ECLI:NL:OGEAA:2017:967

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
6 december 2017
Publicatiedatum
13 december 2017
Zaaknummer
1463 van 2017 / AUA201701460
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming van gehuurde woning in Aruba

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de stichting FUNDACION CAS PA COMUNIDAD ARUBANO (FCCA) een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die een woning huurt van FCCA. De huurovereenkomst dateert van 24 januari 2012, waarbij de gedaagde zich verplichtte het gehuurde te bewonen. Echter, per 31 mei 2017 had de gedaagde een huurachterstand van AWG 15.815,60, die op 1 oktober 2017 was opgelopen tot AWG 19.778,10. FCCA vorderde ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde, betaling van de achterstallige huur, wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.

De rechter heeft vastgesteld dat de gedaagde tekort is geschoten in haar betalingsverplichtingen. Ondanks haar betalingsonmacht, die zij aanvoerde, werd deze niet als een geldige reden gezien om haar van haar verplichtingen te ontslaan. De rechter heeft de vordering van FCCA toegewezen, waarbij de huurovereenkomst werd ontbonden en de gedaagde werd bevolen om binnen 30 dagen het gehuurde te ontruimen. Tevens werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur, wettelijke rente, en buitengerechtelijke incassokosten. De kosten van de procedure werden ook aan de gedaagde opgelegd.

Dit vonnis is uitgesproken op 6 december 2017 door mr. J. Sap, rechter in dit gerecht, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De gedaagde werd in het ongelijk gesteld en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

Vonnis van 6 december 2017.
Behorend bij A.R. no. 1463 van 2017 / AUA201701460.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de stichting
FUNDACION CAS PA COMUNIDAD ARUBANO,
gevestigd in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: FCCA,
gemachtigde: de advocaat mr. W.G.T.M. Kloes,
tegen:
[GEDAAGDE],
wonende in Aruba, te [adres],
gedaagde,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.DE VERDERE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 11 oktober 2017;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de comparitie van partijen op 25 oktober 2017;
- het overzicht overgelegd ter comparitie aan de zijde van FCCA.
1.2
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
FCCA verhuurt aan [gedaagde] een woning, plaatselijk bekend als [adres] te Aruba (hierna: het gehuurde), op basis van een schriftelijke huurovereenkomst d.d. 24 januari 2012. [gedaagde] heeft daarbij de verplichting op zich genomen het gehuurde te bewonen.
2.2
Per 31 mei 2017 was [gedaagde] een bedrag ad AWG 15.815,60 achterstallig.
2.3
De achterstand op 1 oktober 2017 bedroeg Afl. 19.778,10.

3.DE VORDERING

3.1
FCCA vordert dat het gerecht - samengevat - bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
a. de tussen partijen gesloten huurovereenkomst met betrekking tot het gehuurde ontbindt althans ontbonden verklaart;
b. [gedaagde] beveelt om binnen 1 maand na de uitspraak van dit vonnis het gehuurde te ontruimen met alle personen en goederen die zich aldaar bevinden;
c. [gedaagde] veroordeelt om aan FCCA te betalen Afl. 15.815,60 aan achterstallige huur gerekend tot en met 31 mei 2017, te vermeerderen met de wettelijke rente gerekend vanaf 31 juli 2017 tot aan de dag der algehele voldoening en voorts te vermeerderen met Afl. 765,- per maand voor iedere maand dat [gedaagde] het gehuurde niet heeft ontruimd onverminderd de tussentijdse huurverhogingen;
d. [gedaagde] veroordeelt om aan FCCA te betalen Afl. 1.500,- ten titel van vergoeding voor incassokosten;
e. [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten.

4. DE VERDERE BEOORDELING

4.1
Uit het verzoekschrift volgt een huurachterstand van Afl. 15.815,60 per 31 mei 2017. Uit het door FCCA ter comparitie overgelegde overzicht volgt dat de huurachterstand per 1 oktober 2017 Afl. 19.778,10 bedroeg. [gedaagde] heeft de huurachterstand erkend en medegedeeld dat haar ex-echtgenoot geen partneralimentatie aan haar betaalt en dat zij ook geen baan heeft. Haar betalingsonmacht ontslaat haar echter niet van haar betalingsverplichtingen jegens FCCA. Vast is komen te staan dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van haar betalingsverplichting jegens FCCA. Het gerecht zal de gevorderde hoofdsom van Afl. 15.815,60 en de gevorderde wettelijke rente toewijzen.
4.2
De omvang van de huurachterstand brengt mee dat sprake is van een ernstige tekortkoming zijdens [gedaagde] ter zake van haar betalingsverplichtingen jegens FCCA. Die tekortkoming rechtvaardigt de door FCCA gevorderde ontbinding van de tussen partijen gesloten huurovereenkomst en de ontruiming, zodat die als na te melden worden toegewezen.
4.3
In rechte is voorts in voldoende mate komen vast te staan dat FCCA meer buitengerechtelijke incassokosten heeft gemaakt dan die waarin artikel 63a Rv voorziet. Ingevolge het liquidatietarief zal het bedrag van Afl. 1.500,- (1,5 punt bij tarief 4) worden toegewezen.
4.4 [
gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van FCCA.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
ontbindt de tussen partijen gesloten huurovereenkomst met betrekking tot het in Aruba te [adres] gelegen perceel;
5.2
beveelt [gedaagde] om binnen 30 dagen na de betekening van dit vonnis aan [gedaagde] voormeld perceel te ontruimen en te verlaten met alle personen en goederen die zich daarin bevinden, tenzij die aan FCCA toebehoren;
5.3
veroordeelt [gedaagde] om aan FCCA te betalen het bedrag van Afl. 15.815,60, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 31 juli 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, voorts vermeerderd met het bedrag van Afl. 756,- per maand voor iedere maand dat [gedaagde] de woning niet heeft ontruimd, onverminderd de tussentijdse huurverhogingen;
5.4
veroordeelt [gedaagde] om aan FCCA te betalen een bedrag van Afl. 1.500,- aan buitengerechtelijke incassokosten;
5.5
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van FCCA, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 750,- aan griffierecht, Afl. 399,81 aan verschotten en Afl. 2.000,- aan salaris voor de gemachtigde;
5.6
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.7
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 6 december 2017 in aanwezigheid van de griffier.