ECLI:NL:OGEAA:2017:972

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 december 2017
Publicatiedatum
15 december 2017
Zaaknummer
EJ nr. 620 van 2017/AUA201701602
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verklaring rechtsvermoeden van overlijden van een vermiste persoon

In deze zaak hebben de verzoekers, broers en zussen van de vermiste [naam vermiste], een verzoek ingediend bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba om te verklaren dat er rechtsvermoeden van overlijden bestaat. De vermiste is sinds 20 december 2011 vermist en de verzoekers hebben diverse advertenties geplaatst in lokale kranten om informatie over de vermiste te verkrijgen, maar zonder resultaat. De verzoekers hebben hun verzoek onderbouwd met bewijs van deze advertenties.

De beoordeling van het verzoek is gebaseerd op artikel 1:413 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat bepaalt dat belanghebbenden de rechter kunnen verzoeken om een verklaring van rechtsvermoeden van overlijden te geven, indien het bestaan van een persoon onzeker is en de vereiste tijdsduur is verstreken. In dit geval is de vermiste drie keer opgeroepen om te verschijnen, maar is hij niet verschenen, noch heeft iemand anders kunnen aantonen dat hij in leven is.

Het gerecht heeft vastgesteld dat de vermiste op 21 december 2011 als overleden wordt vermoed, op basis van de overgelegde stukken en de wettelijke vereisten. De beschikking is gegeven op 12 december 2017 door rechter E.M.D. Angela, in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 12 december 2017
Behorend bij EJ nr. 620 van 2017/AUA201701602
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
1. [verzoekster 1],
wonende in Nederland,
2.[verzoekster 2],
wonende in Sint Maarten,
3.[verzoeker 3],
4.[verzoeker 4],
beide wonende in Aruba,
VERZOEKERS,
vertegenwoordigd door de heer [naam X].

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 22 maart 2017,
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling achter gesloten deuren van 20 juni 2017, waaruit blijkt dat zijn verschenen verzoekers sub 3 en sub 4 vertegenwoordigd door de heer [naam X]
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling achter gesloten deuren van 12 september 2017, waaruit blijkt dat zijn verschenen verzoekers sub 1, sub 2 en sub 4 bij de heer [naam X], en verzoeker sub 3 in persoon,
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling achter gesloten deuren van 31 oktober 2017, waaruit blijkt dat zijn verschenen verzoekers sub 1, sub 2 en sub 4 bij de heer [naam X], en verzoeker sub 3 in persoon.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Verzoekers zijn de broers en zussen van [naam vermiste] (hierna: de vermiste), geboren op [geboortedatum] in Aruba en vóór zijn vermissing wonende te [adres] (zoals vermeld staat op het overgelegde uittreksel van het bevolkingsregister van Aruba).
2.2
[naam vermiste] is sinds 20 december 2011 vermist.
2.3
Na de vermissing hebben verzoekers op 13 februari 2012, 3, 11 en 13 april 2012 advertenties laten plaatsen in een veel gelezen lokale krant. Alle inspanningen zijn vruchteloos gebleken.

3.HET VERZOEK

3.1
Verzoekers verzoeken het gerecht te verklaren dat er rechtsvermoeden van overlijden van [naam vermiste] bestaat.
3.2
Ter onderbouwing van hun verzoek hebben verzoeksters advertenties met betrekking tot de vermissing van de vermiste overgelegd.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het verzoek is gebaseerd op artikel 1:413, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BWA). Dit artikel bepaalt dat, indien het bestaan van een persoon onzeker is en de in het tweede lid aangegeven tijdruimte is verlopen, belanghebbenden de rechter kan verzoeken dat hij hun gelast de vermiste op te roepen teneinde van zijn in leven zijn te doen blijken, en dat hij, zo hiervan niet blijkt, zal verklaren dat er rechtsvermoeden van overlijden van de vermiste bestaat. Ingevolge lid twee van het artikel beloopt de tijdruimte, te rekenen van het vertrek van de vermiste of de laatste tijding van zijn leven, vijf jaren.
Op grond van art. 1:414 leden 1 en 2 BW dient de vermiste, voordat de rechter verklaart dat er rechtsvermoeden van overlijden bestaat, drie keer te zijn opgeroepen om te verschijnen teneinde van het in leven zijn te doen blijken, telkens op een termijn van minstens een maand.
4.2
De vermiste is bij advertentie drie maal opgeroepen om te verschijnen ter terechtzitting van dit gerecht van 20 juni 2017, 12 september 2017 en 31 oktober 2017, teneinde van zijn in leven zijn te doen blijken. De oproepingen zijn aangekondigd in de Landscourant van Aruba en in de veel gelezen lokale krant Diario.
4.3
De vermiste is niet verschenen, noch is iemand voor hem opgekomen die behoorlijk van het in leven zijn van de vermiste heeft doen blijken.
4.4
Het verzoek is, gelet op het voorgaande, voor toewijzing vatbaar.
4.5
De dag waarop de vermiste wordt vermoed te zijn overleden zal het gerecht, op grond van artikel 1:414 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek en gelet op de overgelegde stukken, vaststellen op 21 december 2011.

5.BESLISSING

Het gerecht:
verklaart dat sinds 21 december 2011 rechtsvermoeden van overlijden bestaat van:
[naam vermiste], geboren op [geboortedatum] in Aruba.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 12 december 2017 door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.