ECLI:NL:OGEAA:2017:964

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
29 november 2017
Publicatiedatum
13 december 2017
Zaaknummer
A.R. 388 van 2017 (AUA201700423)
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot courtage op basis van bemiddelingsovereenkomst in vastgoedtransactie

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vorderde de naamloze vennootschap Advantage Realty N.V., handelend onder de naam Re/Max, een bedrag van US$ 105.000,- aan courtage van de gedaagden, Apollo International Holding N.V. en Horeca International Holding Ltd. De vordering was gebaseerd op een vermeende bemiddelingsovereenkomst tussen Re/Max en Navarra Properties N.V., de verkoper van een onroerend goed, Nikki Beach. De zaak kwam voor de rechter na een procedure die onder andere bestond uit een verzoekschrift, een conclusie van antwoord en producties van beide partijen. Tijdens de comparitie van partijen op 16 oktober 2017 werd het verloop van de procedure besproken.

De feiten van de zaak zijn als volgt: gedaagden waren aandeelhouders van Navarra, die Nikki Beach te koop had aangeboden. Re/Max had klanten die het perceel bezichtigd hadden, maar deze klanten waren niet op de voorgeschreven wijze aangemeld bij Navarra. Uiteindelijk werd Nikki Beach op 17 februari 2017 verkocht aan Chrysante Management V.B.A., die de aandelen van Navarra verwierf. Re/Max stelde dat er een bemiddelingsovereenkomst was en dat zij recht had op courtage, omdat de uiteindelijke kopers klanten van hen waren.

Het Gerecht oordeelde echter dat er geen bewijs was voor een bemiddelingsovereenkomst tussen Re/Max en de gedaagden. De rechter concludeerde dat de gedaagden niet aansprakelijk konden worden gesteld voor de courtage, aangezien de verkoop aan Chrysante had plaatsgevonden en de gedaagden aan de makelaar van Chrysante courtage hadden betaald. De vordering van Re/Max werd afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 29 november 2017 door rechter mr. J. Sap.

Uitspraak

Vonnis van 29 november 2017
Behorend bij A.R. 388 van 2017 (AUA201700423)
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ADVANTAGE REALTY N.V. h.o.d.n. RE/MAX ADVANTAGE REALTY,
te Aruba,
EISERES, hierna ook te noemen: Re/Max,
gemachtigde: advocaat mr. P.R.C. Brown,
tegen:
de naamloze vennootschap
APOLLO INTERNATIONAL HOLDING N.V.
te Curaçao,
en
de vennootschap naar buitenlands recht
HORECA INTERNATIONAL HOLDING LTD.,
te Britse Maagdeneilanden,
GEDAAGDEN, hierna ook te noemen: Apollo, resp. Horeca,
gemachtigde: advocaat mr. W.G.T.M. Kloes.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de producties van beide partijen;
- de aantekeningen van de griffier van de comparitie van partijen op 16 oktober 2017.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Gedaagden zijn aandeelhouders geweest van Navarra Properties N.V. te Aruba (hierna: Navarra). In die vennootschap bevindt zich een onroerende zaak, bekend als Nikki Beach.
2.2
Navarra heeft Nikki Beach te koop aangeboden. Hierop hebben verschillende makelaars gereageerd, die elk één of meer klanten hebben aangebracht. Indien de verkoop aan een klant van een makelaar zou plaatsvinden, heeft de makelaar recht op courtage van Navarra.
2.3
Re/Max heeft als klanten [klant 1] en [klant 2]. Deze klanten zijn niet op de door Navarra voorgeschreven wijze bij haar aangemeld. Wel hebben deze klanten het perceel in het bijzijn van een vertegenwoordiger van Re/Max bezichtigd.
2.4
Nikki Beach is vervolgens op 17 februari 2017 verkocht middels een transactie van de aandelen van Navarra aan de vennootschap Chrysante Management V.B.A. (verder: Chrysante). (Vermoedelijk) diezelfde dag heeft Chrysante de aandelen van Navarra (en het daarin zich bevindende onroerende goed) verkocht aan [klant 1] en [klant 2].

3.DE VORDERING

3.1
Re/Max vordert, samengevat, veroordeling van gedaagden tot betaling van
US$ 105.000,- te vermeerderen met de wettelijke rente en met veroordeling van gedaagden tot vergoeding van de proceskosten waaronder de beslagkosten.
3.2
Re/Max legt aan haar vordering ten grondslag dat sprake was van een bemiddelingsovereenkomst tussen Navarra en haar en dat op basis daarvan courtage verschuldigd is, nu het onroerend goed (uiteindelijk) is gekocht door [klant 1] en [klant 2].
3.3
Gedaagden hebben gemotiveerd verweer gevoerd.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het Gerecht kan op basis van hetgeen door partijen is gesteld niet vaststellen dat sprake is geweest van een bemiddelingsovereenkomst tussen Re/Max en gedaagden. Immers aanvankelijk was het de opzet om het onroerend goed uit Navarra te verkopen en die trad ook op als beoogd verkoper. Dat gedaagden met een dergelijke overeenkomst (zo die al gesloten zou zijn) ook beoogd hebben zichzelf te binden (en niet alleen Navarra), blijkt niet. Bijzondere omstandigheden kunnen ertoe leiden dat gedaagden als aandeelhouders aansprakelijk zijn voor een schuld die door Navara is aangegaan, maar die omstandigheden zijn gesteld noch gebleken.
4.2
Daarbij komt dat, indien naar de kennelijk gangbare praktijk in Aruba dat geen exclusiviteit wordt bedongen bij een verkoop van aanzienlijke omvang, maar dat courtage wordt gegeven aan de makelaar die uiteindelijk de koper aanbrengt, vastgesteld moet worden dat gedaagden het onroerend goed (middels een aandelentransactie) hebben verkocht aan Chrysante en daarvoor ook aan de makelaar van Chrysante courtage hebben betaald. Dat Chrysante - om welke reden ook - besluit tot directe verkoop aan een derde, betekent niet dat gedaagden ook voor die transactie zijn aan te spreken. Dit zou anders zijn, indien sprake is van een “opzetje” maar daarvoor zijn bijzondere omstandigheden nodig en die zijn niet gebleken. Gedaagden hebben er in dit verband op gewezen dat zij al maanden met Chrysante onderhandelden en uiteindelijk ook aan haar hebben verkocht. Hieruit kan niet worden afgeleid dat er een andere koper is tussengeschoven met als doel de verkoop aan [klant 1] en [klant 2] te verhullen.
4.3
Het bovenstaande leidt ertoe dat de vordering wordt afgewezen. Re/Max wordt in de proceskosten veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt Re/Max in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van gedaagden worden begroot op Afl. 4.000,- aan salaris van de gemachtigde;
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 29 november 2017 in aanwezigheid van de griffier.