ECLI:NL:OGEAA:2017:933

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 november 2017
Publicatiedatum
4 december 2017
Zaaknummer
AUA201701404 en AUA201701405
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen voorlopige en definitieve aanslagen inkomstenbelasting en premies AOV/AWW

In deze zaak gaat het om een beroep van belanghebbende, X, tegen de voorlopige en definitieve aanslagen inkomstenbelasting en premies AOV/AWW over het jaar 2011, opgelegd door de Inspecteur der Belastingen. De voorlopige aanslagen zijn op 30 september 2013 opgelegd, waarbij belanghebbende een teruggaaf heeft ontvangen na verrekening van ingehouden belasting en premies. In 2016 zijn definitieve aanslagen opgelegd, waartegen belanghebbende bezwaar heeft gemaakt. De Inspecteur heeft de aanslagen gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep is gegaan. De zitting vond plaats op 14 november 2017, waarbij belanghebbende werd bijgestaan door zijn oom en de Inspecteur vertegenwoordigd was door mr. B.

De kern van het geschil is of de aanslagen correct zijn opgelegd. Belanghebbende stelt dat er geen voorlopige aanslagen zijn die verrekend moeten worden met de definitieve aanslagen, terwijl de Inspecteur betoogt dat de aanslagen correct zijn. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de Inspecteur de voorlopige aanslagen correct heeft opgelegd en dat bij de definitieve aanslagen rekening is gehouden met de reeds verleende teruggaven. De rechter concludeert dat de definitieve aanslagen op de juiste wijze zijn vastgesteld en verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan op 28 november 2017.

Uitspraak

Uitspraak van 28 november 2017
BBZ nrs. AUA201701404 en AUA201701405
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening beroep in belastingzaken van:
X,wonende te Aruba,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Aruba,
de Inspecteur,

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende is op 30 september 2013 over het jaar 2011 een voorlopige aanslag inkomstenbelasting naar een belastbaar inkomen van Afl. 27.651 en een belastingbedrag van Afl. 525 opgelegd. Na verrekening van de ingehouden loonbelasting heeft dit geresulteerd in een teruggaaf van Afl. 549.
1.2
Aan belanghebbende is op 30 september 2013 over het jaar 2011 een voorlopige aanslag premies AOV/AWW naar een premie-inkomen van Afl. 31.396 en een premiebedrag van Afl. 4.238 opgelegd. Na verrekening van de ingehouden premie heeft dit geresulteerd in een teruggaaf van Afl. 807.
1.3
Aan belanghebbende is op 31 mei 2016 over het jaar 2011 een definitieve aanslag inkomstenbelasting opgelegd naar een belastbaar inkomen van Afl. 27.651 en een definitieve aanslag premies AOV/AWW naar een premie-inkomen van Afl. 37.368 met een terug te betalen bedrag aan premie van Afl. 806.
1.4
Belanghebbende is op 29 juli 2016 tegen de definitieve aanslagen in bezwaar gekomen.
1.5
De Inspecteur heeft op 2 mei 2017 uitspraken op bezwaar gedaan en
de aanslagen gehandhaafd.
1.6
Belanghebbende is op 30 juni 2017 in beroep gekomen tegen de uitspraken op bezwaar. Hierbij is een bedrag aan griffierecht betaald van Afl. 25.
1.5
De Inspecteur heeft op 21 september 2017 een verweerschrift ingediend.
1.7
De zaak is behandeld ter zitting van 14 november 2017 waarbij belanghebbende vergezeld van zijn oom, de heer A, zijn verschenen. Namens de Inspecteur is verschenen mr. B.

2.FEITEN

2.1
Op 27 juni 2012 heeft belanghebbende zijn aangifte inkomstenbelasting en premieheffing over het jaar 2011 ingediend.
2.2
In het jaar 2013 heeft belanghebbende verzocht om de toepassing van de voorrangsregeling met betrekking tot het jaar 2011. Als gevolg daarvan heeft de Inspecteur voorlopige aanslagen inkomstenbelasting en premies AOV/AWW over het jaar 2011 opgelegd, die tot teruggaven hebben geleid.
2.3
Vervolgens heeft de Inspecteur, overeenkomstig de ingediende aangifte inkomstenbelasting/premieheffing, definitieve aanslagen opgelegd. Hierbij is uitgegaan van het juiste belastbaar- en premie-inkomen en is rekening gehouden met de reeds eerder verleende teruggaven. Omdat het premie-inkomen bij de voorlopige aanslag op een te laag bedrag was vastgesteld, heeft de definitieve aanslag premieheffing geleid tot een te betalen bedrag van Naf. 806.

3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN

3.1
In geschil is de vraag of de aanslagen inkomstenbelasting en premies AOV/AWW over het jaar 2011 op de juiste wijze door de Inspecteur zijn opgelegd. In zijn beroepschrift stelt belanghebbende dat er geen voorlopige aanslagen zijn die verrekend moeten worden met de definitieve aanslagen. De Inspecteur stelt dat de aanslagen inkomstenbelasting en premies AOV/AWW over het jaar 2011 correct zijn opgelegd.

4.BEOORDELING VAN HET BEROEP

4.1
De Inspecteur heeft voorlopige aanslagen opgelegd die tot een teruggaaf van belasting en premies hebben geleid. Bij het opleggen van de definitieve aanslagen dient rekening te worden gehouden met die reeds verleende teruggaven. Dat gebeurt door verrekening van die voorlopige aanslagen met de definitieve aanslagen (artikel 11, lid 4 Algemene landsverordening belastingen). Naar het oordeel van het Gerecht heeft de Inspecteur dat op juiste wijze en met toepassing van de juiste berekening gedaan.
4.2
Voor het geval belanghebbende heeft willen stellen dat de definitieve aanslag premieheffing overeenkomstig de voorlopige aanslag moest worden opgelegd, geldt het volgende. Een voorlopige aanslag is een aanslag die is gebaseerd op een voorlopige berekening. Daaruit kan een te betalen of een te ontvangen bedrag voortvloeien. Omdat de voorlopige aanslag gebaseerd is op een voorlopige berekening, heeft het als eigenschap dat het niet altijd even nauwkeurig is. Onnauwkeurigheden kunnen altijd worden rechtgetrokken bij het opleggen van de definitieve aanslag. In onderhavige geval is bij de berekening van de voorlopige aanslag premies AOW/AWW door de Inspecteur de berekeningswijze van het jaar 2010 toegepast. Dat heeft er toe geleid dat belanghebbende bij de definitieve aanslag Afl. 806 terug moest betalen. Dat de Inspecteur bij het opleggen van de definitieve aanslag het bij voorlopige aanslag vastgestelde bedrag aan premie heeft hersteld, is toegestaan en juist.
4.3
Het Gerecht is van oordeel dat de Inspecteur de definitieve aanslagen inkomstenbelasting en premies AOV/AWW op de juiste wijze heeft vastgesteld. Belanghebbendes beroep is ongegrond.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht:
-verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gegeven door mr. drs. M.M. de Werd, rechter in dit Gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 november 2017, in tegenwoordigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………….. aan partijen verzonden.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof (art. 17b Landsverordening beroep in belastingzaken).
Het hoger beroep wordt ingesteld binnen twee maanden na de dag van de toezending van de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg overeenkomstig artikel 14, derde lid. De instelling van het hoger beroep geschiedt door indiening dan wel toezending naar de griffie van het Gerecht van een aan het Hof gericht beroepschrift (art. 17c Landsverordening beroep in belastingzaken).