ECLI:NL:OGEAA:2017:924

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 november 2017
Publicatiedatum
4 december 2017
Zaaknummer
AR no. 28 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiele procedure over onvoldoende onderbouwde vordering tot betaling van ontvreemd geld

In deze civiele procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres DTH TELEVISION & COMMUNICATION N.V. een vordering ingesteld tegen twee gedaagden, die in dienst zijn geweest van eiseres. De vordering betreft een bedrag van Afl. 39.757,46, dat volgens eiseres ontvreemd zou zijn door de gedaagden. De procedure is gestart met een verzoekschrift en een conclusie van antwoord, waarbij eiseres op 11 oktober 2017 akte niet dienen is verleend. Het gerecht is op de hoogte gesteld van het faillissement van eiseres, maar dit heeft geen schorsing van de procedure tot gevolg.

De feiten van de zaak zijn als volgt: op 5 juli 2016 heeft een controle plaatsgevonden binnen het bedrijf van eiseres, waarbij werd geconstateerd dat er geld ontbrak. Eiseres heeft gedaagden op staande voet ontslagen en stelt dat zij verantwoordelijk zijn voor het ontvreemde bedrag. Gedaagden betwisten de vordering en stellen dat zij niet meer hebben uitgegeven dan verwacht kon worden en dat er meerdere personen toegang hadden tot de kluis.

In de beoordeling heeft het gerecht geconcludeerd dat eiseres haar vordering onvoldoende heeft onderbouwd. Er is geen bewijs geleverd van de verantwoordelijkheden van gedaagden en het bedrag dat ontvreemd zou zijn. De vordering is dan ook afgewezen, en eiseres is veroordeeld in de proceskosten van gedaagden, die zijn begroot op Afl. 1.250,00 aan gemachtigdensalaris. Het vonnis is uitgesproken op 22 november 2017 door rechter M. Schoemaker.

Uitspraak

Vonnis van 22 november 2017
Behorend bij AR no. 28 van 2017
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
de naamloze vennootschap
DTH TELEVISION & COMMUNICATION N.V.,
h.o.d.n. MIO Aruba,
gevestigd in Aruba,
eiseres,
thans zonder gemachtigde,
tegen:

1.[Gedaagde 1],

2.
[Gedaagde 2],
beiden wonende in Aruba,
gedaagden,
gemachtigde: mr. G. de Hoogd.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord.
1.2.
Ter rolle van 11 oktober 2017 is aan eiseres akte niet dienen (van conclusie van repliek) verleend en is vonnis bepaald op heden. Het gerecht is er ambtshalve mee bekend dat eiseres nadat de zaak voor vonnis is komen te staan in staat van faillissement is verklaard. Ingevolge artikel 26 lid juncto artikel 23 lid 1 Rv heeft dit geen schorsing van de procedure tot gevolg.

2.DE FEITEN

2.1
Gedaagden zijn in dienst (geweest) van eiseres.
2.2
Op 5 juli 2016 heeft een controle binnen het bedrijf van eiseres plaatsgevonden, waarbij werd geconstateerd dat het geld dat volgens de boeken aanwezig moest zijn, ontbrak.
2.3
Eiseres heeft gedaagden op in juli 2016 op staande voet ontslagen.
3. DE VORDERING
3.1
Eiseres vordert, samengevat, dat het gerecht bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, gedaagden hoofdelijk veroordeelt tot betaling van een bedrag van Afl. 39.757,46, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 juli 2016, met veroordeling van gedaagde in de proceskosten.
3.2
Eiseres legt aan haar vordering samengevat het volgende ten grondslag. Al enige tijd waren er onregelmatigheden met de contante gelden die clienten bij eiseres betaalden en eiseres vernam dat gedaagden meer uitgaven dan hetgeen van hen met hun salaris verwacht kon worden. Op 5 juli 2016 heeft eiseres gedaagden, die verantwoordelijk waren voor deze gelden en toegang tot de kluis hadden, ontboden om bij voornoemde controle aanwezig te zijn. Gedaagden zijn niet verschenen en waren (ook nadien) onbereikbaar. De kluis was helemaal leeg. Dit terwijl er in totaal een bedrag van Afl. 39.757,46 contant op kantoor moest liggen:
1. juli: Afl. 15.338,58
2 juli: Afl. 13.700,15
4 juli: Afl. 7.442,38
28/30 juni: Afl. 3.276,35 (deposit shortage)
Er kan geen andere conclusie worden getrokken dan dat gedaagden dit geld hebben ontvreemd althans dat zij daarbij betrokken waren c.q. verantwoordelijk voor zijn geweest.
3.3
Gedaagden betwisten de vordering en concluderen tot niet-ontvankelijkverklaring, dan wel afwijzing van de vordering, met veroordeling van eiseres in de proceskosten. Gedaagden betwisten onder meer dat zij meer uitgegeven hebben dan van hen kon worden verwacht en dat zij onbereikbaar waren. Zij stellen niets af te weten van het genoemde bedrag. Zij betwisten geld te hebben verduisterd en stellen dat er drie andere personen waren die toegang tot de kluis hadden.
3.4
Op de stellingen van partijen zal in de beoordeling, voor zover nodig, nader worden ingegaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
Eiseres heeft haar vordering onvoldoende onderbouwd. Zo heeft eiseres niet toegelicht welke functie(s) en/of werkzaamheden gedaagden bij eiseres verrichtten en op welke wijze en op welke momenten zij toegang hadden tot de vermelde gelden dan wel de kluis. Ook heeft eiseres niet met stukken onderbouwd waarop het bedrag van Afl. 39.757,46 is gebaseerd en waarom gedaagden verantwoordelijk waren voor deze gelden. Zij heeft gesteld dat het bedrag volgens de boeken binnen het bedrijf moest liggen, maar zij heeft geen afschrift van deze boeken overgelegd. Zij heeft geen conclusie van repliek ingediend en niet gereageerd op het verweer van gedaagden, waaronder het verweer dat er meerdere personen toegang tot de kluis hadden. Eiseres zal dan ook niet tot bewijslevering van haar stellingen worden toegelaten.
4.2
De conclusie uit het voorgaande is dat niet is komen vast te staan dat eiseres een vordering heeft op gedaagde. De vordering dient dan ook afgewezen te worden.
4.3
Eiseres dient als de in het ongelijk gestelde partij, de proceskosten die aan de zijde van gedaagden zijn gevallen te dragen, welke worden begroot op Afl. 1.250,00 aan gemachtigdensalaris (gebaseerd op 1 punt bij tarief 5 van het liquidatietarief).

5.DE BESLISSING

Het Gerecht,
wijst de vordering af;
veroordeelt eiseres in de kosten van het geding, aan de zijde van gedaagden gevallen en tot op heden begroot op Afl. 1.250,00 aan salaris voor de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 22 november 2015 in aanwezigheid van de griffier.
Inhoudsindicatie
Civiel. Vordering onvoldoende onderbouwd.