rol van 14 december 2016.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VERDERE BEOORDELING VAN HET GESCHIL

2.1
Het Gerecht merkt op dat het griffie dossier niet meer compleet is, nu het 2 juli 2014 is gearchiveerd en opgeschoond. Uit het verzoek tot doorprocederen en akte wijziging eis van de vrouw en de mondelinge referte van de man ten aanzien van die eiswijziging, leidt het Gerecht af dat partijen het erover eens zijn dat de (voormalige echtelijke) woning wordt verkocht en aan de vrouw vervangende toestemming voor verkoop en levering zal worden gegeven onder verdeling van de (netto)opbrengst onder partijen.
2.2
Het Gerecht zal dan ook dienovereenkomstig beslissen. De proceskosten tussen partijen worden gecompenseerd, nu partijen voormalige echtelieden zijn.

3.DE UITSPRAAK IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE

Het Gerecht:
verleent aan de vrouw vervangende toestemming voor de verkoop en levering van de woning aan de [perceelnummer] te Aruba, zijnde een woonhuis en appartement, kadastraal bekend als Afdeling […], sectie [...], nummer […], meetbrief […];
bepaalt dat de opbrengst van de verkoop en levering, onder aftrek van de hiermee door de vrouw te maken kosten, gelijkelijk onder partijen zal worden verdeeld;
compenseert de kosten van de procedure in dier voege dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 15 februari 2017 in aanwezigheid van de griffier.